In deze samenvatting beschrijf ik de stof die geleerd moet worden voor het tentamen Nederlands in de bovenbouw, dat in PABO 2 gehaald moet worden. hier bespreek ik de begrippen uit het boek, met voorbeelden en foto's. de volgende hoofdstukken moeten geleerd worden en komen aan bod:
Portaal
4.1, ...
Semantisch niveau: betekenis
-> Het geinige bierblikje maakte een onverwacht sprongetje.
Pragmatisch niveau: gebruik
-> Voorzitter, doe nu eindelijk eens normaal man.
Orthografisch niveau: spelling
-> Alle fouten zijn verbetert
Denkstrategie Uitwerking Voorbeeld
, Analyseren Woord opdelen in losse On-stabiel
elementen
Relateren Verbanden leggen tussen Omdat het 9 graden vroor, werd de voetbalwedstrijd
taalelementen afgelast.
Vergelijken Zoeken naar Amalia als voornaam klinkt wel erg voornaam.
overeenkomsten en Je moet wel moed hebben.
verschillen.
Classificeren Woorden indelen in Aangebrande is net zo’n woord als rode.
bepaalde categorieën
(analyseren X vergelijken).
Generaliseren Taalregel over hoe taal Tegen volwassenen moet je altijd u zeggen.
werkt in z’n algemeenheid.
Herordenen Woorden en zinnen vanuit Hoe moe moeder moest zijn, heb ik pas later beseft.
een ander gezichtspunt
bekijken en informatie
opnieuw ordenen.
Soorten vragen:
Controlevragen
-> Wat betekent: “De appel valt niet ver van de boom?”
Reproductievragen
-> Hoe heet de koning van België?
Oplossingsgerichte vragen
-> Hoe zouden we Sinterklaas kunnen bereiken?
Meningsvragen
-> Wat vind jij van de dierenbescherming?
Diagnostische vragen
-> Hoe los jij die som op?
Evaluatievragen
-> Waarom vond jij dat verhaal mooi?
Gesloten vragen
- Ja-neevragen
- Meerkeuzevragen
- Definitievragen
Open vragen
- Convergente vragen
o Doen een beroep op aanwezige kennis en inzichten;
, o Vereisen vaardigheden als analyse en integratie van gegevens;
o Wekken interesse en zetten aan tot denken
o Voorspelbaar antwoord, goed of fout
- Divergente vragen
o Creatief denken en zelf formuleren;
o Antwoord is niet voorspelbaar;
o Meer goede antwoorden mogelijk.
- Evaluerende vragen
o Betrekking op beoordelen, keuzes maken, voorkeur uitspreken;
o Antwoord is niet voorspelbaar;
o Antwoorden niet te beoordelen als goed of fout.
3b’s van goed taalaanbod:
B1: betrokkenheid
B2: begrijpelijkheid (combinatie auditief en visueel)
B3: iets boven niveau (zone van naaste ontwikkeling)
Parafraseer: zeg hetzelfde (nog eens) in andere woorden
Topicaliseer: zet het belangrijkste woord vooraan de zin.
Ervaringscontext: laat kinderen zien, ruiken, proeven, voelen, bewegen.
We kennen vijf feedbackstrategieën:
• Verbeterd herhalen
• Bevestiging geven
• Vragen om verduidelijking
• Uitbreiden van de inhoud
• Ordenen en samenvatten.
Kennis van taal
- Orthografische (letterkennis) en fonologische kennis (weten hoe je deze letters
verklankt)
- Morfologische kennis; kennis over de opbouw van woorden
- Semantische kennis/lexicale kennis: betekenis van woorden
- Syntactische kennis: kennis over de opbouw van de zinnen
- Tekstuele (weten welke soorten tekstsoorten er zijn) en pragmatische kennis (welke
bedoeling en functie deze hebben, formele en informele taal)
Sociale taalfuncties
- Zelfhandhaving -> “die is van mij”
- Zelfsturing -> “eerst ga ik eten en daarna drinken”
- Sturing van anderen -> “zullen we gaan fietsen?”
- Structurering van het gesprek -> “ik wil nu even wat zeggen”
Cognitieve taalfuncties
- Rapporteren -> “dat is een beer”
- Beschrijven -> “dat is een beer, hij is bruin, groot en gevaarlijk”
- Redeneren -> “wilde beren kun je niet knuffelen, want ze eten je op”
, - Projecteren -> “ik zou het eng vinden om in een dierentuin met beren te werken, dan
zou ik gaan gillen”
Luisterdoelen:
- Iets woordelijk willen herhalen: helemaal precies herhalen
- Een bepaalde handeling willen uitvoeren -> iemand vertelt je hoe je de kast in elkaar
moet zetten
- Leren of je mening herzien: je hebt ergens een mening over en toch luister je naar
anderen
- De rode draad eruit halen: waar ging het ongeveer over
- Gerichte informatie vinden: gericht ergens naar zoeken
- Naast de grote lijnen ook de details begrijpen: alles kunnen begrijpen maar niet
woordelijk willen herhalen
- Zich een mening willen vormen, feedback geven op de inhoud: kritisch nadenken en
luisteren
- Jezelf verplaatsen in de ander: empathie
Spreekstrategieën
- Oriënteren op publiek
- Oriënteren op het onderwerp
- Oriënteren op doel
- Oriënteren op schrijftaak
Leesstrategieën technisch lezen
- De elementaire leeshandeling
- Lezen met behulp met clusters en spellingspatronen
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur slingerlandfleur. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,92. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.