Gezondheid = toestand van het lichaam waarin alle delen op de juiste wijze en in de juiste
verhoudingen functioneren.
Ziekte = verstoring van het (dynamisch) evenwicht in het lichaam.
Herkennen van een ziekte:
Lichaamstemperatuur
Spijsvertering
Ademhaling
Gedrag
Gang en stand
Huid, haren en veren
Circulatie apparaat
Slijmvliezen
Productie
Geur
Parasitisme = een organisme gebruikt het andere (richt schade aan).
Mutualisme = organismen hebben allebei voordeel van de symbiose (= het samenleven van de
organismen).
Commensalisme = organisme leeft van de overtollige stoffen van de gastheer (wordt geen schade
aangericht).
Factorenziekte = ziekte die kunnen ontstaan door de omgeving.
Pathogenen (= ziekteverwekker)
Parasieten
Micro organismen
- Protisten (=een eukaryoot organisme dat niet behoort tot het rijk van de dieren, planten
of schimmels)
- Schimmels/gisten
- Bacteriën
- Virussen
, • Prionen (= eiwitten)
Parasieten (= een organisme of een virus dat zich ten koste van een ander organisme waarmee hij
samenleeft (de gastheer) in stand houdt en vermenigvuldigt)
• Endoparasieten (= een parasiet die in een gastheer- of waardorganisme leeft)
- Nematoden: rondwormen/spoelwormen
- Trematoden: botten
- Cestoden: lintwormen
• Ectoparasieten (= die leven op de oppervlakte van een ander organisme (de gastheer))
- Insecta: vlo, luis, mug en vlieg
- Acarina (= spinachtige): mijt en teek
Nematoden
• Rondwormen
- Groot deel niet parasitair (vrijlevend)
• Langgerekt, cilindervormig, gescheiden geslacht
• In de maag/darm
• 5 larvale stadia
• Cyclus: ei rijping tot L2 opname darmen bloed longen rijping tot L3
ophoesten darmen volwassen ei
Prepatente periode = de tijd tussen infectie en het verschijnen van de eerste eieren in de mest
Patente periode = de tijd waarin eieren uitgescheiden worden.
Epg = eieren per gram.
Erp = ‘’egg reappereance period’’, tijd tussen behandeling en opnieuw verschijnen van eieren in de
mest.
Cyclus hartworm:
Volwassen wormen bevinden zich in de slagaders van de longen en het hart zelf. De vrouwelijke
exemplaren produceren larfjes die in het bloed gaan circuleren. Wanneer een mug bloed zuigt
kunnen de larfjes in dit insect terechtkomen en zich binnen twee tot drie weken ontwikkelen tot een
larve waarmee weer een ander dier besmet kan worden via de steeksnuit tijdens een volgende
bloedmaaltijd. Lichaamsbarrieres: huid, bloedvatwand.
De lichaamsbarrieres zullen proberen om de worm buiten het lichaam te houden. De interne
verdediging speelt geen grote rol bij de afweer van parasieten, alleen de eosinofiele granulocyten
zullen proberen om de parasiet uit het lichaam te krijgen. Datzelfde geldt voor de verkregen
immuniteit, die kan zo’n groot organisme niet efficiënt genoeg aanvallen.
Insecta
• Twee vleugelingen: vliegen, muggen, luizen en vlooien.
• Volledige metamorfose (popstadium)
• Uitzondering van de luizen onvolledige metamorfose
• Mycologie; rijk der funghi paddenstoelen, schimmels en gisten
• Celkern
• Gisten zijn eencellig
• Voortplanting geslachtelijk en ongeslachtelijk
• Oppervlakkige infectie, verminderde weerstand en toxinen
Eukaryoot (= Eukaryoten zijn Autotroof (= Celwand
alle organismen waarvan Autotroof betekent
iedere cel een celkern bevat) “zelfvoedend”)
Bacterie Nee Ja/nee Mucopeptide
Plant Ja Ja Cellulose
Dier Ja Nee Ontbreekt
Schimmel ja Nee Chitine
Aflatoxines = zorgen voor aantasting van de lever, zijn kankerverwekkend en kan leiden tot een
afwijkend embryo.
Bacteriën
• Meest voorkomende micro organisme
• Merendeel niet pathogeen (ziekteverwekkend)
• Toxine pathogenen: endo- en exotoxine
Endotoxine = Endotoxinen zijn een onderdeel van de buitenmembraan van Gram-negatieve
bacteriën en zogenaamde cyanobacteriën of blauwalgen. Endotoxinen komen vrij bij het afsterven
van deze organismen.
Exotoxine = Dit zijn giftige eiwitten die uitgescheiden worden door bepaalde bacteriën.
Bacteriën kunnen zorgen voor verandering in het genetisch materiaal dmv:
Transductie conjungatie (=Genetische transductie is het overdragen door virussen van genen
van de ene naar de andere bacterie zonder direct contact tussen de bacteriën zelf.)
transfer naakt dna uit omgeving,
mutaties
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur fabiennevanheumen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,29. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.