Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Klinische Neuropsychologie €4,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Klinische Neuropsychologie

 22 vues  0 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Samenvatting van Kessels et al. Klinische Neuropsychologie.

Aperçu 4 sur 79  pages

  • Oui
  • 24 mars 2023
  • 79
  • 2016/2017
  • Resume
avatar-seller
Hoofdstuk 1 Klinische neuropsychologie: een historische schets
Klinische neuropsycholoog: een psycholoog die in de gezondheidszorg werkzaam is op het gebied van
diagnostiek en behandeling van problemen die samenhangen met hersenaandoeningen. Dit boek richt
zich op de specifieke kennis en theorieën over de effecten van hersenaandoeningen op het
psychologisch functioneren.

Een groot deel van de geneeskundige inzichten uit de klassieke oudheid kwam van de geschriften van
Claudius Galenus (129-217) die werden gezien als een soort bijbel – vanaf de veertiende eeuw durfde
men weer kritisch en zelfstandig te observeren/denken. –> Descartes’ opvatting dat de ziel een
ongedeelde zelfstandige maar immateriële eenheid is. (gevolg was eeuwenlange discussie over
interactie lichaam en geest). In de 19e eeuw kwam Frans Joseph Gall met een volledig andere
benadering: er is een groot aantal mentale organen, in de grijze schors van de hersenen. Dit leidde tot
frenologie (onwetenschappelijke praktijk die commercieel wel interessant was). Galls opvattingen
werden getoetst d.m.v de Clinicianatomische methode: men bestudeerde bij patiënten met hersenletsel
de uitvalsverschijnselen op het gebied van bijv. taal,geheugen,waarneming en na het overlijden werd
de plaats van de laesie gerelateerd aan de aard van de functionele stoornis.

De celtheorie
Een belangrijk vraagstuk bij de hersenen-gedragdiscussie is die van lokalisatie. De Grieken kenden
drie zielen: een voor het overleven, een voor activiteiten van een organisme in relatie tot de omgeving,
en een hogere-ordeziel die onderscheid kon maken tussen wat goed en fout was om te doen. (het
sturend principe) de weinige filosofen/wetenschappers van die tijd die ook de anatomische structuur
onderzochten, merkten op dat er holtes waren in de hersenen (de hersenventrikels) die ze cellen
noemden, deze werden gezien als de plaats van de geest met verschillende functies; eerste cel zou
informatie uit verschillende zintuigen binnenkrijgen (sensus communnis), de tweede cel zou het beeld
interpreteren (visuele en niet-visuele input) en vervolgens inprenten in de derde cel: memoria
(geheugen).

Kenmerk van de celtheorie is dat het om een algemeen systeem van informatieverwerking gaat, dus
geen aparte functies voor visuele, auditieve, taal functies. Een ander kenmerk is dat de theorie niet
ingaat op individuele verschillen. Deze kenmerken zijn nog steeds zichtbaar in hedendaagse
theorievorming. Individuele verschillen worden nu gezien als persoonlijkheid, maar in de oudere
literatuur kreeg dit het begrip karakter. Hierover is het boek ‘over de fysiognomie’ (interpretatie van
het gelaat) geschreven. Het totale uiterlijk werd gezien als een reflectie van het karakter van die
persoon.

De belangrijkste stelling van Gall was wellicht dat er sprake was van onafhankelijke functies van de
hersenen. Broca verzamelde gegevens van patiënten met een taalstoornis, waarbij de plaats van de
laesie was vastgesteld. Op basis hiervan kwam hij met de stelling dat we met de linkerhersenhelft
spreken. Dat was op dat moment een vreemde opvatting aangezien tot dan toe de regel gold dat de
vorm van een orgaan de functie bepaalt, en als twee organen dezelfde vorm hebben, hebben ze ook
dezelfde functie.

Wernicke geloofde niet in de verzameling van functies zoals Gall die had beschreven. Hij beschouwde
de hersenen als een instrument waarin sensorische prikkels werden gekoppeld aan motorische reacties.

,In Engeland heerste een heel andere opvatting. John Locke was een voorstander van het empirisme.
Hij geloofde niet in aangeboren eigenschappen en kennis.

Holisme

Rond 1900 kwam er in Europa verzet op tegen de lokalisatiebeweging.

Goldstein (een leerling van Wernicke) betoogde dat een goed functioneren van de hersenen vooral van
belang was om te kunnen reflecteren op binnenkomende stimuli, in plaats van direct daarop te
reageren hij sprak dan over de Abstracte Attitude.

Wat een goede balans is, was niet duidelijk. In het midden van de 20 e eeuw leek Aleksandr Luria die
balans gevonden te hebben: een globaal model.

Luria zocht een evenwicht tussen holistische en lokalisatieonistische opvattingen. Hij vatte de
hersenen-als-geheel op als één complex functioneel systeem, waarbinnen diverse subsystemen een
eigen bijdrage aan de gezamenlijke activiteit leveren. Die functionele subsystemen ontstaan door
interacties tijdens de ontwikkeling tussen het kind en zijn omgeving, en ze veranderen in de loop van
de ontwikkeling ten gevolge van leerprocessen. Hij benadrukte dat het functioneel systeem van de
hersenen-als-geheel buitengewoon flexibel en adaptief is. Luria vatte de functionele architectuur
van de hersenen samen aan de hand van drie globale indelingen:

- drie voortdurend interacterende functionele eenheden (units), gerelateerd aan
respectievelijk subcorticale, posterieure en anterieure hersengebieden (activatie, input en
output) sapiao
- drie hiërarchisch geordende niveaus van verwerking, gerelateerd aan primaire,
secundaire en tertiaire ´zones´in de hersenen
- gedrag dat wel of niet gereguleerd wordt door taalprocessen, gerelateerd aan
respectievelijk de linker- en de rechterhemisfeer. Taal = rechts


Bij iedere mentale activiteit zijn alle drie genoemde functionele eenheden betrokken. De eerste
eenheid dient voor de regulatie van waakzaamheid en aandacht. De tweede functionele
eenheid is cognitieve informatieverwerking en de derde functionele eenheid voor de
organisatie van gedrag. Voor ieder van deze eenheden kan een onderscheid gemaakt worden
tussen primaire, secundaire en tertiaire zones, maar Luria werkte dit alleen uit voor de tweede en
derde. De daaraan gerelateerde psychische verwerkingsniveaus kan men zich voorstellen als een
scala tussen verwerking van ´oppervlakkige´fysieke kenmerken (primair) en ´diepe´verwerking
(tertiair). De primaire zones zijn de bekende projectiegebieden van zintuigen en motoriek
(occipitale, temporale, postcentrale en het precentrale). Over de functionele verschillen tussen de
linker- en rechterhemisfeer (lateraliteit) heeft Luria zich niet erg uitvoerig uitgelaten. De meeste
nadruk legde hij op de verreikende betekenis van taal en met name internal speech voor de
regulatie van cognitieve, emotionele en planningsfuncties. Luria’s model zorgde voor een relatieve
rust op het lokalisatiefront: er is sprake van enige lokalisatie, maar ook sprake van grote
flexibiliteit in de wijze waarop hersenen een taak kunnen uitvoeren en aanpassen.

, De testbatterij/de ontwikkeling van de neuropsychologie als
zelfstandige klinische discipline
Sheperd Ivory Franz gebruikte in Amerika allerlei tests om eventuele stoornissen in de
waarneming, geheugen of taal te detecteren. Ward halstead verrichtte onderzoek naar het effect
van hersenletsel, waarvoor hij kleine proefjes ontwikkelde. Deze tests werden later omgevormd tot
een testbatterij. Er ligt verder geen integrale theorie over hersenen en gedrag aan ten grondslag,
het is meer een screeningsinstrument.

Twee belangrijke ontwikkelingen in Amerika (1960) leidden tot het ontstaan van de
neuropsychologie als een apart wetenschapsgebied.

- Norman Gescwind werd tijdens zijn neurologie opleiding enthousiast door het werk van
Wernicke. Hij ging hierdoor opzoek naar specifieke centra om het functioneren van de
hersenen beter in beeld te brengen. Belangrijk hierbij was het zoeken naar dubbele
dissociaties: als bij een laesie op plaats X functie A aangetast is maar B niet en als bij een
laesie in gebied Y functie B uitvalt en A niet, dan kun je spreken van onafhankelijke functies.
(als bij een laesie in gebied A de functie van praten aangetast is maar niet de functie van schrijven, en
een laesie in gebied B de functie van praten wel uitvalt maar de functie van schrijven niet)
- Het onderzoek van Roger Sperry naar de effecten van de split-brain operatie. (bij patiënten
met zeer ernstige vormen van epilepsie) de effecten van deze ingreep werden onderzocht. Dit
onderzoek had belangrijke gevolgen: het werd duidelijk dat de rechterhersenhelft in bepaalde
functies beter was dan de linker, allerlei onderzoeksmethoden kwamen beschikbaar waarmee
onderzoek naar lokalisatie van functie uitgevoerd kon worden bij mensen zonder
hersenletsel.

Cognitieve neuropsychologie
Wat bedoelen we met een functie en met lokalisatie?

Fodor formuleerde een aantal kenmerken waaraan een module moet voldoen;

1) kan alleen bepaalde informatie verwerken
2) is aangeboren
3) doet zijn werk ongeacht wat andere processen doen, wat wil zeggen dat andere processen
de werking van de module niet kunnen beïnvloeden
4) een module is computationeel autonoom en beschikt over zijn eigen neurale architectuur
= dat een module geen aandachtscapaciteit, geheugenprocessen of andere processen deelt
met andere modules

de cognitieve neuropsychologie analyseert systematisch effecten van hersenbeschadiging op
cognitieve functies, vooral door naar de aard van de fouten te kijken. Men probeert een bepaalde
theoretische opvatting te toetsen over hoe het normale proces verloopt (meestal als een verzameling
deelprocessen) Ook David marr speelde een essentiële rol in de theorieontwikkeling in de cognitieve
neuropsychologie. Als wiskundige vond hij dat er bepaalde regels moeten zijn om de informatie
van een bepaalde soort om te zetten in een andere soort. Vanuit deze ideeën gingen veel
onderzoekers aan de slag om modellen te maken. Een van de belangrijkste waren onderzoeken
naar leesstoornissen en agnosie (stoornis in herkennen van objecten).

, Neurale Netwerken
Met neurale netwerken bedoelen we computersimulaties, die een bepaalde cognitieve functie naabotst.
Ze worden ook wel connectionistische modellen genoemd en sluiten nauw aan bij de associatieleer
van de werking van het geheugen. Huidige eigenschappen van zulk soort modellen zijn: Graceful
degradation: Als men een dergelijk model op de computer een bepaalde functie leert en vervolgens
een aantal knopen ´beschadigt´, dan valt niet de hele functie uit, maar zal een deel van de informatie
niet worden ´meegewogen´. Dit leidt tot een respons die nog enige verwantschap heeft met de
oorspronkelijk aangeleerde respons.

Content addressability: bij neurale netwerken kan een klein deel van de informatie (een paar letters)
al het gehele geheugenspoor (hele woord) activeren.

Neurale Netwerken zijn vooral beschrijvend, maar verklaren niet veel van hoe de hersenen
werken.

Neurobeeldvorming
Een van de laatste ontwikkelingen is die van het registeren en functioneel analyseren van niet alleen
centra van activiteit, maar van vezelbanen waarlangs informatie verloopt tussen verschillende centra:
de neurale netwerken met inter-acterende centra kunnen in beeld gebracht worden. Een belangrijk
gevolg van de mogelijkheden van beeldvorming (imaging; MRI, EEG etc.) was dat het onderzoek zich
meer ging richten op de neurale correlaten van cognitieve processen. Gevolg is dat er meer aandacht
voor fysiologische processen in de hersenen zijn en minder aandacht voor theorievorming op het
gebied van cognitieve processen. Ook groeide hierdoor de verschillende onderzoek disciplines
naar elkaar toe.

Bij zowel de theorievorming als de diagnostiek en behandeling van mensen met gedragsproblemen en
cognitieve stoornissen, neemt het neurpsychologische denkkader een steeds belangrijker plaats in.
Kennis en inzicht in cognitieve functies en in ziektebeelden zijn daarbij van groot belang.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur MelanieB. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

75632 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€4,99
  • (0)
  Ajouter