Dit is een meerkeuze/ openvragen oefentoets van het vak Positieve Psychologie en Gezondheid met 65 vragen. De oefentoets gaat over alle hoorcolleges. De antwoorden staan erbij, ze staan onderaan het document.
Some of the answers to the questions are wrong.
Vendeur
S'abonner
elcgovers
Avis reçus
Aperçu du contenu
Oefentoets Positieve psychologie & Ontwikkeling
1. Creativiteit, excellentie en deugden vallen onder:
a) Positieve subjectieve staten
b) Positieve individuele karaktertrekken
c) Positieve instituties
2. The good life bestaat uit drie componenten
a) Positieve connecties met anderen, positieve individuele
karaktertrekken en life regulation qualities
b) Positieve connecties met anderen, positieve subjectieve staten en
life regulation qualities
c) Positieve subjectieve staten, positieve individuele karaktertrekken
en positieve instituties
3. Floundering wordt in het model van Keyes en Lopez omschreven
als
a) Veel mentale problemen en een hoog welbevinden
b) Weinig mentale problemen en een laag welbevinden
c) Veel mentale problemen en een laag welbevinden
4. Het dynamic model of affect stelt voor dat
a) De onafhankelijkheid van positieve en negatieve emoties
afhangt van de situatie. Onder normale omstandigheden zijn ze
onafhankelijk, onder stress zijn ze afhankelijk
b) Een complete mentale gezondheid een combinatie is van hoog
emotioneel welzijn, hoog psychologisch welzijn en hoog sociaal
welzijn.
c) Je door het vermijden van emotionele extremen een
betekenisvol leven kunt leiden
5. Wat valt onder het idee van onafhankelijkheid van emoties
a) Wanneer iemands negatieve emoties wegvallen, leidt dit
automatisch tot positieve emoties
b) Negatieve en positieve emoties kunnen naast elkaar bestaan
c) Negatieve en positieve emoties kunnen niet naast elkaar
bestaan.
,6. Drie theologische deugden
a) Empathie, creativiteit en excellentie
b) Vreugde, blijheid en ontwikkeling
c) Geloof, hoop en liefdadigheid
7. Hedonisme gaat ervan uit dat:
a) Bepaalde deugden een persoon tot maximaal welbevinden kan
helpen
b) Geluk kan worden behaald door streven naar individueel,
zintuigelijk genot en het vermijden van pijn en lijden
c) Het leven niet altijd over rozen gaat, welbevinden = acceptatie
hiervan
8. Wie is aanhanger van de analytische psychologie
A) Carl Jung
B) Abraham Maslow
C) Abraham Myerson
9. Welk van de volgende beweringen is waar over positieve
psychologie en de humanistische psychologie?
a) Binnen de positieve psychologie focussen ze zich sterk op
theorieën, maar ze toetsen het niet.
b) De humanistische psychologie focust vooral op optimale
persoonlijkheidsontwikkeling en de positieve psychologie meer
op de normale mens.
c) Binnen humanistische psychologie wordt de focus gelegd op
emoties zoals dankbaarheid en binnen de positieve psychologie
op optimale persoonlijkheidsontwikkeling zoals zelfactualisatie.
10. Welk van de volgende beweringen is onjuist?
a) Een stemming is relatief kortdurend
b) De intensiteit van een emotie is relatief sterk
c) Emoties zijn gericht op een specifieke gebeurtenis
, 11. Welk model/theorie gaan uit van afhankelijkheid van
emoties?
a) Ekmans theorie
b) Circumplex model van emoties
c) Beide zijn juist
12. Wat houdt de term emotionele bipolariteit in?
a) Afname van negatieve emoties zorgen niet automatisch voor
een toename in positieve emoties.
b) Er zijn grote individuele verschillen in hoe positieve en
negatieve emoties aan elkaar gerelateerd zijn.
c) Lichamelijke reacties op emoties zijn gevestigd in verschillende
onderdelen van ons lichaam.
13. Hoe worden positieve emoties ook wel omschreven in de
broaden and build theory?
a) Actie tendensen
b) Niet specifieke actie tendensen
c) Arousal
14. De positiviteitsratio omschrijft het effect dat
a) Gelukkige mensen 1x meer positieve emoties ervaren dan
negatieve emoties
b) Gelukkige mensen 2x meer positieve emoties ervaren dan
negatieve emoties
c) Gelukkige mensen 3x meer positieve emoties ervaren dan
negatieve emoties
15. Wat was kritiek op de broaden and build study van
Frederickson?
A) Er werd op between-niveau gekeken, terwijl er op within-niveau
gekeken had moeten worden
B) Er werd op within-niveau gekeken, terwijl er op between-niveau
gekeken had moeten worden.
C) Er werd niet gebruik gemaakt van een controle groep.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur elcgovers. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.