Samenvatting Bestuur en Beleid
Les 1: Inleiding en de rol van de publieke sector
Introductie tot de bestuurskunde:
= Bestuurskunde = (sturen) vormgeving van samenleving en rol van de overheid
= vervlochten = economie, recht, politicologie, bestuurskunde
= Sferen in de samenleving
= Meta-analyse = kijken naar manier waarop we kijken naar samenleving om rol staat
en organisatie overheid na te denken
= Creatie gemeenschappelijk kijken en beeldtaal over organisatie/vormgeving
= Sturing van individueel gedrag = 4 sferen (staat, markt, gemeenschap, middenveld)
= Werelden waarin individu wordt opgenomen/binnentreedt ≠ ontsnappen
= bouwblokken in/van samenleving
= Samenleven = politiek georganiseerd verbanden, met alle noodzakelijke relativering
over territoriale grenzen en over door elkaar lopen van politieke gemeenschappen.
= Samenleving = Breed opvatten
= niet vastomlijnd, ookal bakent samenleving zijn grenzen af.
= meest brede invulling = wereld/globale samenleving
= steeds meer concrete, zichtbare en dagelijkse impact op persoon
= kan betrekking hebben op kleine schalen (buurt) = lokale verschillen
= meertalige betekenis + grenzen relatief
= Elke samenleving die politiek georganiseerd is = verhoudingen 4 sferen
= elk eigen kenmerken, die onderling in verband/beïnvloeden, tijd/ruimte
veranderlijk
= geheel sferen en onderlinge relaties bepaalt hoe samenleving in elkaar zit +
hoe burgers samenleving ervaren
= die kenmerken/verhoudingen = samenlevingen verschillen
= Persoon = iedereen komt in aanraking
met staat, gemeenschappen, markt,
maatschappelijk middenveld
= 1. Sfeer gemeenschappen = relatie
individu & sfeer gemeenschappen.
Elke persoon = individuele private sfeer
= relaties aangaan, familie/sociale
netwerken -> gemeenschappen in
allerlei vormen.
Relaties = machtsvrij/horizontaal
(informeel en indirect)
1
,= 1. Sfeer gemeenschappen = relatie individu & sfeer gemeenschappen.
= wereld van rechten en vrijheden private sfeer (nature deel uitmaken)
= grotendeels door staat bepaald + verschillen in
samenlevingen
= bepaald door keuzes samenleving (voortdurende
verandering)
= private sfeer gemeenschappen = geen dwang
= ideaaltypisch = realiteit wel dwingend
= sociale druk/maatschappelijke verwachting = sturend
= vrijheid vaak begrenst door sociaal eco positie of
kenmerken mensen onderling (man vs vrouw)
= private sfeer nooit helemaal privaat
= bv. mondmasker = sociale normen/sancties = elkaar aanspreken
= 2. Sfeer staat
= abstract begrip = betrekking op geheel van overheden/instellingen
(alle territoriale niveaus) die optreden voor algemeen belang & ons
verplichten, stimuleren, ondersteunen, verhinderen
= burgers/samenleving geven vorm = voortdurend politiek debat over
rol van staat en manier waarop hij moet optreden (bv.
rechten/plichten private sfeer = uitbreiden/inperken)
= overheden = politieke systeem op elk niveau, administraties die
beslissingen voorbereiden/uitvoeren, rechtelijke machten (formeel)
= staat = wetgevende, uitvoerende, rechtelijke machten samen =
geheel van (publieke) instellingen + bindende beslissingen
= verhoudingen instellingen verschillen sterk staat tot staat
= neemt op territoriale niveaus beslissingen = kan dwingend
optreden
= bevoegdheden, plichten, rechten = democratisch regels
= vastgelegd in grondwet, geheeld wetten, decreten,
voorschriften,…
= kan dwingen/straffen = exclusief kenmerk (legitiem
geweld) maar kan ook belonen
= keuzes waar staat zich mee bezighoudt = discussie
politiek systeem = interne organisatie, welke
bevoegdheden, verhoudingen tussen sferen,…
= burgers = ‘voice’ = protest/steun = verschillende manieren
= verkiezingen = voorkeur beleid staat (democratische
legitimiteit)
= 3. Sfeer markt(en) = verhoudingen vraag & aanbod = steunen op ruilrelaties
= samenleving vormt/stuurt markt
= burger = klant/consument = (commerciële) producten, cultuur,…
= Kunnen markt verlaten (exit) = niet aankopen
= vs sfeer van staat = bv. organisatie onderwijs
= bedrijven/non-profit organisaties = overleven via investeringen/winst
2
, = perfecte markten = vraag/aanbod tussen gelijke bedrijven en gelijke
klanten -> realiteit = asymmetrische relaties
= rol van sociale media (tussen sferen in) en reclame
= 4. Sfeer civil society = maatschappelijk middenveld
= organisaties opgericht door burgers waarin ze zich verenigen
= middenveld = verbonden klassieke/sterk verzuilde organisaties
= gevoelig in politieke context
= civil society = vermijdt associatie + dekt beter lading
= grote hoeveelheid en variantie soorten initiatieven waarbij
burgers zich organiseren = burgerinitiatieven
= maatschappelijke doelen nastreven door groepsvorming
= steunt op vertrouwen burgers = elkaar vertrouwen = sociaal kapitaal
= vertrouwen in organisaties die ze samen oprichten
≠ vertrouwen = organisatie niet overleven = gebrek vrijwillige
inzet burgers
= verenigingen = brede waaier soorten/vormen
= culturele/sociale/economische sfeer
= kleine (culturele) informele & grote formele
= belang = meervoudig = individueel sterker maken (ook in private) en
versterken door samenwerking, oefent druk uit op de markt, bundelt
belangen/eisen t.o.v. overheid/politieke agenda
= druk op sferen van het private, markt & staat
= sferen oefenen zelf ook invloed uit op civil society
= geheel rollen onderscheidt het van gemeenschappen
= Verhoudingen 4 sferen
= Staat en andere sferen (direct en indirect)
= staat = grote impact op private van gemeenschappen
= bepaald rechten/vrijheden/regels/individuele keuzes
= regels = beperken of verruimen vrijheden
= GW, parlementen, rechtsregels en rechtbanken beschermen
burger + controle politiek systeem via organen
= inperken macht van de staat
= staat = grote impact op markt (bv. belastingen, subsidies)
= regels waar bedrijven zich aan moeten houden
= reguleert/stuurt gedrag bedrijven (sociale/ecologische
overwegingen = ook door middenveld))
= werkt samen met bedrijven = publiek-private samenwerking
= soms schuiven bedrijven naar grenszone tussen sferen
= deregulering/privatisering/liberalisering van
overheidsondernemingen = materies vermarkten of overdragen
aan de markt (kan daar op terugkomen).
= staat = impact op middenveld (ondersteuning (financieel))
= regels mogelijk/moeilijker verenigen
= samenwerking voor allerlei maatschappelijke opdrachten
= historische wortels = eerste vorm sociale zekerheid
3
, = publieke taken te vervullen = bv. ziekenfondsen
= discussie = blijven ondersteunen?
= Markt en andere sferen
= markt = grote impact op private sfeer
= bv. manier werkorganisaties in bedrijven geregeld,
bepaald groot deel keuzes
= bepaald groot deel producten die we kopen -> beïnvloeden
= reclame en andere vormen beïnvloeding gedrag
= maakt keuzevrijheid relatief
= markt = grote impact op staat (omgevingsfactoren)
= via lobbyen voor belangen of druk om keuzes
algemeen belang
= sterke banden vertegenwoordigers en marktpartijen
= constante stroom beïnvloeding
= markt = grote impact op civiel society
= bedrijven/sectoren komen op voor hun belangen
= invloed acties in en door staat/middenveld
= middenveld tendens vermarkting
= voor bepaalden producten/diensten in concurrentie
met marktpartijen (bv. ziekenfondsen)
= delen evolueren naar meer commerciële organisaties
= schuiven op naar markt sfeer
= middenveld kan ook door markt worden overgenomen
= bv. private woonzorgcentra
= Gemeenschap en andere sferen
= algemene evolutie = gemeenschappen hebben als maar meer over
de staat (natievorming)
= David Cameron = alle taken moeten naar lokale gemeenschappen
= besparingsoperatie
= Verhoudingen 4 sferen verschillen in tijd en ruimte = context maakt/verklaard
= Politieke ruimte verschillen in verhoudingen = voorwerp politieke keuzes
van machtsverhoudingen tussen sferen
= afhankelijk van geschiedenis/ideologische klemtonen
= voorbeeld ruimte = uitbouwing middenveld BE vs Oostblok
= vb. keuze kleine staat + middenveld meer verantwoordelijkheid =
verkleining sfeer staat en vergroting sfeer middenveld
= schema (pg 1) = dynamische invulling
= Bijna alle politieke kwesties over maatschappelijke problematieken zijn
samen te vatten in schema en komen neer op keuzes verhoudingen sferen
= opvattingen niet meer duidelijk te onderscheiden zoals in verleden
= Algemene termen (schema pg 1) die niet gebonden zijn aan bepaalde sfeer
= Publieke & private sfeer
= publieke = staat
4