Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Beveiliger 2 Wet- en Regelgeving €5,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Beveiliger 2 Wet- en Regelgeving

11 revues
 254 vues  13 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

Deze samenvatting is compleet en gemakkelijk leesbaar. Ik heb er een 8 mee gehaald. Het is de korte versie van mijn andere samenvatting die bedoeld is als printdocument. Deze kun je digitaal gemakkelijk lezen.

Aperçu 5 sur 17  pages

  • 26 mars 2023
  • 17
  • 2022/2023
  • Resume

11  revues

review-writer-avatar

Par: samanhaze • 2 mois de cela

review-writer-avatar

Par: tennissen0048 • 4 mois de cela

review-writer-avatar

Par: tsservicetaha • 5 mois de cela

review-writer-avatar

Par: zakineymar_junior • 1 mois de cela

review-writer-avatar

Par: viptaxi • 9 mois de cela

review-writer-avatar

Par: elyesakocak • 11 mois de cela

review-writer-avatar

Par: nasipcankaynak • 11 mois de cela

Afficher plus de commentaires  
avatar-seller
Samenvatting Beveiliger 2 Basis Wet- en regelgeving
2022-2023 (voorbereiding op het SVPB-examen)


H1 Inleiding wet- en regelgeving (0/40 punten)
1.1 Soorten recht
“Recht” is het geheel van dwingende leefregels ter beveiliging van de belangen van de samenleving,
waarbij de dwang uitgaat van de overheid. Van ieder mens wordt verwacht deze regels na te leven.

- Privaatrecht
Afspraken tussen mensen onderling (relaties) en tussen mens en bedrijf (werk). Tussen burgers
onderling (bijv. huwelijk, echtscheiding, koop, lening, huur, contracten, ontslag en voogdijschap).
- Publiekrecht
Regels over de verhouding tussen de burger en de overheid en tussen overheidsinstanties.
Onder het Publiekrecht valt het Strafrecht:
▪ Strafrecht is vastgelegd in wetgeving.
▪ Het “recht” bevat de regels waaraan iedereen zich moet houden; je mag niet stelen, geen wapens
gebruiken, drugs dealen of verkeersovertredingen plegen.
▪ De “straf” is bedoeld om je te laten boeten voor wat je hebt gedaan en om je tot inkeer te laten
komen (bijvoorbeeld gevangenisstraf of geldboete; dit is bepaald door de wet).
▪ Iemand is strafrechtelijk minderjarig tussen 12 - 17 jaar (wordt volgens het jeugdstrafrecht bestraft).

1.2 Rechters
Rechters hebben hun eigen vakgebied, zowel binnen privaat- als publiekrecht. Nederland bestaat uit 11
arrondissementen (gebieden) en dus ook uit 11 rechtbanken die verschillende soorten rechters hebben:

Kantonrechter - Privaatrecht; Bijvoorbeeld snelheidsovertredingen
meningsverschillen
- Strafrecht; lichte overtredingen
Politierechter - Minder ernstige misdrijven Maximaal 12 maanden gevangenisstraf
Kinderrechter - Strafzaken van jongeren van 12 Bij zaak kinderrechter mag géén publiek
– 18 jaar (kinderen onder 12
kunnen niet worden vervolgd)
Economische - Strafbare feiten door bedrijven Bijvoorbeeld niet naleven milieuregels,
rechter die onterecht economisch open zijn buiten openingstijden of
voordeel hebben behaald nagemaakte goederen aanbieden
Meervoudige kamer - 3 rechters met 1 van hen als Behandelen zwaardere misdrijven in het
voorzitter/ president strafrecht; uitspraak na 2 weken

1.3 Kijkje in een rechtszaak
Bij de politierechter zijn aanwezig:
De rechter Doet uitspraak of verdachte strafbaar is De rechter stelt tijdens de
rechtszitting vragen aan de
verdachte
De griffier Noteert wat tijdens rechtszaak gezegd
wordt
De officier van Vertelt wat verdachte gedaan zou hebben Dagvaart hiervoor eerst de
justitie (OvJ) en eist straf voor die daad verdachte (roept deze op)
De verdachte Verdachte hoeft niet verplicht op te komen Beantwoordt vragen van de rechter
dagen en heeft ook het laatste woord.
De advocaat Verdedigt verdachte als hij is ingeschakeld De advocaat van de verdachte
van verdachte (is niet verplicht) reageert op de straf die de OvJ eist.
Het publiek Meeste strafzaken zijn publiektoegankelijk
Na het laatste woord van de verdachte, doet de rechter uitspraak (veroordeling tot gevangenisstraf,
taakstraf of geldboete óf vrijspraak). Redenen om niet te vervolgen zijn bijv. noodweer (handelen uit zelf-
verdediging). Als iemand het niet eens is met de uitspraak, kan hij binnen 14 dagen in hoger beroep gaan.

,H2 Wet particuliere beveiligingsorganisatie en recherchebureaus
(4/40 punten)
2.1 Belangrijke begrippen Wpbr
De Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus (Wpbr) is van toepassing op
bedrijven die zich beroepsmatig bezighouden met beveiligings- en recherchewerkzaamheden en heeft als
doel te zorgen voor:
- Een hoge kwaliteit van bedrijven in de beveiligingsbranche;
- Betrouwbaar personeel;
- Goede afstemming met het werk van de politie;
- Een goede presentatie van beveiligingsorganisaties naar opdrachtgevers en klanten.

Een particuliere beveiligingsorganisatie
Een particulier bedrijf dat gericht is op het verrichten van beveiligingswerkzaamheden.

Beveiligingswerkzaamheden
Het bewaken van de veiligheid van personen en goederen of het waken tegen verstoring van de orde en
rust op terreinen en in gebouwen.

Een particulier recherchebureau
Met winstoogmerk op verzoek van een derde recherchewerkzaamheden verrichten; cliënten helpen bij het
vinden van de waarheid en het samenstellen van een dossier met bewijsmateriaal voor een aangifte en/of
rechtszaak (privédetective voor particulieren of bedrijfsrecherche voor bedrijven).

Recherchewerkzaamheden
Het vergaren en analyseren van gegevens.

2.2 De vergunning
Beveiligingsorganisaties en recherchebureaus moeten een vergunning hebben van de minister van Justitie
en Veiligheid om beveiligingswerk of recherchewerk te mogen uitvoeren. Een vergunning wordt verleend
voor een periode van maximaal 5 jaar en kan steeds worden verlengd voor max. 5 jaar voor:
1. Particuliere beveiligingsorganisatie;
2. Particuliere bedrijfsbeveiligingsdienst;
3. Particuliere alarmcentrale;
4. Particulier geld- en waardetransportbedrijf (geldwagens);
5. Overige particuliere beveiligingsorganisaties.

Voorwaarden voor vergunning voor een beveiligingsorganisatie:
- Moet afspraken hebben gemaakt (met de plaatselijke politie en de korpschef van politie en/of met
de commandant van de Koninklijke Marechaussee);
- Moet volledige en regelmatige uitvoering van werkzaamheden kunnen verzorgen;
- Moet goedgekeurde uniformen hebben (met V-embleem en mag niet lijken op politie-uniform);
- Moet toestemming hebben van de politie voor het personeel (beschikken over erkend diploma en
geen strafblad hebben in afgelopen 4 of 8 jaar);
- Moet voorkomen dat vertrouwelijke informatie verloren gaat (of in handen van onbevoegden komt);
- Moet goedgekeurde instructies hebben (goedgekeurd door de minister van Justitie en Veiligheid);
- Moet een (goede) klachtenregeling hebben.

2.3 Controle
De korpschef van de politie bepaalt of je aan het werk mag als beveiliger (of ander uniformberoep).
Hierbij gebruikt de korpschef het antecedentenonderzoek (onderzoek waarin de achtergrond en het
verleden van een persoon worden nagegaan: “screenen”). Door werkgevers wordt meestal om een
Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) gevraagd voordat een beveiliger in dienst komt.
 Vergunning en VOG worden via de Dienst Justis afgegeven.

Wanneer een beveiligingsorganisatie zich niet aan de regels houdt, kan de organisatie een bestuurlijke
boete van de minister van Justitie en Veiligheid krijgen. In sommige gevallen kan dit zelfs leiden tot het
intrekken van een vergunning.


Samenvatting Wet- en Regelgeving Beveiliger 2 Basis 2

,De politieambtenaren van afdeling korpscheftaken en (onder)officieren van de Koninklijke
Marechaussee houden toezicht op naleving van regels uit de Wpbr; zij mogen inlichtingen vragen aan de
beveiligingsorganisaties en mogen de vestigingsplaats betreden.

2.4 Legitimatiebewjizen
Verschillende soorten:

Grijs legitimatiebewijs Beveiligers die in het bezit zijn van het diploma Beveiliger (3 jaar geldig)
Blauw legitimatiebewijs Event Security Officer (ESO): niet in het bezit van diploma Beveiliger
maar certificaat ESO heeft behaald. (Meestal wordt
evenementbeveiliging als bijbaan uitgevoerd, (3 jaar geldig)
Oranje legitimatiebewijs Gecertificeerde voetbalstewards in het betaald voetbal (3 jaar geldig)
Geel legitimatiebewijs Diploma Particulier Onderzoeker (werken voor particulier
recherchebureau/privé detective, 3 jaar geldig)
Groen legitimatiebewijs Beveiliger in opleiding (ook voor Event Security Officer en
alarmcentralist in opleiding; max. 12 maanden geldig)
Ezelsbruggetje: nog een groentje



H3 Wetboek van Strafvordering (11/40 punten)
3.1 Opsporingsambtenaren
Het Wetboek van Strafvordering (WvSv) regelt wie wat mag als er sprake is van een strafbaar feit.
Er staan regels in voor de burger (onder wie beveiligers), maar ook voor de opsporingsambtenaren (zoals
politie en buitengewoon opsporingsambtenaren) en de persoon die verdacht wordt (de verdachte).
 Let op: een beveiliger is een burger! Als een beveiliger iemand onterecht aanhoudt, kan de
beveiliger zelf verdachte worden (van wederrechtelijke vrijheidsberoving)

De opsporingsambtenaren worden in het wetboek gesplitst in:
- Algemene opsporingsambtenaren (bijv. officier van justitie, politieambtenaar en aangewezen
militairen van de Koninklijke Marechaussee)
- Buitengewoon opsporingsambtenaren / boa’s (bijv. controleur in de trein, boswachter en ambtenaar
douane)

Een opsporingsonderzoek wordt ingesteld om strafbare feiten aan te tonen; dit gebeurt onder leiding
van een opsporingsambtenaar. Er wordt gekeken of er voldoende bewijs is om een rechtszaak te starten
zodat de rechter kan controleren of de betrokkenen zich aan de regels hebben gehouden (dit kan namelijk
voor de verdachte allerlei gevolgen hebben).

Strafbare feiten

Misdrijf Overtredingen

Iedereen die een strafbaar feit pleegt, treft schuld aan het strafbaar feit

De officier van justitie (OvJ) is de leider van de politieagenten als het gaat over het opsporen van strafbare
feiten; de politieagent maakt een proces-verbaal op en stuurt dit naar de officier van justitie die vervolgens
de zaak:
- Kan seponeren (de zaak laten vervallen);
- Af kan doen door een schikking naar de verdachte te sturen (bijv. een geldboete) of;
- Naar de rechter kan gaan (dan stuurt hij de verdachte een dagvaarding dat deze voor de rechter moet
verschijnen).

3.2 Dwangmiddelen
Het woord Dwangmiddelen geeft aan dat het middelen zijn die tegen de eigen wil van de verdachte kunnen
worden toegepast. De wet geeft duidelijk aan wie bevoegd is om dwangmiddelen toe te passen en welke
dwangmiddelen er toegepast mogen worden.


Samenvatting Wet- en Regelgeving Beveiliger 2 Basis 3

,Dwangmiddelen zijn onder andere:
- Aanhouden (gearresteerd worden en dus iemand van zijn vrijheid beroven)
- Staande houden (moeten blijven staan om de identiteit bekend te maken)
- In beslag nemen (spullen die iemand bij zich heeft worden afgepakt)
- Een onderzoek aan kleding (dit gaat een stuk verder dan fouilleren)
- Een onderzoek aan lichaam

3.3 De verdachte
De verdachte van een strafbaar feit hoeft niet degene te zijn die het strafbaar feit ook daadwerkelijk heeft
gepleegd. De rechter bepaalt of een verdachte schuldig is en van een verdachte een dader wordt.

Tegen een verdachte kunnen verschillende dwangmiddelen worden gebruikt, zoals arresteren
(aanhouden).

Een verdachte heeft een aantal rechten zoals:
- Het recht op een advocaat;
- Het recht tot zwijgen;
- Het recht om te weten waarvan hij wordt verdacht.

 Goede kennis van wanneer iemand wel of geen verdachte is, hoort bij het vak van beveiliger.
=> Geen verdachte betekent géén dwangmiddel en dus géén aanhouding.
Een opsporingsambtenaar mag iemand opsluiten in een auto; een burger (en dus beveiliger) nooit!

Er zijn 2 soorten verdachten:
1. Verdachte voordat de vervolging is aangevangen
Om te kunnen spreken van een ‘verdachte’ moet aan 3 voorwaarden worden voldaan:
- Feiten (iets wat jij of een getuige hebt waargenomen) of omstandigheden (een situatie aantreffen
waarbij het eigenlijk niet anders kan zijn dan dat de persoon het heeft gedaan);
- Een redelijk vermoeden van schuld;
- Een strafbaar feit.

2 Verdachte tegen wie de vervolging is gericht
De vervolging start vanaf het moment dat de officier van justitie door een handeling duidelijk maakt hoe
hij de zaak wil laten aflopen. Dit kan pas als hij het proces-verbaal van de opsporingsambtenaar heeft
ontvangen. Hij kan dan besluiten de verdachte een boete te sturen, maar ook hem te dagvaarden om
voor de rechter te verschijnen).

3.4 In aanraking komen met een persoon die een strafbaar feit pleegt
Aanhouden is een wettelijke bevoegdheid waarvan iedereen gebruik kan maken.
Er moet echter wel sprake zijn van:
- Een verdachte;
- Een redelijk vermoeden van schuld aan enig strafbaar feit;
- Een heterdaad situatie (terwijl het wordt begaan of terstond (vlak) daarna).

 Als beveiliger (en dus ook als burger) mag je, net als de opsporingsambtenaar, een verdachte
aanhouden bij ontdekking op heterdaad. Je berooft de verdachte in dat geval van zijn vrijheid (door
aan te houden). Het ontdekken van heterdaad betreft zien, horen, ruiken, proeven of voelen.
Heterdaad geldt slechts korte tijd. Alleen bij heterdaad mag de beveiliger aanhouden; buiten
heterdaad mag dat niet. Heterdaad is overdraagbaar aan een collega door bijvoorbeeld door middel
van een portofoon het signalement van de verdachte door te geven.
Rekeninghoudend met je eigen veiligheid, vertel je de verdachte dat hij is aangehouden en waarvan
hij verdacht wordt: “Ik houd u aan vanwege diefstal. U wordt aan de politie overgedragen”.

Let op: niet te verwarren met staande houden (iemand vragen zich bekend te maken/identificeren)!
Een beveiliger mag iemand NIET staande houden, wél aanhouden.

Na aanhouding moet je als beveiliger de verdachte onverwijld (onmiddellijk) overdragen (aan een
bevoegde opsporingsambtenaar: deze direct bellen). Je mag in afwachting van de komst van de
opsporingsambtenaar bijvoorbeeld wel namen van getuigen noteren (NIET van de verdachte).

Samenvatting Wet- en Regelgeving Beveiliger 2 Basis 4

, Een opsporingsambtenaar heeft vervolgens de verplichting de verdachte ten spoedigste over te brengen
naar een plaats van verhoor en hem daar voor te geleiden aan een hulpofficier van justitie.
Na de voorgeleiding zijn er 3 mogelijkheden voor de verdachte:
- De verdachte wordt in vrijheid gesteld;
- De verdachte wordt opgehouden voor verder onderzoek (langer vastgehouden);
- De verdachte wordt in verzekering gesteld (opgesloten in een cel).
Het aanhouden “buiten heterdaad” gaat met ‘getrapte’ bevoegdheid. Het is geen zelfstandige
bevoegdheid van een opsporingsambtenaar maar getrapt (met hogere functies/in rang): Iemand mag
buiten heterdaad alleen worden aangehouden voor feiten waarop voorlopige hechtenis staat en alleen
als er mondeling of schriftelijk bevel is van de hulpofficier van justitie als het bevel van de OvJ niet kan
worden afgewacht. Als het niet afgewacht kan worden, dan mag de opsporingsambtenaar zelf de
verdachte aanhouden. (Strafbare feiten waarop voorlopige hechtenis staat; 4 jaar of meer gevangenisstraf).

Alleen opsporingsambtenaren mogen staande houden (dit staande houden wordt gebruikt om de gegevens
van de verdachte te krijgen om in het proces-verbaal op te kunnen nemen). De verdachte mag daarna
meestal weer weg. De opsporingsambtenaar kan ook besluiten om iemand aan te houden (als de
verdachte wat ergers heeft gedaan, of zich niet kan identificeren of een valse naam opgeeft). Hij wordt dan
van zijn vrijheid beroofd en meegenomen naar het politiebureau om aan de (hulp)officier van justitie te
worden voorgeleid. Er moet een verdachte zijn, maar er hoeft geen heterdaad te zijn.
 Een beveiliger is een burger, geen opsporingsambtenaar. Beveiligers mogen een verdachte
nooit staande houden (wel aanhouden bij ontdekking op heterdaad en onmiddellijk overdragen).

3.5 In beslag nemen
Inbeslagneming: onder inbeslagneming van enig voorwerp wordt verstaan het onder zich nemen of gaan
houden van dat voorwerp ten behoeve van de strafvordering (een voorwerp tijdelijk afpakken). In beslag
nemen heeft als doel de waarheidsvinding te helpen. De verdachte heeft dus iets bij zich wat tijdens de
rechtszaak als bewijs kan dienen. Het is een dwangmiddel. Bijv: een breekijzer dat een inbreker bij zich
had, maar ook de spullen die hij tijdens de inbraak heeft gestolen.

Een opsporingsambtenaar heeft de bevoegdheid om voorwerpen in beslag te nemen.
Als beveiliger mag dat niet. Een beveiliger mag wel voorwerpen in bewaring nemen, maar dat valt buiten
het Wetboek van Strafrecht (WvSr).

 Een beveiliger mag dus als hij spullen aantreft die als bewijsmateriaal mogelijk in een rechtszaak
kunnen dienen NIET in beslag nemen, ook al heeft hij aangehouden. De beveiliger mag wel tegen
de verdachte zeggen dat hij het voorwerp op tafel mag leggen of aan jou mag geven.
Als je als burger/beveiliger spullen pakt, dan is dat diefstal!

Let op: Er is dus een verschil tussen voorwerpen “in bewaring nemen” en “voorwerpen
in beslag nemen”!

3.6 Onderzoek aan lichaam en kleding
Volgens de Grondwet mag iemand niet worden onderzocht aan lichaam en kleding. Toch heeft Wetboek
van Strafvordering (WvSv) regels opgesteld wanneer onderzoek aan lichaam en kleding mag plaatsvinden:
- Bij een aangehouden verdachte waartegen ernstige bezwaren bestaan, mag er onderzocht
worden aan kleding door een opsporingsambtenaar (op verzoek van de (hulp)officier van justitie);
- Bij een aangehouden verdachte waartegen ernstige bezwaren bestaan, mag het lichaam
onderzocht worden door een arts op verzoek van de (hulp)officier van justitie (een ernstig bezwaar
is meer dan een redelijk vermoeden).
(Onder onderzoek in het lichaam wordt verstaan: het uitwendig bekijken van openingen en holten
van het onderlichaam, röntgenonderzoek, echografie en het inwendig manueel onderzoek van de
openingen en holten van het lichaam). De arts is bij voorkeur van hetzelfde geslacht als de
verdachte en het onderzoek vindt plaats op een besloten plek).

Let op: beveiligers (en dus iedere burger) mogen nooit onderzoek aan lichaam en
kleding verrichten

Samenvatting Wet- en Regelgeving Beveiliger 2 Basis 5

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Yanieksp. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

66579 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,49  13x  vendu
  • (11)
  Ajouter