Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting economie €2,99
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting economie

 72 vues  1 fois vendu

Samenvatting economie eerste examenperiode.

Aperçu 6 sur 25  pages

  • 2 juillet 2016
  • 25
  • 2015/2016
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (1)
avatar-seller
simongielen
Samenvatting economie



Hoofdstuk 1

Behoeften:
Het verlangen om een tekort te bevredigen.

Primaire behoeften:
Levensnoodzakelijke behoeften (bv. eten, kleding, huisvestiging)

Secundaire behoeften:
Sociale behoeften zoals onderwijs, cultuur, sport, veiligheid en
intrastructuur.

Tertiaire behoeften:
Luxebehoeften (bv. verre reizen)

Schaarse (= economische) middelen:
Goederen of diensten (G&D) die maar in beperkte mate beschikbaar zijn, en
gebruikt worden door de consument om zijn behoeften te bevredigen.
Schaarse middelen hebben ook altijd een prijs.

Indeling:

 Schaarse/economische goederen:
1. Investeringsgoederen:
- Vlottende investeringsgoederen
- Kapitaalgoederen
2. Consumptiegoederen:
- Verbruiksgoederen
- Gebruiksgoederen

Vrije goederen:
Goederen die in de natuur overvloedig aanwezig zijn, de volledige behoefte
aan dergelijke goederen kan worden bevredigd. (bv. lucht)

,Opportuniteitskost (= alternatieve kosten):
Alles wat men opgeeft om een bepaald product te verkrijgen. (bv. geld wat
met had kunnen verdienen tijdens studies)

Consumptie:
Het verbruik van goederen en diensten door de consumenten of gezinnen.

Productie:
Het tot stand brengen van goederen en diensten door gebruik te maken van
productiefactoren, deze kunnen we opdelen in 3 groepen: arbeid, kapitaal en
natuur.

Ceteris paribus-clausule:
Geen beïnvloeding van andere factoren.

Micro-economie:
Het gedrag van de consumenten wordt afzonderlijk bestudeerd.

Macro-economie:
De economie van een land wordt bestudeerd.

Economische systemen:

1. Liberalisme of vrije markteconomie:
Libre (= vrij), dit economisch systeem wordt ook wel de vraaggerichte
economie genoemd. Er is geen overheidsinbreng, de producenten kiezen
zelf wat zij produceren maar worden wel sterk beïnvloed door de
consumenten. Bottom-up economie: Consument (onderste van de
piramide) -> verkoper -> groothandel -> producent (bovenste van de
piramide).

2. Communisme of planeconomie:
Ook wel de aanbodgerichte economie genoemd, de consument heeft geen
directe invloed op het proces. De overheid staat bovenaan, alleen de staat
heeft het recht op het verstrekken van goederen en diensten. Top-down
economie: bovenaan de piramide staan enkele mensen die de economie
bepalen, gepropageerd naar beneden tot het laagste niveau (de
consument).

, 3. Gemengde economie:
Een combinatie van de 2 voorgaande economische systemen, zowel
private als openbare ondernemingen komen erin voor.


Hoofdstuk 2

Nut:
De voldoening die gehaald wordt uit de consumptie van een bepaalde
hoeveelheid van een willekeurig goed.

Totaal nut:
Totale voldoening die de consument haalt uit het gebruik van een bepaalde
hoeveelheid van een goed (altijd stijgend).

Marginaal nut:
Ook wel het grensnut genoemd, het nut wat extra toegevoegd word.

Indifferentiecurve:
Ook wel iso-nutcurve genoemd, een grafiek die verschillende combinaties
van goederen laat zien, die gemeten als een kwantiteit elk een gelijke mate
van voldoening aan een consument schenken. Punten op een
indifferentiecurve die aan de rechter kant ligt hebben een hoger nut, punten
op een indifferentiecurve die aan de linker kant ligt hebben een lager nut. De
verzameling van indifferentiecurves die preferenties (= voorkeuren) van een
persoon weergeeft noemen we een indifferentiekaart.

,Eerste wet van Gossen:
Ook wel wet van het afnemend grensnut genoemd, onderzoek van de
verhouding van het algemene nut van een consument, gespecifieerd in
goederen en diensten waarin hij geïntresseerd is, en de verhouding tot het
marginale nut en het grensnut dat de consument hierbij heeft.

Budgetvergelijking (algebraïsch):
Alle combinaties van 2 producten die je maximaal met een gegeven budget
en gegeven prijs van de producten kunt kopen.
Y = Px x Qx + Py x Qy
Y = inkomen
P = prijs
Q = hoeveelheid

Budgetlijn (grafisch):
Ook wel de ‘lijn der mogelijkheden’ genoemd, geeft de combinaties van 2
goederen weer die de consument met een bepaald budget kan kopen,
rekening houdend met de prijzen van de goederen. Combinaties onder de
budgetlijn -> niet heel het budget wordt gebruikt, combinaties op de
budgetlijn -> heel het budget wordt gebruikt, combinaties boven de
budgetlijn -> niet haalbaar met het gegeven budget. De budgetlijn is de
grafische weergave van een budgetvergelijking.




Budgetverandering:
De budgetlijn kan veranderen door een inkomens- of prijsverandering.
Wanneer het nominaal inkomen verhoogt en de prijzen blijven constant,
verschuift de budgetlijn naar rechts, in het omgekeerde geval verschuift de
budgetlijn naar links.

,Wanneer de prijs van 1 van de goederen daalt en het inkomen blijft
hetzelfde, zal de budgetlijn kantelen waardoor de helling van de budgetlijn
wijzigt.

Optimale keuze van de consument:
De indifferentiecurve die zo ver mogelijk van de oorsprong ligt maar toch
nog haalbaar is met het gegeven budget. Het optimale punt ligt in het
raakpunt van de budgetlijn en de indifferentiecurve.

, De vraagcurve:
Weergave van welke hoeveelheden van een bepaald goed de consument
bereid is te kopen tegen een reeks van prijzen.

(Individuele vraagcurve)




Verschuiving naar links -> minder vraag.
Verschuiving naar rechts -> meer vraag.

Individuele vraagcurve:
Grafische weergave van de vraag van 1 persoon naar een product of dienst.

Collectieve vraagcurve (marktvraag):
De som van de individuele vraagcurven van alle persoon naar een product of
dienst.

Complementaire goederen:
Goederen die vaak samen geconsumeerd worden (voorbeelden: auto &
benzine, DVD & DVD-speler).

Substitutiegoederen:
Goederen die elkaar kunnen vervangen (voorbeelden: appelen & peren,
aardgas en elektriciteit).

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur simongielen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

53022 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€2,99  1x  vendu
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté