Oefentoets leesvaardigheid en argumentatietheorie [ANTWOORDEN]
57 vues 0 fois vendu
Cours
Nederlands
Type
VWO / Gymnasium
Deze oefentoets gaat heel goed samen met de paragrafen 19 t/m 22 uit het boek Kern Nederlands Taal & Cultuur voor VWO 5. Dit bestand bevat alleen de antwoorden! Voor de vragen en teksten moet je even op mijn profiel kijken of koop ze in een bundel!
Bij vragen stuur gerust een berichtje!
Bij deze toets hoort een bijlage waarin de teksten van deze toets staan Lees ze
goed door. Lees vervolgens de vragen nauwkeurig.
Let op de formulering van je antwoord. Op de echte toets tellen spelling en
grammatica mee. Succes!
Lees de tekst ‘Met ‘leesplezier’ krijg je kinderen niet aan het lezen, zet in op
boekenstraf’ (tekst 1 in de bijlage) en beantwoord de vragen.
1 ‘De situatie in Nederland is zorgelijk.’ (regel 19-20)
a Geef de ondersteunende argumentatie bij dit standpunt in weer in een schema. (3 p)
Standpunt
De situatie in Nederland is zorgelijk.
Argument 2
Argument 1
Het vermogen tot diep lezen
Jongeren lezen wel, maar vooral
neemt af en heeft plaats
korte teksten op schermen. (1 p)
gemaakt voor ‘skimmen’. (1 p)
b Leg uit waarom hier sprake is van afhankelijke dan wel onafhankelijke argumentatie.
(1 p)
Afhankelijk: Beide argumenten samen laten zien hoe zorgelijk de situatie is. /
De argumenten versterken elkaar.
2 De auteur vat samen welke negatieve gevolgen ontlezing volgens de Onderwijsraad
heeft.
a Welke gevolgen zijn dat? (2 p)
1) Laaggeletterdheid gaat de samenleving miljoenen kosten. (1 p)
2) Het functioneren van het individu komt in gevaar, wanneer die zijn
verbeeldingskracht en kennis niet ontwikkelt. (1 p)
b Welk negatief gevolg van ontlezing voegt de auteur verderop in de tekst zelf toe? (1
p)
Er gaat kennis verloren.
3 ‘…maar de ontlezing woont bij mij in huis…’ (regel 32-33)
Leg in eigen woorden uit wat de auteur hiermee bedoelt. (1 p)
Haar eigen kind leest ook niet veel.
, 4 Wat is de functie van alinea 5 ten opzichte van alinea 4? (1 p)
A Alinea 5 is een inperking bij alinea 4.
B Alinea 5 is een nuancering bij alinea 4.
C Alinea 5 vormt een argument bij alinea 4.
D Alinea 5 vormt een tegenargument bij alinea 4.
Lees nu de tekst ‘De remedie tegen nepnieuws’ (zie tekst 2 in de bijlage) en
beantwoord de vragen. Een aantal vragen gaat alleen over tekst 2 en een aantal
vragen gaat over zowel tekst 1 als tekst 2.
5 Van welk argumentatieschema maakt de auteur van tekst 2 veelal gebruik in alinea
3, 4 en 5? (1 p) T1
argumentatie op basis van voorbeelden
6 a Leg uit of de auteur in alinea 6 gebruikmaakt van argumentatie op basis van
autoriteit. (1 p)
Er is sprake van een autoriteit, want hij haalt wetenschappelijk onderzoek aan.
b In hoeverre is dit een drogredenering? Verwerk in je antwoord minimaal een
kritische vraag.
(2 p)
De kritische vragen die gesteld kunnen worden zijn: is de autoriteit
daadwerkelijk deskundig en is de autoriteit neutraal? (1 p) Het lijkt te gaan om
deskundige en neutrale wetenschappers, dus betreft het geen drogredenering.
(1 p)
7 Op welke manier introduceert zowel de auteur van tekst 2 als de auteur van tekst 1
het fenomeen nepnieuws? (1 p)
Door voorbeelden te geven waaruit blijkt dat nepnieuws van alle tijden is.
8 In tekst 2 staat: ‘Het klinkt misschien allemaal hopeloos, maar er valt zeker wat aan
te doen. Met onderwijs. Meer speciaal met lessen in kritisch denken.’ (regels 43-44)
Beargumenteer in hoeverre de auteur van tekst 2 hier een heel ander standpunt
inneemt dan de auteur van tekst 1. Verwijs in je argumentatie naar gegevens uit de
tekst(en). (4 p)
Van Haperen (tekst 1) beargumenteert dat nepnieuws alleen bestreden kan
worden met gedegen kennis. (1 p) Merckenbach (tekst 2) beargumenteert dat
kinderen geleerd moet worden om kritisch te denken. (1 p) Het voorbeeld dat
hij daarbij geeft (alinea 6 en 7, tekst 2) draait eigenlijk ook om kennis (over
medisch onderzoek) / kennisoverdracht. (1 p) Je kunt dus zeggen dat ze
hetzelfde bepleiten (alleen noemen ze het anders). (1 p)
Lees de volgende tekst en beantwoord daarna de vragen.
Wat er mis is met vliegschaamte
Bron: Wouter van Noort, NRC Handelsblad, 1 augustus 2019
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Emmavanb. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,30. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.