Hoorcollege 01 (H1)
Sociale psychologie is een fascinatie voor invloed van sociale situaties (en individuele
verschillen) op menselijke gedachten, gevoelens en gedragingen. Het is een brede en precieze
discipline.
In vergelijking met sociologie legt de sociale psychologie concreter de nadruk op wat mensen
daadwerkelijk denken en voelen i.p.v. de gehele maatschappij in context te brengen.
Vragen bij sociale psychologie:
- Waarom is mijn relatie uitgegaan?
- Hoe houden we de samenleving bij elkaar?
- Hoe kan je mensen aanzetten tot milieuvriendelijker gedrag?
- Gebruiken mensen wel of niet condooms?
Axioma’s sociale psychologie: wat we denken doen en voelen in de sociale omgeving. De
omgeving beïnvloed mensen hun gedachten, gevoelens en gedragingen.
à Doordat de mens een sociaal dier is wordt de mens sterk beïnvloed door zijn/haar sociale
omgeving.
Heider & Simmel: de mens construeert eigen sociale realiteit (social construal’s), vaak in
termen van persoonseigenschappen. De sociale realiteit is heel erg context afhankelijk, vaak
van culturele verschillen. Westerse cultuur vindt vaak J. Lo erg knap bijvoorbeeld.
Denk aan invloed van de sociale omgeving: experiment in de lift. Iedereen die zich naar de
rug toe kijkt, zal dit uiteindelijk ook na gaan doen.
Lee Ross: fundamentele attributiefout: oorzaken van gedrag toeschrijven aan
persoonlijkheidseigenschappen.
à We zijn opzoek naar informatie naar hoe we de persoon kunnen attribueren.
De nadruk op contrual heeft zijn wortels in een benadering die gestaltpsychologie wordt
genoemd. Voor het eerst voorgesteld als een theorie over hoe mensen de fysieke wereld
waarnemen, stelt de gestaltpsychologie dat we de subjectieve manier moeten bestuderen
waarop een object verschijnt in de geest van mensen (de gestalt) in plaats van de manier
waarop de objectieve- en fysieke eigenschappen van het object samenhangen.
Naïef realisme: de overtuiging dat we de dingen waarnemen "zoals ze werkelijk zijn",
waarbij we onderschatten hoezeer we dingen zelf interpreteren.
Self-suffilling prophecy: (on) geloof in een persoon veroorzaakt dat (on)geloof in de persoon
realiteit wordt.
Wat iemand over iemand denkt houdt hierdoor ook daadwerkelijk instant. Als je eenmaal een
sterke mening over een bepaalde groep of over een bepaalde persoon hebt gevormd, dan is het
ook erg lastig om hiervan af te wijken. Je zoekt vaak de bevestiging van de eerste indruk. De
zie-je-wel-indruk blijft erg vaak hangen. Dit is het pygmalion-effect (hetzelfde als Self-
suffilling prophecy).
• Mensen geven niet graag toe dat ze zich vergissen.
,Amerikaans rechtse radioman over water boarding: je krijgt een doek over je hoofd en je hebt
het gevoel dat je stikt. Sommige mensen die zeggen dat dit allemaal wel meevalt.
Experiment laat zien dat pas als je het zelf meemaakt dat je er echt een oordeel over kan
vormen. Cold-hot empathy gap: het kan soms lastig zijn om je empathisch te verplaatsen in
gevoelens die iemand anders heeft.
Kurt Lewin: menselijk denken, doen en voelen onderzoeken. Wat we denken, doen en voelen
is een functie van de persoon in de situatie.
F is hierbij de functie, de combinatie van de persoonlijkheid en de situatie.
• (Persoonlijkheid x situatie).
Verschillende mensen reageren verschillend op dezelfde
situatie.
Cruciale rol is de perceptie: hoe je een situatie waarneemt, wat je hierover denkt en wat je
hiervoor motiveert. De mens construeert zijn eigen realiteit. Het denken, doen en voelen van
mensen wordt sterk beïnvloed door de situatie/de interpretatie van de situatie.
Situatie à Perceptie à cognitie/ motivatie/gedrag.
We verwerken informatie op twee manieren:
1) Gecontroleerd
2) Oppervlakkig - automatisch
• Systematisch – heuristisch
• Centraal – perifeer
• Rationalistisch – experimenteel
Op welke manier we dit doen hangt van verschillende aspecten af:
- Onze wil (gemotiveerd, belangrijk, duur, zelf gerelateerd)
- Kunnen (genoeg cognitieve capaciteit, voldoende informatie)
- Schema’s en heuristieken als je niet anders wilt, niet anders kunt
3) Heuristische informatieverwerking
Bij het woord “want” stoppen mensen al snel met denken, aangezien er een rede wordt
gegeven. Dit is een voorbeeld van oppervlakkig nadenken. Dit scheelt je veel tijd en energie.
Dit werkt omdat dus mensen informatie op een oppervlakkige (automatische) manier
verwerken.
Wij lijden als mensen vaak aan een conformatie bias: een vertekening dat we naar
bevestiging zoeken van onze ideeën, we neigen om vragen te stellen die onze hypothese
bevestigen, terwijl we juist vragen moeten stellen die het ontkrachten/falsificeren, want
hypothesen kunnen strikt genomen niet bewezen worden (geverifieerd).
Bryant & Brockway (1997): the O.J.Simpson Trial
De helft van de mensen dacht voor de veroordeling dat hij veroordeeld zou worden voor
moord/doodslag. Vervolgens toen hij werd vrijgesproken nam dat percentage af. à Mensen
passen hun gedachten aan en laat aan andere zien hoe lenig de geest is om slim over te komen.
,Hoorcollege 02 (H8)- sociale beïnvloeding
Sociale psychologie: de wetenschappelijke studie van de manieren waarop mensen hun
gedachten, gevoelens, en gedragingen worden beïnvloed door de (daadwerkelijke en/of
voorgestelde) aanwezigheid van andere mensen.
Adolf Hitler is de persoon die de grootste invloed heeft uitgeoefend op de sociale
psychologie, aangezien zijn verderfelijk gedrag ertoe heeft geleid dat veel mensen zichzelf af
kunnen vragen hoe alles heeft kunnen gebeuren.
Veel Joodse wetenschappers zijn toen der tijd gevlucht naar de VS. Ze hebben hier
fundamenteel plus toegepast onderzoek (attitudeonderzoek) gedaan. Dit heeft ertoe geleid dat
WOII eerder is gestopt.
Verschillende mensen hebben een theorie gevormd over de sociale psychologie:
1) Lewin (veldtheorie): wij mensen bevinden ons in een voortdurend veranderd
krachtenveld waarin verschillende krachten (vanuit onszelf of vanuit andere personen)
op ons worden geoefend. Als het krachtenveld veranderd gaan we vaak andere dingen
voelen en denken en ook andere dingen doen.
Menselijk gedrag komt heel erg voort uit de persoonlijkheid, maar ook de situatie
waarin ze zich bevinden. à Dit bepaalt het gedrag dat wordt getoond.
2) Latané (sociale impact theorie): de sociale omgeving beïnvloed niet alleen, maar
heeft ook een grote impact. Dit hangt af van:
§ Het aantal (de grootte van de groep) anderen dat druk uitoefent,
wanneer de groepsgrootte toeneemt, neemt ook de normatieve druk toe.
§ Waarde gehecht aan de bron van sociale druk (de sterkte), hoe
belangrijk is deze groep voor jou.
§ Nabijheid van de bron (fysiek of psychologisch aanwezig in de
gedachten), hoe dicht is de groep bij je in de buurt in ruimte en tijd.
Hierbij is een experiment gedaan met studenten. Een student staat aan het begin van de
gang en hem/haar wordt verteld om naar het eind van de gang te lopen. Tijdens dat de
student naar het einde van de gang aan het lopen is, ligt er iemand op de grond die
hulp nodig heeft. In de eerste instantie zal 85% van de mensen die in deze gang loopt
hulp bieden aan deze persoon.
Vervolgens voegen ze 1 persoon toe aan het experiment, deze persoon loopt ook op de
gang, maar reageert niet/biedt geen hulp aan de persoon die op de grond ligt.
Vervolgens zal maar 31% van de mensen toch, in tegenstelling tot de andere persoon
hulp bieden aan degene die op de grond ligt. Waarom is dit zo? à Er ontstaat een
norm dat helpen blijkbaar niet nodig is.
Edwin Hollander: hij verklaarde dat het zich in de loop der tijd conformeren aan een groep
je idiosyncrasy credits oplevert, net als geld op de bank zetten om te sparen voor toekomstig
gebruik. Het is alsof je vroegere conformiteit je op een bepaald moment in de toekomst in
staat stelt af te wijken van de groep (om "geld op te nemen") zonder al te veel problemen te
krijgen. Stel, iedereen wilt vandaag graag Chinees eten bestellen, maar jij hebt heel veel zin in
Mexicaans eten. Als je in het verleden op andere gebieden hun vriendschapsnormen hebt
gevolgd, zullen je vrienden minder snel boos op je worden vanwege je huidige afwijking,
want je hebt het recht verdiend om bij deze gelegenheid af te wijken van hun normatieve
regels op dit gebied.
, Waarom heeft sociale beïnvloeding een effect? 2 Oorzaken van conformiteit (beïnvloed
worden door anderen wat ingaat tegen eigen overtuiging)?
1) Informationeel (the need tob e accurate): je wilt het meest
waarschijnlijke/toepasselijke doen. Er is sprake van ambiguïteit (informatie-
onzekerheid). Je leunt op andere voor informatie, van wat het juiste gedrag is om in
een situatie te doen. Dit is vaak rationeel.
2) Normatief (the need tob e accepted): je wilt graag ergens bij horen. Je bent een
student, je medestudenten doen dit en dat. Het is verleidelijk om hetzelfde gedrag uit
te gaan voeren. Dit is vaak minder rationeel.
Asch: zonder sociale beïnvloeding wordt er altijd het goede antwoord gegeven bij een
experiment/in het echte leven. Er is een duidelijk te interpreteren stimuli (voorbeeld van staaf
experiment), op zichzelf weet iemand het juiste antwoord aan te geven, maar door druk van de
sociale omgeving wordt toch tegen in de eigen overtuiging, opzettelijk het foute antwoord
gegeven. Dit noem je normatieve beïnvloeding, je gaat mee met wat het foute antwoord is, je
weet dit, maar je conformeert je er toch aan.
Medeoorzaak van dit gedrag: er wordt een ongemakkelijk gevoel bij de personen opgebracht.
Collectivisme: collectivisme is een cultuurwaardenstelsel dat nadruk legt op de samenhang
tussen mensen in groepsverband. Collectivistische warde zijn onder andere waarde hechten
aan traditie, veiligheid en sociaal gedrag.
Invloed van een minderheid: het geval waarin een minderheid van groepsleden het gedrag of
de overtuigingen van de meerderheid beïnvloedt.
Johnes & Gerard eerst experiment ongemakkelijkheid bij proefpersonen.
Er wordt een ongemakkelijk gevoel gecreëerd als iedereen om je heen een ander antwoord
geeft. “Wat zei hij nou,” “dit kan toch niet waar zijn?” à Mensen wisten wat het juiste
antwoord, maar passen zich toch aan.
Stanley Milgram (gehoorzaamheid aan autoriteiten): het gedrag dat beïnvloed wordt door
autoriteiten. Waarom volgen mensen klakkeloos bevelen op? Waarom gehoorzamen mensen
zo makkelijk autoriteiten?
à Milgram heeft een onderzoek gedaan naar gehoorzaamheid. Onderzoek: mensen die aan
een onderzoek op de universiteit meedoen vragen om elektrische schokken toe te dienen aan
een andere onderzoek deelnemer, omdat die persoon niet goed woordjes leren kan. Zullen
mensen dit dan gaan doen?
Antwoord leek van tevoren ‘nee,’ daarbij gaf 95% van de psychiaters aan dat mensen dit niet
zullen doen.
Opzet van het onderzoek:
§ $5 voor deelname
§ Strenge en vastbesloten proefleider
§ Lootjes trekken voor leraar en leerling (wordt aan elektrode
vastgemaakt).
§ Leerling moet woordjes combinatie leren en wordt hierop getest, een
verbale geheugentest. Bij elke fout krijgt de leerling een zwaardere
schok.
Zal de leraar op de knop drukken als de leerling een fout maakt? à Nagenoeg iedereen geeft
schokken op het apparaat. Oorzaak: de stellige en vastbesloten groepsleider. Ook al reageert
de leraar ongemakkelijk, er wordt toch geluisterd naar de autoriteit van de groepsleider. Het
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur sannewakelkamp. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €17,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.