Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Moraalfilosofie €11,99
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Moraalfilosofie

4 revues
 206 vues  8 fois vendu

Deze samenvatting bevat alle te kennen leerstof van in het boek + de ppt/notities van tijdens de les. Ik was direct geslaagd met een 14/20. (BELANGRIJK: op deze site zijn er een aantal dingen verschoven in het voorbeeld, maar als u het download is het normaal geen probleem. anders is het even ee...

[Montrer plus]

Aperçu 7 sur 80  pages

  • 5 mars 2023
  • 80
  • 2022/2023
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (19)

4  revues

review-writer-avatar

Par: vrlieselot • 2 mois de cela

review-writer-avatar

Par: lauravanhove9 • 4 mois de cela

Traduit par Google

Very good and complete summary!

review-writer-avatar

Par: jornc2204 • 1 année de cela

review-writer-avatar

Par: felinededeckel • 4 jours de cela

avatar-seller
jorenbrauwers
Samenvatting Examen Moraalfilosofie 1ste Bachelor Criminologie

Moraalfilosofie: Hoofdstuk 1: De klassieke rechtvaardigingstoets
1. Normatieve problemen: enkele schijnbare oplossingen
Filosofie: moederwetenschap waaruit andere wetenschappen gegroeid/op onderbouwd zijn
- Filosofische deelgebieden:
o Kennisleer (epistemologie): onderzoekt aard, oorsprong, voorwaarden voor en
reikwijdte van kennis  bestaan dingen echt?
o Metafysica: leer die niet werkelijkheid onderzoekt zoals gegeven uit zintuiglijke/
instrumentele waarneming, maar op zoek gaat naar het wezen van werkelijkheid &
wat erachter zit (wat bestaat er allemaal en wat niet, bv. Schaduw)
o Esthetica: leer van zintuiglijke waarneming: tak van filosofie die zich bezighoudt met
schoonheid en kunst

Moraalfilosofie  waar wij ons gaan op focussen:
- Ethiek/moraalfilosofie: Goede daden?
- Rechtsfilosofie: Goede wetten?
- Politieke filosofie: Goede samenleving?

Moraalfilosofie

 = Oplossen van normatieve problemen:

 Normatieve problemen gaan over de vraag of een bepaalde handeling, regel, toestand, maatregel toegelaten
(mogen), verplicht (moeten) of verboden (niet mogen) moet worden
- Toelaten: mogen
- Verplichten: moeten
- Verbieden: niet mogen

Voorbeelden:
 Moge dove ouders voor een doof kind kiezen?
 Mag overheid coronavaccin verplichten
 Moeten burgers gaan stemmen bij de verkiezingen?
 ….

Bij normatieve problemen kan je wel een onderscheid maken tussen:
- Gerelateerde normatieve problemen
- Ongerelateerde normatieve problemen

1.1Gerelateerde normatieve problemen
Gerelateerde problemen: Sociale rollen + natuurlijke determinanten (afstand, plaats, tijd, toeval, aantal, middelen,…)
bepalend voor oplossing
- Mag politicus de verkeerswet overtreden
- Mag dokter medisch geheim doorbreken

 Je kunt geen bevredigend antwoord op deze vragen geven zonder op de specifieke plichten van de sociale rol
(politicus, arts,..) in te gaan of zonder bijkomende informatie over de concrete omstandigheden waar dat de
persoon zich bij dit probleem zich bevindt (natuurlijke determinanten)

1.2Ongerelateerde normatieve problemen
Ongerelateerde problemen: probleem heeft betrekking op alle mensen (hierbij is de sociale rol of natuurlijke
determinant irrelevant)
- Mag abortus
- Mag je een wapen dragen

1

, Samenvatting Examen Moraalfilosofie 1ste Bachelor Criminologie

 Normatieve problemen oplossen doe je op een rationele manier
o DUS Beredeneerde oplossing via rationele argumentatie
o Je ontwikkelt argumenten voor je positie die transparant zijn
o Je staat open voor kritiek en weerlegt bezwaren tegen jouw visie
 Onberedeneerde oplossingen (kijk hieronder)
o Geloof
o Emotie
o Feitelijke toestand

2. Onberedeneerde oplossingen
Onberedeneerde oplossing door beroep te doen op geloof, emotie en
feitelijke toestand (vermijden als argument)

2.1Geloof
Geloof of de idee dat bepaalde handelingen, toestanden, regels of maatregelen goed of slecht zijn omdat God deze
wil of juist niet wil is prima voor de INDIVIDUELE GELOVIGE, MAAR het mist/ontbreekt overtuigingskracht voor
mensen met een ander geloof of juist geen geloof
- Merkwaardig dilemma van Euthyphro (Plato): er ontstaat een discussie tussen socrates en euthryphro over
Hoe men het morele kan verantwoorden?

Euthyphro staat op het punt wil zijn eigen vader aan te klagen wegens moord op een slaaf.
o Hij is overtuigd dat zijn actie moreel verantwoord is.
o Hij noemt de aanklacht vroom, want het is in overeenstemming met “de wil van de
goden”
 Dit leidt tot een meer algemene opvatting dat moreel verantwoord gedrag
datgene is dat de goden ons bevelen.
Socrates stelt hierop een sceptische vraag:
- “is het niet eerder zo dat de Goden schrijven dit gedrag voor omdat het op zichzelf
moreel is”
 Dit is een probleem waar filosofen en theologen tot vandaag de dag nog over discussiëren

Dus dilemma van Euthyphro, 2 mogelijkheden:
1. Zijn redenen zijn onbekend (je weet niet waarom het niet of wel moreel is)
 DUS GOD IS WILLEKEURIG
2. Zijn redenen zijn wel bekend
 DAN IS GOD OVERBODIG

- God willekeurig karakter: God wilt niet dat we stelen (reden onbekend)
o Stelen opzich kan goed/slecht zijn  omdat het slecht omwille van de wil van God is dat iets immoreel
is
o God wilt het, maar weet niet waarom
- God overbodig karakter:
o God wilt niet dat wij stelen, omdat stelen op ZICHZELF immoreel is.
o We kunnen zeggen dat de wil van God overbodig is
 Omdat we rechtstreeks ons gedrag laten leiden door redenen die onafhankelijk zijn van God.

Geloof kan wel bron van ethiek zijn, maar als argumentatie van morele beslissingen telt het NIET!




2

, Samenvatting Examen Moraalfilosofie 1ste Bachelor Criminologie



2.2Emoties
Emoties: kunnen moreel zijn, Maar zijn geen goede oplossing voor normatieve problemen
 Normatieve oplossing hebben meestal emoties als BASIS, maar alleen het gebruiken van die emoties voor een
oplossing te vinden is niet genoeg. Je moet meer hebben!!!

- Ongenoegen over morele emoties
o Emoties over morele kwesties zijn niet genoeg
o Vb: homofilie, lijfstraffen
- Grenzen morele intuïties
o Geen of onduidelijk antwoord bij nieuwe problemen
- Democratie eist rechtvaardiging:
o motiveringsverplichting (waarom)
 je moet je beslissingen verantwoorden, niet alleen kijken naar uw emoties bij een probleem. Je
moet ook een correcte motivatie voor uw oplossing naar voor brengen.
 Zo moeten de 3 machten in België (wetgevende, uitvoerende en rechtelijke macht) hun
beslissingen verantwoorden, ze moeten hun beslissingen met redenen omkleden

Mensen hebben dikwijls eerst een emotionele opvatting, nadien verbloemen/opkleden met objectieve
& beredeneerde argumenten

2.3Feitelijke toestand
Feitelijke toestand niet verkeerd gebruiken bij rechtvaardiging (naturalistic fallacy)
 Alleen maar verwijzen naar een feitelijke toestand is niet genoeg
 Moraal filosofie gaat over normatief oordeel, niet feitelijk oordeel
o Maar feiten zijn natuurlijk ook belangrijk, alleen mag het niet het enigste zijn

Naturalistische drogreden (naturalistic fallacy)  David Hume
o Uit deze drogreden trek je uit feiten, normatieve lessen. Je leidt ‘moeten’, ‘niet mogen’ of ‘mogen’ af uit
wat is. Je verwart begrijpen of verklaren met rechtvaardigen.
- Feitelijke toestand  Verklaren, begrijpen, voorspellen (niet toegelaten als argument)
- Normatief oordeel  Rechtvaardigen, aanvaarden, verwerpen

Juridisch kader dekt niet alle normatieve problemen: Wat is wenselijk? >< wat vindt de wet hiervan?

3. Normatieve problemen: de rationele benadering
Zoeken naar een rationele oplossing voor een normatief probleem betekent dat je niet langer verwijst naar geloof,
emotie of feitelijke toestand, maar dat je jouw positie louter baseert op logische argumenten en wetenschappelijke
feiten
 De rationele benadering heeft grote gevolgen
o Het kan zijn dat je redelijke oplossing in strijd is met je geloof, dat je gevoelens je misleiden of dat die
feitelijke toestand niet hoort te bestaan.
 Normatieve wetenschap zoekt voor welke oplossing de beste argumenten bestaan; hoe bevreemdend,
schokkend, onnatuurlijk, utopisch, gevaarlijk, beledigend,… die oplossing ook is
 DUS SOMS ZIJN DE BEREDENEERDE OPLSSINGEN MOEILIJK TE AANVAARDEN




3

, Samenvatting Examen Moraalfilosofie 1ste Bachelor Criminologie
3.1Voorbeelden
3.1.1 Incest
 Kan je vrijwillige seks tussen broer en zus eigenlijk verbieden of hen
verbieden om te trouwen en kinderen te hebben?
Broer (Patrick Stuebing) + zus (Susan Karolawski) seks: 4 kinderen, 3 gehandicapt
- België: geen probleem  wel wet dat huwelijk tussen familie verbiedt (Seks niet verboden)
- Duitsland: Seks verboden  man van koppel (want hij is een duitser) veroordeeld tot 3
jaar gevangenisstraf + beschuldigd van vrijwillig toebrengen fysieke schade aan ¾ v.d.
kinderen. Omdat kinderen van biologisch verwante ouders hebben meer kans op genetische
afwijkingen

Welke argumenten bestaan er om vrijwillige seks tussen broer en zus te verbieden?
 Irrationele argumenten:
o Incest voelt vies aan
o Vrijwel overal ter wereld taboe
 Rationele argumenten:
o Bescherming van het gezin als een fundamentele sociale eenheid binnen een samenleving
o De bescherming van kwetsbare gezinsleden tegen de minder nobele bedoelingen van hun oudere,
vaak mannelijke gezinsleden
 Dit argument gaat uit van de veronderstelling dat incest zich meestal afspeelt tussen een
dominante en een ondergeschikte partner. Deze argumentatie is echter gebaseerd op
speculatie , want je weet niet of er wederzijdse toestemming gegeven was
o De psychosociaal welzijn van potentiële nakomeling en andere naaste betrokkenen wordt bedreigd
o Bezorgdheid over de gezondheid van de eventuele nakomelingen van een incestueuze relatie

Onze onmiddellijke aversie voor seks tussen twee bloedverwanten is zo sterk en zo hardnekkig, dat er niet veel ruimte
overblijft voor een rationele overweging



3.1.2 Heb je de plicht om een kind in nood te helpen?
 Iedereen zegt wellicht; natuurlijk!!!, maar is dat wel altijd het geval?
 Vergelijk de volgende 2 scenario’s
3.1.2.1 Kind in de vijver
professor loopt langs een vijver en een kind is aan het verdrinken
- Als hij het kind help, zit hij met natte kleren kom hij te laat in de les en wordt misschien de les afgelast dus
tijdsnood
- Als hij besluit om door te lopen, is hij op tijd maar verzuipt het kind
 Hij besluit om door te lopen en hierdoor verzuipt het kind
 Handelde hij juist?
o Neen, je vindt dit verschrikkelijk. Het is zelf strafbaar wegens schuldig verzuim
o Deze handeling beroept op een (sterke) morele plicht
3.1.2.2 Kind in Afrika
Je krijgt post van Unicef voor maandelijkse bijdragen om kinderlevens te redden
- Je gooit de post in de vuilbak:
- Je stort maandelijks:
 Ik besluit om de brief in de vuilbak te gooien en hierdoor sterven 30 kinderen binnen een paar weken in plaats
van een paar jaar
 Handelde ik juist?
o Je vindt het misschien harteloos, maar niet verschrikkelijk
o Terwijl de tweede handelingen beroept op een (zwakkere) oproep tot menselijkheid , er is geen
(juridische afdwingbare) plicht tot medemenselijkheid
4

,Samenvatting Examen Moraalfilosofie 1ste Bachelor Criminologie


3.1.2.3 Peter Singer
 Hij Ziet het geven van geld aan goede doelen niet als een kwestie van
liefdadigheid of medemenselijkheid, maar een zwaarwegende morele
plicht
 Er zijn Geen rationele argumenten om verschil in behandeling kinderen te rechtvaardigen
- Alle mensen zijn gelijkwaardig
- Wanneer mensen in nood zijn moet je helpen als eigen leven hieronder niet lijdt
- Verdrinkingsdood & hongersdood zijn te vermijden
- “ik ben niet de enige die kan helpen” is geen argument

Enige nuance:
- Verschil in afstand (fysiek & psychologisch)
- Betrouwbaarheid van goede doelen

3.2Jeremy Bentham: de morele calculus (Utilitarisme)
Schonk eigen lichaam aan wetenschap
Contra: lijfstraffen, doodstraf, strafrechtelijke verminkingen
- Open mind over homoseksualiteit en zelfbevrediging

Verzet tegen irrationele morele emoties als leidraad voor normatief handelen – alleen
redelijke beginselen konden de normatieve beslissingen van individuen en wetgevers
rechtvaardigen
 Het principe waaraan je controversiele handelingen moet toetsen verwoorden Bentham in
zijn boek (An introduction tot he principles of morals and legislation)
 Volgens Bentham zijn handelingen goed als ze het geluk van individuele mensen
bevorderen
 Een bestuurder (wetgever) moet dit beginsel alleen veralgemenen
o Een handeling is wenselijk als zij het meeste bedraagt tot het geluk van alle
individuele burgers
Dit beginsel werd beroemd onder het Adagium: The greatest happiness of the greatest number

3.2.1 Utilitarisme
Utilitarisme: morele waarde van een handeling afmeten aan bijdrage die ze levert aan het algemeen nut
(welzijn en geluk van mensen)
- Ga na wat grootste geluk EN leed is, maak calculatie van bepaalde daad  2 daden: welke
levert meeste nut op
- Aanvaardt geen moreel paternalisme (examenvraag)

 Is het nuttig voor de samenleving???
- Negatief nut: zaken die kwetsen
- Positief nut : zaken die met plezier te maken hebben
o Je moet ervoor zorgen dat het positief nut toeneemt en het negatief nut afneemt


3.2.1.1 Hedonisme (Hedone – geluk)
Het beginsel is hedonistisch (nutsbalans is becijferbaar)
Hedonisme: is een term die zowel een bepaalde filosofische leer aanduidt als een bepaalde levenshouding in
verband met genot/geluk.
- Het streeft geluk van mensen na door plezier te vermeerderen en verdriet/pijn te verminderen

 Je moet alleen kijken naar plezier/geluk/genot

5

, Samenvatting Examen Moraalfilosofie 1ste Bachelor Criminologie
o Pijn en zorgen dat leiden tot plezier is acceptabel. Enkel wanneer er geen plezier of geluk aanwezig is dan
is er een probleem

 Het hedonisme staat open voor alle diersoorten die pijn en plezier ervaren

Casus: Dwerg Manuel Wackenheim: dwerggooien
- Manuel krijgt heel moeilijk werk, hij wilt zijn ziekte (dwergsyndroom) gebruiken om geld te maken
- Hij laat studentenclubs hem inhuren voor dwerggooien
- Frankijk: verboden omdat in strijd met menswaardigheid
- Bentham zou zeggen: Wat is het probleem? Waarom zou het niet mogen?
o ultieme nutsbalans, alle deelnemende partijen veel plezier
- New York: commissie mensenrechten zelfde oordeel Frankrijk

Probleem
Hoeveelheid geluk/leed per gebeurtenis verschilt per persoon + subjectief  hoe universeel
berekenen, dus nutsbalans moeilijk becijferbaar

3.2.1.2 Consequentialisme
Consequentialisme: Alleen kijken naar de gevolgen van de daad, niet naar de achterliggende bedoelingen of intenties

o Bv. Liever farmaceutische ontwikkeling dan moeder Theresa die
voorbehoedsmiddelen/pijnstillers verbiedt
• moeder Theresa vond leed iets heel goed. Ze liet haar patiënten afzien omdat dat iets ‘goed
is’.
• Bentham zou hier helemaal niet akkoord met gaan
• Johnson & Johnson:. Zou Bentham geweldig vinden. Ze maken geneesmiddelen en doen het
leed in de wereld zakken

Utilitarist keurt handeling niet af als deze geen (negatieve) hedonistische gevolgen heeft
Probleem
Botst met diepe intuïties, in strijd met moreel gevoel


3.2.1.3 Nominalisme
Nominalisme: houdt in dat er alleen individuele nutbalansen bestaan
 De rekenkundige som van al die balansen bepaalt het normatieve karakter van de handeling
o Totaalbalans positief: handeling goed,
o Totaalbalans negatief: handeling slecht
 Elke deelbalans: heeft gelijke waarde
o Er zijn geen hogere beginselen die de totaalsom overtreffen & geen deelbalansen die een speciale voorkeur
genieten
Bv. Film “Rope”
- Jaren 20: amerika 2 studenten (Nathan leopold & richard loeb), snobs. Zijn zo narcisstisch dat ze een
medestudent vermoorden omdat hij ‘leeg is’. Waarom? “ons plezier om hem te vermoorden en dat geheim
te houden geeft ons zo veel plezier dat dat altijd hoger zal zijn dan het leed dat gekregen is door zijn dood.
o Plezier > leed
o Leed minimaal, plezier maximaal
o 2 jongens hebben bentham gwn toegepast om slecht te rechtvaardigen (je telt plezier en pijn bij
elkaar op)

Probleem
Moral Monstrosity: goedkeuren van moraal onaanvaardbare daden
- Bv. Goedkeuren van groepsverkrachting: groepsplezier is groter dan leed verkrachte
6

, Samenvatting Examen Moraalfilosofie 1ste Bachelor Criminologie


Tramdilemma (trolley dilemma)
Stuurloze tram rijdt alleen, 2 keuzes:
- Laten rijden: 5 personen op spoor gebonden dood
- Hendel overhalen: 1 persoon op spoor gebonden dood
 Onpersoonlijk dilemma: jij staat aan de hendel (passieve deelname)

Stuurloze tram rijdt alleen, 2 keuzes:
- Laten rijden: 5 personen dood
- Dikke man voor tram duwen: personen overleven maar man dood
 Persoonlijk dilemma: je duwt (niet) met intentie (actieve deelname)

Veel mensen hebben ook verschillende redenen om het wel of niet te doen.
 Al deze redenen waarom we beide sitaties als verschillend ervaren, maar geven geen sluitende rechtvaardiging
van onze beslissing
 Voor een consequentialist zou het doden van een persoon door een duw of door een hendel geen verschil
maken
 Maar tegelijk weten we dat gezonde mensen dit zelden zullen doen.
o We kunnen onze morele gevoelens niet uitschakelen, wat dus niet altijd zo slecht is
Vervangbaarheidsargument (met dieren)
Voor het utilitarisme zijn Dieren, zeker vogels en zoogdieren die zonder enige twijfel leed en plezier ervaren,:
voorwerp van ethische consideratie
 Dus doden van dieren immoreel.
 Maar niet altijd
Een argument ter verdediging van het doden van een gezond, “gelukkig” (plezier) dier is het zogenaamde
vervangbaarheidsargument
- Wanneer Totale geluk bij het vervangen van een oud dier door een nieuw dier NIET VERMINDERT, dan de
vervanging is moreel aanvaardbaar
- Wel enkel voorwaarden:
o Gedode dier mag niet lijden
o Vervanging mag geen leed brengen aan mensen/dieren van omgeving
o Het nieuw dier moet een even mooi leven leiden als het oud dier

 MAAR Heeft immoreel karakter + onwaardig om dier als wisselbaar voorwerp te zien




7

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur jorenbrauwers. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €11,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

53340 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€11,99  8x  vendu
  • (4)
Ajouter au panier
Ajouté