Uitwerkingen uitdeelcasus (week 1 t/m 7) in stappenplan.
59 vues 4 fois vendu
Cours
Vennootschaps- en rechtspersonenrecht (R_VENREP)
Établissement
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Book
Van de BV en de NV
Dit zijn de uitwerkingen van de uitdeelcasussen over de weken 1 tot en met 7.
De vragen zijn zodanig uitgewerkt dat het duidelijk is welke stappen er vereist zijn voor de beantwoording van de vragen.
Veel succes!
Uitwerkingen MC-vragen Vennootschaps- en rechtspersonenrecht
Uitdeelcasussen Vennootschaps- en rechtspersonenrecht
Werkgroepopdrachten Vennootschaps- en rechtspersonenrecht
Tout pour ce livre (7)
École, étude et sujet
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Rechtsgeleerdheid
Vennootschaps- en rechtspersonenrecht (R_VENREP)
Tous les documents sur ce sujet (29)
Vendeur
S'abonner
g12b12
Avis reçus
Aperçu du contenu
Casus vragen - stappenplan
Inhoudsopgave
Week 1: .............................................................................................................................................................. 2
Is er sprake van een benoemde overeenkomst als bedoeld in het BW resp. WvK? ................................................ 3
Het gaat hier om een vof. Is er een contract tot stand gekomen? Zo ja, tussen welke partijen?........................... 3
Kan X met succes een beroep doen op verrekening? ............................................................................................. 4
Het gaat hier om een maatschap. Kan schuldeiser X, maten A en B aanspreken tot betaling? Zo ja, voor welk
bedrag? .................................................................................................................................................................. 4
Het gaat hier om een CV. Kan schuldeiser X, vennoten A en B aanspreken tot betaling? Zo ja, voor welk bedrag?
............................................................................................................................................................................... 5
Hoe is de draagplicht geregeld? ............................................................................................................................. 6
Week 2 .............................................................................................................................................................. 6
Heeft het niet opnemen van de plaats van de vestiging gevolgen voor het voortbestaan van de stichting? ........ 6
Is de uitkering van vacatiegeld (stichting)in overeenstemming met boek 2 BW? .................................................. 7
Wat is de strekking van 2:285 lid 3 BW? ................................................................................................................ 7
Wanneer is iets in strijd met 2:285 lid 3 BW?......................................................................................................... 7
Heeft de onder curatelestelling gevolgen voor het voortbestaan van de BV (na geldige oprichting)? .................. 7
Heeft het niet plaatsen van aandelen gevolgen voor het voortbestaan van de BV? ............................................. 7
Heeft het overlijden van een medeoprichter, na geldige oprichting van de BV maar voor storting van aandelen,
gevolgen voor het voortbestaan van de BV?.......................................................................................................... 7
Welke rechtspersoon is geschikt voor deze activiteit? ........................................................................................... 7
Kan een rechtspersoon een lid worden bij een vereniging? ................................................................................... 8
Is bestuurder X bevoegd om namens (informele) vereniging A te handelen? ........................................................ 8
Gelet op het voorgaande, stel dat X vertegenwoordigingsbevoegd is, wie mag de wederpartij dan aanspreken?
............................................................................................................................................................................... 8
Week 3 ............................................................................................................................................................... 8
Welk bedrag kan de NV maximaal aan winst uitkeren? ........................................................................................ 8
Gelet op het voorgaande. Wat als het een BV zou zijn?......................................................................................... 8
Heeft A gelijk? ........................................................................................................................................................ 9
Beschrijf de kenmerken van stemrechtloze aandelen en certificering van aandelen. ............................................ 9
Kunnen stemrechtloze aandeelhouders een bestuurder benoemen en ontslaan? ................................................. 9
Kan X apparatuur inbrengen bij wijze van storting op zijn aandelen bij de BV? .................................................... 9
Hoe kan worden bewerkstelligd dat de door X te houden aandelen direct van het moment van oprichting zijn
volgestort? ........................................................................................................................................................... 10
Staat het X vrij om haar aandelen over te dragen? Zo ja, op welke wijze vindt de overdracht plaatst? ............. 10
Hoe dient de uitgifte van aandelen aan A NV te geschieden? ............................................................................. 10
Kan de meerderheid van de aandeelhouders van A NV de inkoop tegenhouden? ............................................... 11
, Is het bestuur gehouden zich aan de aanwijzingen van de algemene vergadering te houden? (BV) .................. 11
Is het bestuur bevoegd om aandelen uit te geven? (BV + joint venture).............................................................. 11
Heeft de AV gelijk? ............................................................................................................................................... 12
Is de N.V. gebonden aan deze koopovereenkomst? ............................................................................................. 12
Op welke wijze kan het bestuur en het toezicht op het bestuur in de nieuwe stichting worden vormgegeven? . 13
Kunnen de statuten van een stichting worden gewijzigd? ................................................................................... 13
Is het bestuur (vereniging) bevoegd tot het verkrijgen van registergoederen? ................................................... 13
Week 5 ............................................................................................................................................................. 13
Kan Hanny de weigering in rechte aanvechten? (Vereniging) ............................................................................. 13
Kan het bestuur, A uit het lidmaatschap laten ontzetten of zijn lidmaatschap opzeggen? ................................. 14
Heeft het besluit tot ontslag ook gevolgen voor de dienstbetrekking? ................................................................ 14
Kan X het besluit tot ontslag laten toetsen door de rechter aan de eisen van redelijkheid en billijkheid? .......... 14
Is de door Bouafa uitgebrachte stem geldig? ...................................................................................................... 14
Gelet op het voorgaande, kan Anton nakoming vorderen van de overeenkomst met Bouafa? .......................... 14
Hoe beoordeelt u de inhoud van deze overeenkomst en een in lijn daarmee door Chris uitgebrachte stem? ..... 15
Onder welke voorwaarden kan X door de stichting aansprakelijk worden gesteld? ............................................ 15
Kan een wederpartij X met succes aansprakelijk stellen voor de door hem geleden schade? ............................. 15
Week 6 ............................................................................................................................................................. 15
Is door de aandeelhouders een geldig besluit genomen? .................................................................................... 15
Is A aandeelhouder van NV geworden? ............................................................................................................... 16
Is het besluit om de boswachter in dienst te nemen geldig?................................................................................ 16
Gelet op het voorgaande, is de boswachter werknemer van de stichting geworden? ......................................... 16
Is het besluit tot ontslag van Kim geldig? Hoe in het geval van een NV?............................................................. 17
Gelet op het voorgaande, wat als na de vergadering blijkt dat Pablo niet aan de in de statuten gestelde eisen
voor bestuurderschap van A la minute BV voldoet? ............................................................................................ 18
Week 7 ............................................................................................................................................................. 18
Is de BV gebonden aan de overeenkomst?........................................................................................................... 18
Gesteld dat Plato BV niet aan de overeenkomst is gebonden, betekent dit dan ook dat Baibai Steel NV niet aan
de overeenkomst is gebonden? ............................................................................................................................ 18
Is het besluit van het bestuur tot overname van de Belgische drukkerij geldig? ................................................. 18
Gelet op het voorgaande, is Druk Pers BV aan de verkrijging van de aandelen van de Belgische drukkerij
gebonden?............................................................................................................................................................ 19
Is Druk Pers BV aansprakelijk voor de door Bink Pers BV geleden schade? ......................................................... 19
Wie kan Busman BV aanspreken tot betaling? .................................................................................................... 19
Wie kan Webdesign BV aanspreken tot betaling? ............................................................................................... 20
Week 1:
, Is er sprake van een benoemde overeenkomst als bedoeld in het BW resp. WvK?
Vijf kenmerken personenvennootschap:
• Contractuele samenwerking:
o Samenwerkende dierenartsen: vormvrij.
o Ook duurzaam?
• Met inbreng van vennoten:
• Gericht op het behalen van voordeel
• Ter verdeling van de deelnemers.
Bepaal vervolgens of er sprake is van een maatschap:
Ø nl. uitoefening van beroep?
Ø Onder gemeenschappelijke naam?
o Ja, openbaar.
o Nee, stil.
Ø Uitoefening van bedrijf + onder gemeenschappelijke naam?
Dan vof of CV. Let vooral op of er commanditaire vennoten zijn.
Het gaat hier om een vof. Is er een contract tot stand gekomen? Zo ja, tussen welke
partijen?
Het gaat hier om externe verhoudingen, want een contract is aangegaan met een wederpartij.
Situatie 1:
In beginsel is iedere vennoot handelingsbevoegd (17 WvK), zolang hij binnen het doel van de
vennootschap handelt (het doel is onbeperkt als vof niet ingeschreven is in handelsregister).
Ø Ja, dan is iedere vennoot is gebonden. De wederpartij kan iedere vennoot en ook de vof
aanspreken (18 WvK).
Ø Nee. Vennoot heeft dus onbevoegd gehandeld.
o Hebben andere vennoten dit hersteld middels bekrachtiging, schijn van
volmacht, baattrekking (7A:1681 BW)?
§ Ja, dan is iedere vennoot als vof gebonden.
§ Nee? Dan is alsnog iedere vennoot gebonden (18 WvK)
Situatie 2:
In beginsel is iedere vennoot handelingsbevoegd (17 WvK), zolang hij binnen de afspraken van
de vennootschap handelt. Deze afspraak dient te worden ingeschreven in het handelsregister (lid
2).
Ø Ja, want afspraak in handelsregister en handelende vennoot trad op conform afspraak.
Iedere vennoot is gebonden. De wederpartij kan iedere vennoot en ook de vof
aanspreken (18 WvK).
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur g12b12. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.