Effectieve samenvatting van het vak BIV-IB. Met alle broodnodige informatie voor het behalen van het mondeling. Daarnaast bevat de samenvatting diverse (in het rood aangegeven) handige ezelsbruggetjes!
SAMENVATTING BIV-IB
NYENRODE BUSINESS UNIVERSITEIT
DELANO TOLHUISEN
MASTER OF SCIENCE IN ACCOUNTANCY
Studiejaar 2022-2023
,Inhoudsopgave
1. Het belang van interne beheersing .............................................................................. 2
2. Standaardisatie ............................................................................................................... 4
2.1 College 2 – Boritz (Standaardisatie) ......................................................................... 4
2.2 College 2 – Tee et al. (Standaardisatie) .................................................................. 6
2.3 College 2 – Romney en Steinbart (Standaardisatie) .............................................. 8
2.4 College 2 – Aloini (Standaardisatie)........................................................................10
2.5 College 3 – Starreveld (Standaardisatie) ................................................................12
3. Configuraties ..................................................................................................................15
3.1 College 5 – Model van Ouchi (Configuraties) .......................................................15
3.2 College 5 – Merchant & Van der Stede (Configuraties) .......................................18
3.3 College 6 – Simons (Configuraties) .........................................................................21
3.4 College 6 – Kaplan & Norton, Balanced Scorecard (Configuraties) ...................23
3.5 College 7 – Schein (Configuraties) ..........................................................................25
3.6 College 7 – Hofstede Landencultuur (Configuraties) ............................................26
3.7 College 7 – Model van de concurrerende waarden (Configuraties) .................27
3.8 College 7 – De Heus en Stremmelaar (Configuraties) ...........................................29
4. Regulering .......................................................................................................................30
4.1 College 8 – COSO ICIF-model .................................................................................30
4.2 College 9 – Paape (Regulering) ..............................................................................34
4.3 College 9 – Heat map report (Regulering) .............................................................35
4.4 College 9 – Hermanson, Smith & Stephens (Regulering) .......................................36
4.5 College 10 – COSO ERM (Regulering) ....................................................................37
5. Complexiteit ...................................................................................................................39
5.1 College 11 – Karssing en Jeurissen (Complexiteit) .................................................39
5.2 College 11 – Jeurissen en Van de Ven (Complexiteit) ..........................................41
5.3 College 11 – Soorten ethiek (Complexiteit)............................................................42
5.4 College 12 – Fukuyama’s High trust and low trust society (Complexiteit) ...........43
5.5 College 12 – Martin (Complexiteit) .........................................................................44
5.6 College 12 – Kaptein (Complexiteit) .......................................................................45
5.7 College 14 – Configuraties van Bedford en Malmi (Complexiteit).......................47
5.8. College 15 – Laloux (Complexiteit) ........................................................................49
6. Omgaan met trends en ontwikkelingen ......................................................................51
1
,1. Het belang van interne beheersing
Interne beheersing is van belang voor:
• het voorkomen van fraude;
• informatievoorziening;
• grip te hebben op processen.
Het management wil graag goede, adequate en betrouwbare informatievoorziening
om beleid te kunnen bepalen. Er is in principe sprake van een agency-probleem dat
door interne beheersing deels wordt opgelost. Daarbij is de manager de agent en de
werknemer de principaal.
Het analyseren van een casus:
• wat is het ‘control’-probleem? Welk probleem zouden ze willen beheersen?
• wat zijn de risico’s?
• welke maatregelen moeten worden genomen om dit op te lossen?
Een organisatie heeft doelstellingen welke ze willen bereiken. Bij BIV-IB gaat het erom
welke beheersmaatregelen het management neemt om die doelstellingen te kunnen
realiseren. Door werkende beheersmaatregelen is het management meer ‘in control’.
‘In control’ zijn is een middel om de doelstellingen te bereiken.
Om de doelstellingen te realiseren dient de organisatie in control te zijn over de
informatie(systemen), processen en mensen. Dit zijn dan ook meteen de drie
‘knoppen’ waar het management aan kan draaien. De artikelen en modellen
ondersteunen hierbij.
Three lines model
Het three lines model houdt in dat het management primair verantwoordelijk is voor
haar eigen processen. Die is verdeeld in drie lijnen:
• de eerste lijn kan je zien als het operationele gedeelte. Langs die lijn worden
producten en diensten aan de klanten geleverd. Het management dient
hierbij in risico’s te denken;
• de andere lijn betreft de ondersteuningslijn om die eerste lijn aan te vullen. Denk
daarbij aan expertise, ondersteuning, monitoring en een kritische blik bij risico
gerelateerde zaken;
• de derde lijn betreft de onafhankelijke assurance (de interne audit). Denk
daarbij aan de onafhankelijke objectieve assurance en adviezen over alle
zaken met betrekking tot het realiseren van de doelstellingen. De interne audit
kan ook opdrachten opgelegd krijgen vanuit het bestuursorgaan, zoals de
Raad van Commissarissen.
Vier fasen van ontwikkeling
BIV-IB is opgebouwd vanuit vier fasen vanuit de ontwikkeling van het vak:
• standaardisatie: dit betreft de traditionele benadering, zoals het model van
Starreveld. De nadruk ligt op betrouwbare financiële rapportages en fraude;
2
, • configuraties: dit betreft de opkomst van de mix van maatregelen en de
gedragskant van het vak. Er is sprake van een opkomst van controls en
empowerment;
• regulering: dit is vooral vanuit de grotere nadruk op governance, denk aan
risicomanagement en COSO. De control-omgeving wordt belangrijk met
bijvoorbeeld ‘tone at the top’, integriteitsklimaat etc.;
• complexiteit: de uitdagingen op het gebied van internal control/interne
beheersing in onze hedendaagse maatschappij en de uitdagingen voor
organisaties hierbinnen.
Handige vragen voor het tentamen
Tips om een artikel aan te pakken:
• begin met wat het ‘control’-probleem is. Waarom heeft de schrijver het artikel
geschreven?;
• waarom is juist dit artikel relevant voor deze casus?
• wat zijn de concrete maatregelen of oplossingen die de auteurs geven om het
probleem op te lossen?
• wie zijn de belangrijkste spelers? Wie zijn er betrokken bij deze maatregelen en
welke rollen speelt ieder?
• welke verbanden, overeenkomsten of juist verschillen met eerder behandelde
literatuur zie je?
• geef je eigen mening: waarom werken de concrete maatregelen of
oplossingen in de praktijk niet?
De kwaliteit van informatie is van belang. Informatie kan relevant zijn, maar dan moet
de kwaliteit ook goed zijn.
100% informatie-integriteit bestaat niet, door:
• menselijke fouten;
• systemen kunnen vertraagd werken;
• er hoeft geen 100% informatie-integriteit te zijn, want afhankelijk van het doel
en de stakeholder is de gewenste mate verschillend.
3
,2. Standaardisatie
2.1 College 2 – Boritz (Standaardisatie)
Informatie moet een getrouwe weergave geven van de werkelijkheid van het object
welke door de informatie wordt weergegeven.
In het onderstaand model ban Boritz is te zien dat informatiekwaliteit bestaat uit:
• relevantie;
• betrouwbaarheid;
• bruikbaarheid.
Daarnaast is in het midden ‘informatie-integriteit’ te zien. Informatie-integriteit geeft
een getrouwe weergave van de werkelijkheid. Het is de kern van informatiekwaliteit.
Volgens Boritz is volledig getrouwe weergave niet realistisch. Dit komt namelijk onder
andere door:
• beperkingen en grenzen aan de informatieverwerkende systemen en
processen (en de betrokkenheid van mensen);
• vertraging in de verwerking;
• het niet altijd beschikken over de actuele situatie.
De toleranties verschillen per stakeholder/groep van stakeholders, industrie etc. Er zijn
bijvoorbeeld andere toleranties voor het verwerken van pinbetalingen door een bank,
dan voor het verwerken van ontvangen betalingen door een debiteur voor een
handelsbedrijf.
De kern is dat informatie-integriteit van groot belang is en dat die daarom een
getrouwe weergave moet geven. Boritz heeft hiervoor een aantal kenmerken en
enablers geformuleerd. Dit betreffen minimumcriteria waaraan moet worden voldaan
wil er sprake zijn van informatie die een getrouwe weergave van de werkelijkheid
geeft. De genoemde ‘enablers’ helpen bij de totstandkoming van deze informatie.
4
,Dit betreffen de volgende vier core attributes en zeven enablers:
De kenmerken (core attributes) zijn dus de minimum criteria waaraan moet worden
voldaan, wil er sprake zijn van informatie die een getrouwe weergave van de
werkelijkheid geeft:
• tijdigheid: komt informatie op tijd binnen en wordt het op tijd verwerkt, zodat
de juiste besluiten gemaakt kunnen worden?
• volledigheid: wordt alles verantwoord wat verantwoord moet worden? Zowel
op basis van het eigen beleid als de interactie met het maatschappelijk
verkeer;
• validiteit: komt de informatie van iemand die bevoegd is om de informatie te
verstrekken? Past die informatie binnen de beleidsregels, zoals afgesproken?;
• juistheid: het moet een zo goed mogelijke weergave geven van de
werkelijkheid.
Ezelsbruggetje TVVJ: TV van jou
De enablers helpen vervolgens bij de totstandkoming van deze informatie, dus om
invulling te geven aan de kwaliteit:
• consistentie: er moeten steeds dezelfde normen, filters etc. worden gebruikt;
• begrijpelijkheid: voor de gebruikers van de informatie moet het begrijpelijk zijn.
Daardoor is het makkelijker aan te geven of informatie integer is;
• verifieerbaarheid: als dezelfde informatie nog eens opgesteld wordt, dan moet
op dezelfde conclusie worden uitgekomen;
• beveiliging: er moet sprake zijn van autorisaties in het systeem. Hoe weet je dat
transacties goedgekeurd zijn en dat informatie in het systeem op een juiste
manier is bewerkt en beveiligd is?
• voorspelbaarheid: hoe meer data, hoe meer statistische informatie. Daardoor
is het makkelijker aan te geven of informatie integer is;
• assurance: dit gaat in op de manier hoe je ervoor zorgt dat er periodiek
gecontroleerd wordt dat het daadwerkelijk klopt, bijvoorbeeld door een
inventarisatie of een steekproef;
• toegankelijkheid: komt de informatie op tijd uit het systeem?
Ezelsbruggetje: CBVBVAT: Chinese B.V. betaalt VAT
5
, 2.2 College 2 – Tee et al. (Standaardisatie)
Deze onderzoekers geven randvoorwaarden voor de kwaliteit van data. Dit omdat
veel informatiesystemen substantiële fouten bevatten. Het is dus gericht op de
kwaliteit van data.
Hij heeft drie kernfactoren beschreven die de kwaliteit van data beïnvloeden:
• management commitment aan datakwaliteit: hierbij gaat het om het
toekennen van extrinsieke beloningen en de aanwezigheid van een ‘data
champion’, zoals een data-afdeling binnen een bedrijf;
• strategisch belang: data moet kwalitatief goed zijn, om de strategie te kunnen
bepalen en uit te voeren. Hierbij gaat het om de afnemers en concurrentie;
• belang voor producten en service: de behoefte aan gegevenskwaliteit ter
ondersteuning van activiteiten en klantendiensten. Het draait om de noodzaak
om te voldoen aan wettelijke vereisten, financieringsovereenkomsten en
overheidsprioriteiten.
Het ontbreken van kwalitatief goede data kunnen volgens de onderzoekers resulteren
in inefficiënties en het nemen van verkeerde beslissingen binnen de organisatie. Om
de kwaliteit van data vast te stellen zijn er verschillende modellen geformaliseerd.
Veelgebruikte factoren binnen deze modellen zijn betrouwbaarheid, nauwkeurigheid,
relevantie, tijdigheid en volledigheid. Tee et al. stellen dat de kwaliteit van data
voornamelijk wordt beïnvloed door de nauwkeurigheid, relevantie en tijdigheid van
data.
Het doel van hun onderzoek betreft het identificeren van factoren welke bijdragen
aan de verbetering van de kwaliteit van data binnen een organisatie. Zij benoemen
de volgende zeven factoren welke uit hun onderzoek significant zijn gebleken en van
mogelijke invloed kunnen zijn. Deze factoren zijn te koppelen aan de
bovengenoemde drie kernfactoren:
• wet- en regelgeving: de middels wet- en regelgeving gestelde eisen omtrent
de kwaliteit van data;
• concurrenten: de bruikbaarheid van data om concurrenten voor te blijven;
• beloningen: beloningen gerelateerd aan de kwaliteit van data;
• afnemers: de invloed van data op afnemers;
• management: de inzet van het management;
• informatiesystemen: de mogelijkheden van informatiesystemen binnen de
onderneming;
• data champion: de aanwezigheid van medewerkers welke het belang van
kwalitatief goede data inzien en hier actief mee bezig zijn binnen de
onderneming (data champion).
Ezelsbruggetje: WCBAMID: WC-bami van vitamine D
6
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur MisterLano. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.
