Samenvatting lymfestelsel en immuniteit – 1V: VZOM ZT3
1. Inleiding
- Uitwendige milieu bevat verschillende fysieke gevaren: chemische stoffen, extreme
warmte, straling, allerlei voorwerpen, werkomstandigheden, extreme sporten, …
- We zijn omringd door MO die, wanneer ze het lichaam binnendringen, ernstige
ziekten bij de mens kunnen veroorzaken.
- Daarom samenwerking tussen verschillende organen en stelsels
- Lymfestelsel speelt belangrijke rol in voortdurende strijd voor gezondheid
o Minst gekende orgaanstelsel, belang wordt vaak onderschat
1.1. Lymfestelsel
- Bestaat uit cellen, weefsels en organen die verantwoordelijk zijn voor de
verdediging van het lichaam
- Belangrijkste cellen zijn lymfocyten → nodig om weerstand te bieden aan infectie en
ziekte of om infectie en ziekte te overwinnen
2. Niet-specifieke afweer
- Vrij algemeen maar heel performant
- Anatomische barrières en verdedigingsmechanismen die binnendringen van MO
voorkomen, vertragen of aanvallen
o Intacte huid en slijmvliezen
▪ Huid, ademhalingsslijmvlies, traanvocht, commensale flora →
afweermechanismen tegen MO, er zijn maar een aantal MO die er
kunnen overleven
- Kenmerken
o Verdediging is tegen alle pathogenen gericht
o Verdediging is aangeboren, altijd aanwezig
- Specifieke afweer
o Lymfocyten: reageren specifiek → als een pathogeen toch in perifere
weefsels raakt, organiseren lymfocyten een verdediging tegen dat specifieke
MO (immuunreactie)
o Immuniteit: vermogen om weerstand te bieden aan infectie en ziekten d.m.v.
activatie van specifieke verdedigingsmechanismen
3. Lymfestelsel
Onderdelen: vaten – vloeistof – lymfocyten – lymfoïde weefsels en organen
3.1. Vaten
- Netwerk van lymfevaten
- 1 punt = start (perifere weefsels), 1 punt = einde (verbindingen met venen) → open
systeem
3.2. Vloeistof
- Lymfe stoomt door lymfevaten
- Lijkt op bloedplasma (bevat veel lagere concentratie opgeloste eiwitten)
3.3. Lymfocyten
- Gespecialiseerde cellen
- Verrichten een reeks specifieke functies bij de verdediging van het lichaam
Samenvatting lymfestelsel en immuniteit 1
, 3.4. Lymfoïde weefsels en organen
- Lymfefollikels: structuren die verzamelingen van los bindweefsel en lymfocyten
bevatten (bv. amandelen) → ongekapseld
- Lymfoïde organen: complexe structuren die grote aantallen lymfocyten bevatten en
die met lymfevaten zijn verbonden (bv. lymfeknopen, milt, thymus) → gekapseld
3.5. Functies van het lymfestelsel
- Productie, onderhoud en transport van lymfocyten
o Lymfocyten worden gevormd en opgeslagen in lymfoïde organen
o Lymfocyten reageren op:
▪ Binnendringende pathogenen (bacteriën)
▪ Afwijkend lichaamscellen (tumorcellen)
▪ Vreemde eiwitten (bacteriële toxinen)
- Terugkeer van vloeistoffen en opgeloste deeltjes van perifere weefsels naar bloed
o Brengt weefselvocht terug op peil, constant houden van de samenstelling
interstitiële vloeistof
o Stroomvolume: 3,6 L per dag
- Transport van hormonen, voedings- en afvalstoffen vanuit de plaats van opname in
de weefsels naar het bloed
o Transport van stoffen naar de venen (bv. transport van grote vetmoleculen –
chylvaten in darmvlokken)
3.6. Lymfevaten
- Vervoeren lymfe vanuit perifere weefsel naar het veneus stelsel
- Lymfecapillairen (kleinste lymfevaten) beginnen blind in perifere weefsels
o Met endotheel bekleed
o Geen basaalmembraan rond lymfecapillair → vloeistoffen, opgeloste stoffen,
virussen en celfragmenten kunnen lymfecapillair instromen
- Lymfecapillairen
o Endotheelcellen overlappen → voorkomt dat vocht terugstroomt in
intercellulaire ruimte
o Afvoer lymfevocht richting thorax
Samenvatting lymfestelsel en immuniteit 2