Uitwerking 'Geschiedenis inZicht' voor de KBT WO - GS
Tout pour ce livre (14)
École, étude et sujet
Hogeschool InHolland (InHolland)
Leraar Basisonderwijs PABO
Basiskennis geschiedenis
Tous les documents sur ce sujet (12)
1
vérifier
Par: wendelavanhaeften • 8 mois de cela
Vendeur
S'abonner
puckvanderplaat
Avis reçus
Aperçu du contenu
Geschiedenis InZicht
Hoofdstuk 1: De tijd van jagers en boeren (tot 3000 voor Christus)
Kenmerkende aspecten
1. Levenswijze van jager-verzamelaars
2. Ontstaan van landbouw en landbouwsamenleving
3. Ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen
Jaartallen
250.000 v. Chr.: Jagers-verzamelaard laten sporen na bij Maastricht
14000-8500 v. Chr.: Rendierjagers
8000 v Chr.: Einde laatste IJstijd
5300-4900 v Chr.: Eerste boeren in de Lage Landen (bandkeramiekers)
3400-2500 v Chr.: Hunebedbouwers (trechterbekercultuur)
2100 v Chr.: Einde steentijd (in de Lage Landen)
2100-700 v Chr.: Gebruik brons (in de Lage Landen)
700-50 v Chr.: Gebruik ijzer (in de Lage Landen)
50 v Chr.: Romeinen veroveren Gallië
De eerste mensen: jagers en verzamelaars
Circa twee miljoen jaar geleden leerde een van de eerste soorten mensen rechtop lopen. Dit was de homo
erectus. Zijn beenderen waren dikker dan die van zijn voorgangers, en hij had geen kin. De homo erectus was de
eerste menssoort die Afrika verliet en zich verspreidde over de aarde.
Uit de homo erectus ontstond tussen tweehonderdduizend en honderdduizend jaar geleden de huidige mens: de
homo sapiens, de denkende mens. De homo sapiens wordt zo genoemd omdat hij een veel grotere schedel- en
hersenomvang had dan zijn voorgangers.
Zo'n veertigduizend jaar geleden verscheen de homo sapiens in het huidige Europa. Dit was de cro-
magnonmens, vernoemd naar de plaats in Frankrijk waar zijn overblijfselen werden gevonden.
Zo'n tien- tot achtduizend jaar geleden begon de temperatuur op aarde te stijgen. De temperatuurstijging zorgde
voor een stijging van de zeespiegel die op sommige plaatsen meer dan honderd meter bedroeg. Diverse
diersoorten stierven daardoor uit of trokken naar andere gebieden.
De eerste nomadische en sedentaire samenlevingen
De oudste sporen van akkerbouw stammen uit ongeveer 9000 voor Christus en de eerste sporen van veeteelt uit
7500 voor Christus. De overgang van jagen en verzamelen naar landbouw wordt wel de agrarische revolutie
genoemd, maar je kunt beter spreken van een evolutie: een geleidelijke aanpassing aan de omstandigheden.
Deze ontwikkeling vond plaats in de Jonge Steentijd: het Neolithicum. Dit proces heet ook wel de neolithische
revolutie.
De bandkeramiekers waren de eerste mensen die in Nederland landbouw bedreven. De bandkeramiekers
vestigden zich omstreeks 5300 voor Christus in wat nu Zuid-Limburg is. Ze stichten er dorpjes omringd door
akkers. De sedentaire samenleving werd anders georganiseerd dan het leven in de nomadische stammen.
Ruim duizend jaar later vestigden zich mensen steeds vaker op andere plaatsen in het huidige Nederland.
De prehistorische stammen in de Lage Landen hadden onderling contact.
Hunebedbouwers
In de Middeleeuwen dacht men dat de grote stenen hunebedden bestemd waren als slaapplaats voor reuzen, die
in deze periode ook wel 'hunnen' werden genoemd. Archeologisch onderzoek heeft inmiddels uitgewezen dat
hunebedden graven zijn van belangrijke stamleden. De makers van hunebedden worden hunebedbouwers
genoemd en leefden in hogere gebieden. De hunebedbouwers leefden van 3400 tot 2850 voor Christus in een
gebied dat voor het grootste gedeelte binnen de huidige provincie Drenthe valt. De hunebedbouwers worden ook
,wel Trechterbekervolk genoemd. Deze naam is ontleend aan de potten in de vorm van een trechter die in en bij
de hunebedden werden gevonden.
Vanaf 2850 voor Christus verdween de cultuur van de hunebedbouwers en kwam de Enkelgrafcultuur op. De
stammen die hiertoe behoorde woonden tot ongeveer 2400 voor Christus in een gebied van Scandinavië tot aan
Noord-Nederland.
De hunebedbouwers woonden in boerderijen aan de rand van een open bos, op de zandgronden van Drenthe.
Een dorp bestond ongeveer uit drie huizen, waarin circa twintig mensen per huis woonden. Rondom de huizen
lagen akkers, waar vooral de vrouwen het land bewerkten. De hunebedbouwers hielden ook vee.
Cultuur en religie van jagers en verzamelaars en boeren
Cultuur ontstaat wanneer de mens ingrijpt in de natuur. Een voorbeeld hiervan zijn de prehistorische
grotschilderingen. Naast schilderingen maakten zij ook beeldjes die waarschijnlijk goden voorstelden en bezield
waren.
Archeologen moeten de gevonden voorwerpen door middel van verschillende methodieken dateren en nagaan
welke functie ze hadden.
Om de leefwijze van prehistorische mensen te verklaren worden ook gegevens bestudeerd uit onderzoeken naar
volken die op vergelijkbare wijze leven of leefden.
,Hoofdstuk 2: De tijd van Grieken en Romeinen (3000 voor Christus-500)
Kenmerkende aspecten
4. Ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse
stadstaat.
5. Groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde
6. Klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur
7. Confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van Noordwest-Europa
8. Ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheïstische godsdiensten
Jaartallen
776 v Chr.: Eerste Olympische Spelen
750-300 v Chr.: Griekse cultuur
500 v Chr-476: Romeinse Rijk
58 v Chr.: Romeinen komen naar de Lage Landen (huidig Nederland)
27 v Chr.: Augustus wordt de eerste Romeinse keizer
1 n Chr.: Geboorte van Jezus Christus
313: Constantijn de Grote geeft christenen in het Romeinse Rijk godsdienstvrijheid
381: Christendom wordt staatsgodsdienst
391: Christendom is in het Romeinse Rijk enig toegestane godsdienst
400-500: Grote volksverhuizing
De Griekse stadstaat
Veel Grieken woonden in de periode 750-300 voor Christus in steden. De burgers van deze steden, die
stadsstaten werden genoemd, bestuurden zichzelf. De belangrijkste stadsstaat was Athene.
De Griekse filosofen dachten – als eerste in de westerse geschiedenis – systematisch na over het ontstaan van de
aarde, de ware liefde, de relatie tussen ziel en lichaam en de beste politieke staatsvorm. Bekende filosofen zijn
Pythagoras, Socrates, Plato en Aristoteles.
Het leven in een stadstaat met veel aandacht voor kunst en cultuur was mogelijk omdat er slaven waren. De
arbeidskrachten kregen voor hun inspanningen te eten en onderdak.
Militairen beschermden de stadstaat tegen vijanden. Dit lukte lange tijd, tot de Romeinen in de tweede eeuw
voor Christus Athene en de rest van Griekenland veroverden.
De Romeinse Republiek en het Romeinse Rijk
Rome was vanaf circa 510 voor Christus de hoofdstad van het Romeinse Rijk en telde in het jaar 100 ruim één
miljoen inwoners.
Het Romeinse Rijk was een republiek, die werd bestuurd door de senaat van honderd tot negenhonderd rijke
Romeinse mannen. De Republiek was gefundeerd op twee pijlers. De eerste pijler werd gevormd door de
slaven, die naar schatting 25 procent van de inwoners van het Romeinse Rijk vormden. De tweede pijler was die
van het leger. Soldaten zorgden ervoor dat de Republiek beschermd werd tegen vijandige aanvallen en zich kon
uitbreiden. De kern van het Romeinse leger werd gevormd door de legioenen. Een legioen bestond uit circa
vijfduizend soldaten en beschikte over ongeveer zestig stukken geschut: een soort katapulten waarmee pijlen of
stenen konden worden afgeschoten.
De Romeinse Republiek breidde zich uit rondom de Middellandse Zee, die de Romeinen Mare Nostrum
noemden. De overzeese gebieden werden koloniën genoemd. De Romeinen streefden ernaar hun imperium te
beschermen met zo veel mogelijk natuurlijke grenzen. De andere grenzen werden bewaakt door soldaten.
De macht van het leger was zo groot dat de sterkste legerleider tevens de belangrijkste man in de Republiek was
-> Julius Caesar. Julius Caeser was machtig en populair. Er gingen stemmen op in Rome om hem nog meer
macht te geven dan hij al had. De leden van de Republikeinse senaat waren echter officieel de baas. De
machtspositie van Julius Caesar leidde tot een burgeroorlog, waarbij de legerleider in 44 voor Christus werd
gedood. Uit deze machtsstrijd kwam in 27 voor Christus de door Caesar geadopteerde Augustus als winnaar
tevoorschijn.
,Ontwikkeling Romeinse godsdienst en christendom
Naast de keizerverering kenden de Romeinen verschillende goden. Er was sprake van polytheïsme
(veelgodendom). Ook deze goden werden in tempels tijdens rituelen door priesters en gelovigen vereerd.
Tijdens het bewind van Augustus heerste in het Romeinse Rijk vrede, de Pax Romana.
Tijdens het bewind van Augustus werd Jezus van Nazareth geboren. Hij kreeg door zijn optreden en
verkondiging van liefde en vrede veel aanhang. Jezus verkondigde de zoon van God te zijn en kreeg de naam
Christus.
Er ontstond een paradoxale situatie in het Rijk. Keizer Augustus liet zich als mens vereren als god, terwijl
christenen beweerden dat God in Jezus Christus mens geworden was.
De christenen onttrokken zich aan de verering van de Romeinse goden, namen afstand van de keizercultus en
weigerden dienst te doen in het leger, omdat dat haaks stond op Jezus' boodschap van liefde en vrede. Dit leidde
tot vervolgingen en martelingen, vooral door Nero, die een waar terreurbewind in Rome voerde.
De positie van het christendom veranderde onder keizer Constantijn de Grote (306-337) spectaculair. Hij besloot
christenen na een gewonnen veldslag in 313 godsdienstvrijheid te verlenen.
De rol van het christendom veranderde onder keizer Theodosius de grote nog een keer ingrijpend. In 381
verklaarde hij dat het katholieke christendom dat het geloof in de drie-eenheid van God beleed de enige zuivere
en door de staat erkende godsdienst was. Het christendom werd staatsgodsdienst.
De Romeinse cultuur en romanisering
De inrichting van de Romeinse cultuur was vooral gebaseerd op het principe van praktische bruikbaarheid. Zo
kende de Romeinse stad een standaardplattegrond met Rome als voorbeeld.
Een stad mocht pas zo worden genoemd wanneer deze stadsrechten had verkregen.
In het Romeinse Rijk werden duizenden stenen wegen aangelegd, die allemaal naar Rome leidden. De
Romeinen maakten ook gebruik van waterwegen. De Rijn, die dwars door het noordelijke gedeelte van het
Romeinse Rijk liep, werd druk bevaren.
De Romeinen waren allereerst boeren. Ze leefden van veeteelt, akker- en tuinbouw. Boeren leverden hun
producten aan dorpen en steden. Om handel te vergemakkelijken, gebruikten de Romeinen munten. Deze
vertegenwoordigen een bepaalde waarde.
Het Latijnse schrift, de manier van bouwen, Romeinse wetten, militaire tactieken en bijvoorbeeld het gebruik
van glas werden overgenomen door de elite van de overwonnen volken. Dit proces van overnemen van
Romeinse gewoonten en producten heet romanisering. De overwinnen volken waren verplicht om belasting te
betalen en soldaten te leveren.
De Romeinen in de Lage Landen
In 58 voor Christus veroverde Julius Caesar met zijn Romeinse legioenen het zuidelijke deel van de Lage
Landen. Hij deed dit om als legerleider eeuwige roem te verwerven en de noordelijke grens van het Romeinse
Rijk definitief te maken en veilig te stellen. Hij gebruikte hiervoor twee tactieken. Ten eerste waren dit militaire
acties. Caesar zette naar eigen zeggen honderdduizend soldaten in. Ten tweede hanteerde hij de strategie van
verdeel en heers.
De volken die net buiten het Romeinse Rijk woorden, zoals de Bataven en Cananefaten, handelden met de
Romeinen. Zij werden bondgenoten van de Romeinen. Ze hoefden, in tegenstelling tot de meeste andere
overwonnen volken, geen belasting te betalen en kenden een vorm van zelfbestuur. Wel leverden ze soldaten
aan het Romeinse leger, die het Romeins burgerrecht konden verkrijgen voor zichzelf en hun familie.
Keizer Augustus wilde ook het noordelijke gedeelte van de Lage Landen veroveren. Het Romeinse leger slaagde
erin om de Friezen te onderwerpen. Tot 47 na Christus heerste de Romeinen over de Friezen, die geregeld in
opstand kwamen.
In 70 na Christus kwamen de Bataven in opstand onder leiding van Julius Civilis. De opstand werd gesteund
door de Canafaten en de Friezen. Vanaf 250 na Christus raakten de Romeinen de controle over hun limes kwijt
,en wisten Germaanse stammen steeds vaker en met wisselend succes het Romeinse Rijk vinnen te drinken. Dit
betekende het einde van de Pax Romana.
De Germaanse volkeren waren agrariërs. Een groep grondbezitters bezat de macht e de rest van de bevolking
bestond uit een soort slaven. In tegenstelling tot slaven bezaten zij echter de vrijheid om elders werk te zoeken.
De bovenlaag van de Germaanse samenleving onderhield contact met de Romeinen. Een bondgenootschap
leverde soms vrijstelling van belasting op en ontheffing van de plicht om soldaten te leveren.
Bodemvondsten van munten, sieraden, glas en bronzen beeldjes in het huidige Friesland tonen aan dat de
Romeinen ook contact hadden met volken die verder weg van hun limes woonden. Zij ruilden sieraden en
gebruiksvoorwerpen tegen vee en landbouwproducten.
Vanaf ongeveer 275 na Christus kwam er door invallen van Germaanse stammen in fasen een eind aan de
Romeinse limes. 406 na Christus wordt gezien als het jaar dat de Romeinse overheersing van een groot deel van
de lage Landen werd beëindigd. De Romeinse soldaten werden teruggeroepen naar Rome om de stad te
verdedigen tegen aanvallen van Vandalen en Goten, die door volksverhuizingen als gevolg van hongersnood op
drift waren geraakt.
In de Lage Landen was een nieuw volk de baas geworden: de Franken. In 476 wisten de Goten Rome in te
nemen. Dit betekende het einde van het westelijke deel van het Romeinse Rijk. Het Oost-Romeinse Rijk bleef
bestaan tot 1453.
, Hoofdstuk 3: De tijd van monniken en ridders (500-1000)
Kenmerkende aspecten
9. Ontstaan en verspreiding van de islam.
10. Vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een
zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid.
11. Ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur.
12. Verspreiding van het christendom in geheel Europa.
Jaartallen
476: Einde West-Romeinse Rijk
Ca. 500: Clovis eerste christelijke koning van de Franken
610: Ontstaan islam in Mekka
632: Dood Mohammed
689: Komst Wilibrord bij de Friezen
Ca. 600-700: Islamitische legers veroveren het Midden-Oosten, Perzië, Noord-Afrika en Spanje
754: Bonifatius vermoord
800-1000: Invallen van Vikingen
800: Karel de Grote door de paus tot keizer gekroond
843: Frankische Rijk verdeeld in drie rijken; Verdrag van Verdun
925: Lage Landen behoren grotendeels tot het Duitse Rijk.
Leen- en hofstelsel
Toen de overheersing van Europa door de Romeinen stopte, kwam er een einde aan de veiligheid en het
onderhoud van steden en wegen, verdween veel van de Romeinse cultuur en hield de geldeconomie grotendeels
op te bestaan. Er ontstonden kleinere gemeenschappen van boeren, die zelf moesten voorzien in alle middelen
van bestaan. Omdat bijna iedereen op het land werkte en van het land leefde en de grote steden grotendeels
verdwenen, was er sprake van een agrarische samenleving.
De macht van de koning in de middeleeuwen was vrijwel onbeperkt en hij was bovenal militair bevelhebber en
dus aanvoerder van het leger. Daarnaast was de koning de hoogste rechter van het land en had hij een
belangrijke religieuze rol.
Leenstelsel -> de koning besteedde het bestuur over een bepaald gebied uit aan een leenman. Omdat het betalen
van salaris niet gebruikelijk was, kregen de leenmannen dit gebied in hun beheer, waarmee de koning ze
voorzag van bescherming en onderhoud. Het leenstelsel werd ook wel het feodaal stelsel genoemd.
Onder het beheer van het gebied vielen het beschermen tegen vijanden, de rechtspraak en het innen van
belasting. Van die belasting moest een deel weer afgestaan worden aan de koning. De leenman moest
desgewenst de koning advies geven en wanneer hij werd opgeroepen verschijnen met een leger.
Omdat de gebieden voor deze leenmannen vaak te groot waren om alleen te beheersen, deelden zij deze op in
kleinere delen, die zij zelf weer in leen gaven aan andere edelen.
Vorsten probeerden hun leenmannen onder controle te houden. Zo stelde keizer Karel de Grote speciale
ambtenaren aan om zijn vazallen te controleren: zendgraven.
Nadat het Romeinse bestuur en leger waren verdwenen, bepaalden lokale heersers hoe de regio bestuurd werd.
In deze onzekere situatie kozen veel boeren ervoor om zich aan een landheer te verbinden. Zij konden dan bij
gevaar bescherming zoeken binnen de verstevigde woning van de landheer. Tevens voorzag de landheer ze van
een stuk grond dat de boeren mochten bewerken. In ruil voor de bescherming en levensvoorziening moesten de
boeren een deel van de opbrengst van hun land aan de landheer afstaan.
Net als het hofstelsel is het leenstelsel een wederkerig systeem (iets geven en iets krijgen). Een belangrijk
verschil is dat het leenstelsel alleen toegankelijk was voor de Europese adel, dus voor de elite.
De macht werd in het leenstelsel naar beneden toe verdeeld, terwijl voorraden en militaire dienst hun weg
omhoog vonden.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur puckvanderplaat. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.