Psychologie (UU) - Ontwikkelingspsychologie: uitgebreide samenvatting en college aantekeningen
50 vues 7 fois vendu
Cours
Ontwikkelingspsychologie
Établissement
Universiteit Utrecht (UU)
Dit document bevat een uitgebreide samenvatting van Unit 1 t/m 10 van het online boek Human Development, voor Ontwikkelingspsychologie (blok 3) voor de studie Psychologie aan Universiteit Utrecht 2023. Daarnaast bevat het de aantekeningen van de hoorcolleges.
Ontwikkelingswetenschap = onderzoekt veranderingen en stabiliteit op meerdere gebieden
van psychologisch en sociaal functioneren.
Ontwikkeling is:
- Levenslang: we ontwikkelen ons ons hele leven
- Multidirectioneel en multidimensionaal: verschillende mensen volgen verschillende
ontwikkelingen in verschillend tempo
- Winst en verlies: op elke leeftijd verliezen en winnen we ontwikkeling
- Plasticiteit: het vermogen om een groot aantal ontwikkelingen te veranderen
- Historische en culturele context: bijv. waar je geboren bent en opgroeit
- Omgevings- en biologische factoren
- Multidisciplinair: vereist theorieën uit meerdere disciplines
Ontwikkelingssystemen van invloed:
Normatieve leeftijdsinvloeden = sociale ervaringen en biologische veranderingen
o.b.v. een specifieke leeftijdsgroep
Normatieve historische invloeden = periode waarin we geboren zijn verandert
onze ervaringen
Niet-normatieve invloeden = invloeden zoals immigratie of ongelukken die niet
per leeftijd of historie zijn georganiseerd.
Cohort = een groep mensen die geboren zijn in ongeveer dezelfde periode.
Ontwikkelingsdomeinen = we veranderen op fysiek, cognitief en psychosociaal gebied.
- Fysiek: lengte en gewicht
- Cognitief: intelligentie en taal
- Psychosociaal: emoties en relaties
Contextuele perspectieven = maatschappelijke contexten die onze ontwikkeling
beïnvloeden.
Bijv. SES om huishoudens in te delen o.b.v. hun gedeelde onderwijs-, inkomens- en
beroepsniveau.
Armoedegrens = als het inkomen van een gezin lager is dan deze drempel, dan leeft het gezin
in armoede.
Etnocentrisme = het geloof dat de cultuur waarin we zijn opgegroeid superieur is.
Cultuurrelativiteit = waardering voor culturele verschillen
Levensduur = de maximale leeftijd die iemand onder optimale omstandigheden kan
bereiken.
Levensverwachting = de gemiddelde leeftijd die een persoon geboren in een bepaalde
periode zal bereiken.
,Chronologische leeftijd = je leeftijd gebaseerd op het aantal jaren sinds je geboorte.
23 jaar geleden geboren, dus leeftijd is 23 jaar.
Biologische leeftijd = hoe snel het lichaam verandert.
Psychologische leeftijd = ons psychologisch aanpassingsvermogen in vergelijking met
anderen van onze chronologische leeftijd.
Sociale leeftijd = leeftijd gebaseerd op sociale normen of verwachtingen van de cultuur.
Periode Leeftijd
Prenataal Conceptie – geboorte
Baby-/peutertijd Geboorte – 2 jaar
Vroege jeugd 2 jaar – 6 jaar
Middel en late jeugd 6 jaar – pubertijd
Adolescentie Pubertijd – 18 jaar
Jong-volwassenheid 18 jaar – 25 jaar
Vroege volwassenheid 25 jaar – 40-45 jaar
Latere volwassenheid Vanaf 65 jaar
Meta-theorieën = reeksen veronderstellingen die mensen hebben over de aard van de mens
en de betekenis van ontwikkeling.
Een aantal veronderstellingen:
- Menselijke natuur: worden mensen geboren als blank slate of zijn ze goed/slecht?
- Nature/nurture: natuur/genen/biologie vs. opvoeding/omgeving/leren
- Continue vs. discontinue ontwikkeling: veranderen we geleidelijk of abrupt?
- Individuele vs. normatieve ontwikkeling: kiezen mensen hun ontwikkeling (actief)
of gebeurt dit door externe krachten (passief)?
- Stabiliteit vs. verandering: blijven mensen hetzelfde in hun leven of veranderen ze?
- Universaliteit vs. contextspecificiteit: is de ontwikkeling universeel of
persoonsgebonden?
Continue ontwikkeling = geleidelijk, als een boom die groeit
Discontinue ontwikkeling = abrupt, als een vlinder die zich ontpopt
Kritieke periode = leeftijdscategorie waarin bepaalde veranderingen nodig zijn voor een
‘normale’ ontwikkeling.
Gevoelige periode = leeftijdscategorie waarin specifieke ervaringen optimaal zijn voor een
‘normale’ ontwikkeling.
Domein-gemeen = het leren van iets levert ook voordelen op op andere gebieden.
bijv. gewichtheffen helpt je ook met armdrukken
Domein-specifiek = zegt dat als je op één gebied vooruitgang boekt, dit alleen op dat gebied
een verbetering veroorzaakt.
Verklaringsniveaus = verschillende niveaus die ontwikkeling beschrijven. Op alle niveaus
is er sprake van ontwikkeling als gevolg van verschillende factoren.
Ecologische perspectief = relaties begrijpen tussen het organisme dat zich ontwikkelt en de
omgevingssystemen én de relaties tussen die omgevingssystemen.
organisme: kind; omgevingssysteem: gezin en school
,Soorten meta-theorieën:
Meta-theorie; mensen als zaden = mensen worden geboren als zaden met vooraf
bepaalde genetica. De omgeving kan hen ondersteunen, maar niet veranderen
Mechanistische meta-theorie; mensen als machines = ontwikkeling is continu en
kan alleen beïnvloed worden door externe factoren.
Organismische meta-theorie; mensen als vlinders = ontwikkeling is discontinu en
is progressief en niet terug te draaien
=Constructivistische theorie van Piaget
Contextuele meta-theorie; tennisspel of dans metafoor = ontwikkeling kan continu
of discontinu zijn en beïnvloed worden door biologie of omgeving.
=Bio-ecologisch model van Bronfenbrenner
Deel 2
Preformationistische opvatting = kinderen zijn kleine volwassenen, omdat een embryo al
een piepklein mensje is die alleen nog maar in de omvang hoeft te groeien.
Locke: baby’s komen als een “blanco lei” (tabula rasa). Leren via de omgeving
Descartes (rationalist): de geest legt orde op aan de omgeving om deze te begrijpen.
het nativisme-empirisme debat
Jean-Jacques Rousseau: ontwikkeling volgens natuurlijk plan in verschillende fasen.
Arnold Gesell: ontwikkeling door activatie van genen, in vaste volgorde.
Maturationisten: denken dat ontwikkeling te maken heeft met je genen, en niet met je
omgeving.
Behavioristen: ontwikkeling is geleidelijk en voortdurend. Gedragsveranderingen door
ervaring/leren/omgeving.
klassieke en operante conditionering
Klassieke conditionering = leren door associaties (hond gaat kwijlen bij horen van
belletje, want belletje wordt geassocieerd met eten krijgen)
Operante conditionering = leren met beloningen en straffen (iemand geeft jou
een compliment voor je gedrag waardoor je het gedrag vaker toont)
Psychodynamische theorie van Freud = motivaties en persoonlijkheden zijn grotendeels
gevormd door ervaringen uit de baby- en kindertijd.
Componenten van een ontwikkelende persoonlijkheid:
- ID = instinctieve drang
- Ego = behoeften bevredigen door sociaal gepast gedrag (rationeel en realistisch)
- Superego = het geweten, maatschappelijke moraal
Vijf stadia van persoonlijke ontwikkeling volgens Freud:
Mondelinge fase (oral phase) = plezierige activiteiten, zoals eten
Anale fase (anal phase) = het bevredigen van behoeften uit leren stellen, zoals het
toilet gebruiken i.p.v. luier
Fallische fase (phallic phase) = nieuwsgierigheid naar gender en seksualiteit
Vertragingsfase (latency) = vermijding van relaties met leeftijdsgenoten van het
andere geslacht, seksuele driften nemen tijdelijk af
Genitale fase (genital phase) = ontstaan van seksuele verlangens die zich richten op
leeftijdsgenoten
, Psychosociale theorie van Erikson = ontwikkeling is 8 opeenvolgende stadia verspreid over
het leven
Leeftijd Psychosociale crisis Positieve oplossing
1 Geboorte – 18 Vertrouwen vs. wanvertrouwen Ontwikkeling van gevoel van
mnd. vertrouwen in verzorgers
2 18 mnd. – 3 jaar Autonomie vs. schaamte Leren waar wel en geen
controle over + vrije wil
3 3 – 6 jaar Initiatief vs. schuld Leren onafhankelijk te worden
door onderzoeken,
manipuleren en actie
ondernemen
4 6 – 12 jaar Industrie vs. inferioriteit Leren dingen correct uit te
voeren naar de regels van
anderen (bijv. school)
5 12 – 18 jaar Identiteit vs. rolverwarring Ontwikkeling goed
gedefinieerde en positieve kijk
op zichzelf
6 19 – 40 jaar Intimiteit vs. isolatie Ontwikkeling vermogen liefde
geven en ontvangen + lange
termijn-commitments vormen
7 40 – 65 jaar Generativiteit vs. stagnatie Ontwikkeling van interesse in
begeleiden van de
ontwikkeling van de volgende
generatie (kinderen krijgen)
8 65 – overlijden Ego integriteit vs. wanhoop Ontwikkeling acceptatie over
hoe ze geleefd hebben
Psychosociale crisissen = elke levensperiode heeft een unieke uitdaging/crisis die de
persoon onder ogen moet zien.
Succesvolle ontwikkeling: op een positieve manier met de crisissen om te gaan (anders
belemmert dit het vermogen om latere crisissen op te lossen).
Ethologische theorie = gedrag moet worden gezien in de (evolutionaire) context waarin het
zich voordoet.
Sociale leertheorie van Bandura = leren door observeren en imiteren van anderen.
4 cognitieve processen voor observerend leren:
Aandacht: zorgvuldig bestuderen
Retentie: onthouden
Herhalen: kunnen imiteren
Motivatie: willen imiteren
Wederkerig determinisme = wisselwerking tussen onze persoonlijkheid, de manier waarop
wij gebeurtenissen interpreteren & hoe die gebeurtenissen ons beïnvloeden
Cognitieve theorie van Piaget = richt zich op hoe onze mentale processen in de loop van de
tijd veranderen. De manier waarop kinderen denken verschilt van de manier van denken bij
volwassenen.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur nicolejdikkeboer. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.