internationaal privaatrecht voor privaatrechtjuristen
internationaal personen en familierecht
École, étude et sujet
Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR)
Master Privaatrecht 2021/2022
Internationaal Privaatrecht (RM05)
Tous les documents sur ce sujet (3)
Vendeur
S'abonner
Froukje123
Avis reçus
Aperçu du contenu
Colleges internationaal privaatrecht
College 1 -> gemist
College 2:
Ingewikkelder geworden door twee redenen:
Gemengde verhoudingen -> ene kant privaatrechtelijk persoon andere kant
publiekrechtelijke persoon. Moet je dan internationaal publiekrecht of internationaal
privaatrecht toepassen? Veel debat overgevoerd. Nu wordt veelal aangenomen dat het
privaatrechtelijk is, aangezien het gaat over privaatrechtelijke verplichtingen.
Dan wel: welke rechter is dan bevoegd? -> dat wordt bepaald aan de hand van regels of
forumkeuze. Maar veelal gaan dit soort gemengde contracten naar arbitrage.
Tweede vraag ipr: welk recht is dan van toepassing? Gaat vaak over geschreven contracten
en wordt dan middels rechtskeuze gekozen.
Mensenrechten -> van oorsprong internationaal publiekrecht. Maar onder bepaalde
voorwaarden heeft het privaatrechtelijke doorwerking.
Voorbeeld is urgenda-arrest: EVRM heeft privaatrechtelijke doorwerking wat zorgt voor
verplichtingen voor de staat ogv de OD. Meneer hier heeft kritiek op urgenda mbt
interpretatie EVRM (hij vindt rechtsvormende taak van de rechter wel oke). In het arrest
wordt verwezen naar uitspraken van het Hof, maar Urgenda is iets heel anders dan een
specifiek gelokaliseerde vuilnisbelt. Hij vindt de Straatsburgse jurisprudentie onvoldoende
basis voor de interpretatie van het EVRM. Door deze smalle basis had beter de wetgever het
op kunnen lossen.
We hebben het nu gehad over internationaal publiekrecht/privaatrecht etc.
Maar er is ook dwingend privaatrecht! (Staat in nummer 20nogiets van deel 1
onderwijsmateriaal).
De vraag hoe zit het met dwingend recht of recht van openbare orde in internationale
verhoudingen? Daarbij geldt dat in deze verhoudingen dwingend recht en openbare orde
meer beperkend moet worden uitgelegd. In het Ipr wordt daarom gesproken van
internationale openbare orde.
Stel je krijgt een vonnis uit Myanmar door een partijdige rechter. Moet je dit
tenuitvoerleggen in NL? in principe hoeft dat niet ten alle prijzen, een soort veiligheidsklep =
exceptie van internationale openbare orde. Dat betekent niet dat strijdigheid moet zijn met
NL openbare orde, maar het betekent dat inhoud en gevolgen van buitenlandse uitspraak in
strijd zijn met fundamentele normen/waarden. Dan blokkeren we de tenuitvoerlegging.
Hetzelfde begrip van internationale openbare orde heb je ook bij toepasselijk recht. Door
conflictregels kan buitenlands recht worden toegepast. Dat is niet onvoorwaardelijk en
absoluut, want ook hier zit veiligheidsklep van exceptie van internationale openbare orde.
Het heeft dus dubbele functie:
- Houdt buitenlandse akte/vonnissen tegen die in strijd zijn met normen/waarden
- Voorkomen NL rechter in NL procedure buitenlands recht moet toepassen wat in
strijd is met onze waarden en normen.
Voorbeeld: punitive damages
,Het ruime begrip is openbare orde. Het begrip Internationale openbare orde is meer
beperkt. Internationale openbare orde valt onder de openbare orde. Maar iets wat onder de
openbare orde valt hoeft niet per se onder de internationale openbare orde te vallen.
Naast openbare orde is er ook het gewone dwingend recht.
Voorbeeld: regeling boek 6 BW algemene voorwaarden is dwingend recht. Dat kan je niet
uitsluiten in de algemene voorwaarden in Nederlandse verhoudingen. Maar wat in een
internationale verhouding als consument in NL zit en gebruiker van algemene voorwaarden
in buitenland. Is de regeling van boek 6 van algemene voorwaarden dan toepasselijk?
6:247 BW -> gaat specifiek over de internationale reikwijdte van de titel over algemene
voorwaarden van boek 6.
Lid 1: B2B + beide partijen in NL gevestigd = afdeling van toepassing ongeacht toepasselijk
recht.
Bij dergelijke dwingendrechtelijke bepalingen werk je dus niet met conflictregels. Het zijn
‘semipubliekrechtelijke bepalingen’. Het zijn voorrangsregels.
Lid 2: B2B + een van de partijen niet in NL gevestigd = recht algemene voorwaarden niet
toepasselijk.
Lid 4: B2C + C in NL en B maakt niet uit waar = regeling van algemene voorwaarden wel
toepasselijk ongeacht toepasselijk recht.
C2C is niet geregeld in dit artikel, want algemene voorwaarden niet van toepassing op deze
relatie. Hoe zit het dan met C2C?
Maar heel vaak is het niet goed geregeld voor dwingend recht bij internationale
verhoudingen.
Agentuurovk’s in boek 7 -> HvJ ING MER/EATON, internationale reikwijdte bepaalt van
agentuurrecht: waar is agent gevestigd? Als dat in EU is is het toepasselijk. Als het buiten EU
is, is het niet toepasselijk.
Maar wat als contract bepaalt dat NL recht toepasselijk is? Heb je dan toch gekozen voor de
dwingend rechterlijke bepalingen agentuur? Is onduidelijk.
1 mei 2021 -> wettelijke regeling ivm franchaiseovk. Als titel 16 van boek 7.
Dit is eigenlijk een centrale inkooporganisatie van ‘know how’. Je sluit je eigenlijk aan bij
bestaand concept. De franchaisenemer is vrij afhankelijk van de franchaisegever.
Kenmerkende van titel 16 boek 7 is dat het dwingend rechtelijk is, het is ter bescherming van
de franchaisenemer.
Maar wat als er sprake is van een internationale partij, wat is dan de werkingssfeer? 7: 922
waarin staat dat het dwingend recht is, maar dan komt ook de voorrangsregel die zegt dat
als de nemer in NL is de titel niet in nadelen van deze nemer kan gelden.
Ipr:
Ipr is nationaal recht. De voorrangsregels, Rv, EU-recht wat geïmplementeerd is etc.
Het is een bij elkaarraapsel van verschillende regels: beetje publiek, beetje privaat,
voorrangsregels, eenvormig privaatrecht etc.
Drie hoofdmethodes om tegen internationaal probleem van privaatrechtelijke aard te kijken:
, Unilaterale methode -> kijkt alleen naar eigen recht en je bakent alleen maar de
toepassingssfeer van je eigen recht af (deze vind je in het publiekrecht. Maar ook bij
de voorrangsregels (bv algemene voorwaarden of franchaise) zoals die net zijn
besproken). Dit is eerder de uitzonderingsmethode, maar je kan er wel mee te maken
hebben.
Multilaterale methode -> dit is de heersende methode. Je kijkt naar een
internationaal geschil (zoals OD) en kijkt naar met welke landen dat verbonden is (bv.
plaats ongeval, woonplaats/verblijfplaats slachtoffer, plaats schade etc). Je gaat
opzoek naar het recht wat de nauwste band heeft met internationale
rechtsverhouding. Dus bij OD aan de hand van Rome II kijken welk recht van
toepassing is.
Eenvormige methode -> als je onmiddellijk naar een eenvormig verdrag gaat, zoals
Weens koopverdrag, vervoersrecht, arbitragerecht etc. Daar vind je dan
materieelrechtelijke uitkomst.
Eigenlijk zou je:
1. Is er eenvormig methode?
2. Zijn er voorrangsregels? (unilaterale methode)
3. Zo nee, dan gewoon conflictrecht (multilaterale methode)
Arbitrage en overheidsrechter
Zijn partijen arbitrage overeen gekomen? Nee = overheidsrechter
Wel? Dan ovk die bindend is voor partijen en wordt het geschil dus aan de overheidsrechter
onttrokken.
Als je bij de overheidsrechter bent is vervolgens de vraag of er een internationale regeling is
(bilateraal of multilateraal verdrag)?
Let erop dat multilaterale regelingen, eerst moet worden gekeken of er een specifieke
regeling is? Zoals tav vervoer, IE, forumkeuze etc. Als er geen specifieke multilaterale
regeling, kunnen de algemene multilaterale van toepassing zijn (Brussel I-bis of Lugano)?
Dus relevantie van internationale handelsarbitrage vermijdt al deze bevoegdheidsvragen van
overheidsrechter.
Arbitrage lijkt wel een beetje op proces bij overheidsrechter. Want gelden ook normen van
goede procesorde en het leidt tot een arbitraal vonnis wat dezelfde rechtskracht heeft als
vonnis overheidsrechter. Één belangrijk verschil: de tenuitvoerlegging van een vonnis van de
rechter vs de tenuitvoerlegging van arbitrage instituut. Het arbitraal vonnis blijft een privé
titel. Dus je moet met een arbitraal vonnis naar de overheidsrechter voor een stempel op
het exequatur, dan geeft de rechter toestemming om het arbitraal vonnis ten uitvoer te
leggen. Rechter toetst marginaal, niet inhoudelijk. Dus arbitraal vonnis is een privé titel en
heeft overheidsingrijpen nodig.
Ander groot verschil: voor een arbitrage heb je een ovk tot arbitrage nodig. Geen ovk tot
arbitrage is ook geen arbitrage, dan moet je naar de overheidsrechter.
Nog een verschil: overheidsrechter is er altijd voor jou. Arbiters zijn er niet onmiddellijk, die
moeten benoemd worden. Gaat vaak via arbitrageinstituut.
Kijk even naar kosten van arbitrage bij Nederlands arbitrage instituut.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Froukje123. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.