Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting literatuur en colleges leer- en onderwijsproblemen €6,92   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting literatuur en colleges leer- en onderwijsproblemen

2 revues
 176 vues  4 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Volledige samenvatting van alle collegestof aangevuld met de literatuur, m.u.v. drie paragrafen van Ruijssenaars et al.

Aperçu 4 sur 47  pages

  • Non
  • Hoofdstuk 1, 2, 3, 4, 7, 8, 9, 11, 13
  • 24 mars 2023
  • 47
  • 2022/2023
  • Resume

2  revues

review-writer-avatar

Par: ilse23 • 1 année de cela

review-writer-avatar

Par: heidirothehuser2003 • 1 année de cela

avatar-seller
College 1: Onderwijssysteem en context
Literatuur: PO-raad (ontwikkelingsperspectief) & Ledoux (passend onderwijs)

 Inclusief onderwijs
- Twee verdragen die het belang van inclusief onderwijs benadrukken:
1. Salamanca statement
 Elk kind heeft recht op onderwijs
 Er moet rekening worden gehouden met diversiteit van kinderen
 Kinderen met speciale behoeften hebben toegang tot regulier onderwijs
2. VN-verdrag mensen met een handicap
 Artikel 24: personen met een handicap hebben toegang tot inclusief onderwijs

 Passend onderwijs
- In Nederland hebben we passend onderwijs i.p.v. inclusief onderwijs. Hierbij krijgt ieder
kind een plek binnen het systeem die zo goed mogelijk aansluit op de specifieke
(leer)behoeften, niet perse binnen regulier.
- Wet passend onderwijs
 Decentralisatie budgetten
 Decentralisatie bevoegdheden
 Zorgplicht van schoolbesturen

 Samenwerkingsverband
 Samenwerking tussen regulier, SBO en cluster 3/4. Cluster 1/2
worden landelijk geregeld.
 SBO is er voor lichtere problematiek dan SO (clusteronderwijs) en biedt extra
ondersteuning i.p.v. specialistische hulp. SBO valt onder de wet primair onderwijs, SO
kent eigen wetgeving. De verwachting bij SO is dan ook doorstroom naar SVO, terwijl bij
SBO reguliere doorstroom wordt verwacht.

 Ondersteuningsvormen
- OPP: ontwikkelingsperspectiefplan
 Doelgericht plannen onderwijs
op basis van hoge en
realistische verwachtingen.
1. Verwachte uitstroom-
bestemming
o VSO-arbeid/praktijk
o VMBO (e.v.t. LWOO)
o Havo, vwo, VSO-diplomagericht
2. Belemmerende en
bevorderende factoren
o Onderwijs
o Leerling
o Omgeving
3. Beschrijving van te bieden
ondersteuning
o Opstellen van doelen per leergebied, specifiek & overstijgend, SMART
geformuleerd en t.o.v. referentiekaders.
o Evaluatie van doelen, betrokkenheid omgeving en nodig om
verwachtingen/aanbod bij te stellen. Zowel methode gebonden als ongebonden
toetsen in combinatie met observatie.

,  Drie onderdelen: ontwikkelingsdeel, planningsdeel en evaluatiedeel. Hierbij worden
einddoelen en tussendoelen geformuleerd.
 Een OPP moet binnen zes weken na inschrijving van een leerling met extra
ondersteuning of binnen zes weken na de start van extra ondersteuning worden
vastgesteld.
 Er worden zowel leergebiedspecifieke (basisniveau schoolse vaardigheden zoals wettelijk
vastgesteld) als leergebiedoverstijgende doelen (sociaal-emotionele ontwikkeling & leren
leren) gesteld.
- Uitgangspunten OPP
o Doelgericht een aanbod plannen i.p.v. vorderingen afwachten.
o Hoge maar realistische verwachtingen.
o Aanpak factoren die het leren belemmeren
o Groepsgericht onderwijs focus, daarnaast extra aandacht.
o Afstemmen en samenwerken met leerling en ouders.
o Systematisch monitoren en evalueren.
o Afstemmen op de interne en externe ondersteuningsstructuur van de school.
o Benutten voor informatieoverdracht tussen scholen.
 ‘Eerst intensiveren (extra) en daarna pas dispenseren (afwijkend).’
- Redenen OPP
o Bij aanmelding van de leerling is duidelijk dat er een OPP nodig is.
o Basisondersteuning blijkt in de praktijk niet voldoende.
o Het is nodig de leerontwikkeling nauwer in de gaten te houden.

 Effect passend onderwijs (LeDoux)
- Aard problematiek
 De meest voorkomende problemen zijn problematische werkhouding en/of
leerachterstand. Vaak verklaard door gebrek aan motivatie of aandacht-problematiek.
- Verwachtingen
 Passend onderwijs leidt tot meer leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften
binnen regulier onderwijs en dus minder kinderen in het speciaal onderwijs.
 Reductie aantal thuiszitters.
 Betere uitkomsten voor leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften.
- Samenwerkingsverband
 Beperkt budget zorgt ervoor dat er minder snel kinderen worden doorgestuurd. Deze
budgetten zijn verdeeld over regio’s met ongeveer gelijke aantallen leerlingen.
- Effecten
 Aantal leerlingen in speciaal onderwijs nam af, maar neemt nu juist weer licht toe.
Ook het aantal leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften neemt toe.
 Er is nog niks te zeggen over de uitkomst van leerlingen met extra
ondersteuningsbehoeften, hiervoor is het onderzoek te recent.
 Extra ondersteuning kan leiden tot een lager advies bij dezelfde prestaties binnen
regulier onderwijs, ondersteuning bieden binnen regulier zorgt voor bias docent.
 Het zelfvertrouwen van kinderen met extra ondersteuningsbehoeften is lager dan bij
leeftijdsgenoten.
 Geen directe risico’s voor andere leerlingen gevonden (omdat docent minder tijd zou
hebben).
 Toename aantal thuiszitters, dit kan (deels) verklaard worden door betere registratie.
- Problemen van het onderzoek: doel niet gedefinieerd, doelgroep onduidelijk, onvolledige
data, geen nulmeting en wisselend beleid.

, College 2: Leerlingvolgsysteem
Literatuur: Keuning en Visser (LVS-toetsen)


 Ontstaansgeschiedenis
- Adriaan de Groot is de grondlegger van leerlingvolgsystemen
o 1970: schooltoetsen voor het basisonderwijs
o 1991-1995: ontwikkeling eerste leerlingvolgsysteem

 Definitie
- Een leerlingvolgsysteem maakt het mogelijk leerlingen onderling met elkaar te
vergelijken.
o Gestandaardiseerd: testmateriaal, afname (midden/eind) & scoring.
 Hierdoor is een score zo afhankelijk mogelijk van de vaardigheden van
een leerlingen en zo min mogelijk van externe factoren
o Methode-onafhankelijk: cito toets onafhankelijk van welke methode op
een school gebruikt wordt. Deze eigen toetsen van een methode wordt
methode-afhankelijk genoemd.
o Landelijk genormeerd door middel van normeringsonderzoek.

 Normeringsonderzoek
 Verschillende manieren om de normering van leerlingvolgsysteem-toetsen vast te
stellen.
1. Standalone: buiten reguliere toets-momenten om toetsen afnemen om het
gemiddelde niveau te bepalen. Hierop wordt de norm gebaseerd.
 Nadeel is dat leerling en docent zich bewust zijn dat de toets niet meetelt.
2. Embedded field: nieuwe taken worden in reguliere toets getest.
 De leerling en docent weten dus niet welke vragen wel en niet meetellen en
hebben geen bias.

 Normeren
- Het doel van normeren: inhoudelijk iets kunnen zeggen over een score, scores
kunnen vergelijken en verschil in weging tussen vragen is mogelijk.
1. Criterion-referenced: van tevoren vastgestelde hoeveelheid/percentage die
bereikt moet worden voor een bepaald resultaat.
2. Norm-referenced: resultaten worden vergeleken met anderen, bijvoorbeeld de
hoogste 10% krijgt een 9.

 Itemresponstheory (IRT) modellen
 Het vaardigheidsniveau wordt afgezet tegen de kans om
een opgave goed te maken, des te ingewikkelder een
opdracht is des te hoger het vaardigheidsniveau moet zijn
voordat de kans om iets goed te maken toeneemt.
 Rechts is dus moeilijker item.

,  Vaardigheidsscores
- Unidimensioneel: de verschillende vaardigheidsscores binnen een bepaald
domein kunnen vergeleken worden, maar niet met de vaardigheidsscores op een
ander domein.
Voorbeeld: Een leerling scoort eind groep 3 een vaardigheidsscore van 115 op
spelling. Dit kan vergeleken worden met haar klasgenoten en haar
vaardigheidsscore op bijvoorbeeld begin groep 3 spelling. Deze score zegt echter
niks over haar score op rekenen, iemand met een vaardigheidsscore
van 120 op rekenen is niet beter in rekenen dan zij is in spelling.
 Cito-toetsen zijn zo gemaakt dat wanneer een groep zes leerling in
dezelfde week alle toetsen van groep vier, vijf en begin groep zes zou
maken hierop allemaal dezelfde vaardigheidsscore behaald zou worden
(hier wordt dan echter afhankelijk van de toets een ander cijfer aan
verbonden omdat de verwachtingen toenemen als een leerling verder
in het onderwijs komt).
- Aangenomen wordt dat de verdeling over vaardigheidsscores ongeveer
normaal is.
 Normeringsgroepen / indeling scores

- A-E: oude indeling
 Nadeel is dat er eigenlijk geen gemiddelde score is. B ligt al net
bovengemiddeld en C net ondergemiddeld.
- I-V: nieuwe indeling

 Worden vaak onderling vergeleken, terwijl de groepen niet overeenkomen!

 Leerling-rapport
- 1F: basisniveau
 Dit niveau zou iedereen moeten bereiken
om uit te stromen uit het basisonderwijs.
- 1S: streefniveau
 Eindpunt waar basisschoolstof naartoe
werkt, het doel is dat elke leerling dit zou
bereiken voor de basisschool te verlaten.
- Vaardigheidsscore inclusief interval wordt
weergegeven.

 Terminologie
- Didactische leeftijd (DL): aantal maanden onderwijs vanaf groep drie
- Functioneringsniveau (FN): vaardigheidsscore uitgedrukt in toetsmoment, dus
deze leerling functioneert op het niveau dat we verwachten op E3 (eind groep 3).
- Didactisch leeftijdsequivalent (DLE): DL/FN
- Leerrendement (LR%): (DLE/DL)*100%
 Interpretatiefouten
- Het functioneringsniveau is niet gelijk aan de beheersing, een groep vier leerling
die groep vier stof maakt met het gemak zoals een groep vijf leerling dit zou doen

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur hdijkstra. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,92. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

84146 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,92  4x  vendu
  • (2)
  Ajouter