Omdat persoonlijkheidspsychologie een moeilijk vak is met enorm veel concepten en theorieën die op elkaar lijken maakte ik er mindmaps van.
Mindmaps zorgen ervoor dat je brein in één oogopslag de structuur van een blad kan opslaan en zo later gemakkelijker het ene concept aan de juiste theori...
STABILITEIT VANUIT DE KLASSIEKE PERSOONLIJKHEIDSPSYCHOLOGIE
historische visie persoonlijkheidspsychologen: persoonlijkheid is stabiel;
hoe je bent als kind zo ben je als jongere en volwassene
je kan vanuit omgeving wel een beetje de wijze waarop persoonlijkheid
zich uit sturen maar de basic tendencies (onderliggende tendensen) blijven
stabiel
LES 4: PERSOONLIJKHEIDSONTWIKKELING
VERANDERING VANUIT DE ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE
heel veel verandering/ontwikkeling
kinderen zijn veel actiever dan volwassenen en jongeren iets passiever →
normatieve veranderingen/eigenschappen typisch aan bepaalde
ontwikkelingsfase
ONDERZOEKSTERREIN “PERSOONLIJKHEIDSONTWIKKELING” DOEL VAN STUDIE PERSOONLIJKHEIDSONTWIKKELING: MEEST CENTRALE
VRAGEN
in terrein van persoonlijkheidsontwikkeling beide visies proberen
integreren: kijken naar wat is stabiel en in welke mate is er stabiliteit en - waarom is persoonlijkheid stabiel, zelfs als levensomstandigheden
waar zit de verandering en hoe kunnen we die verandering begrijpen onstabiel zijn
→ balans tussen stabiliteit/continuïteit – verandering van persoonlijkheid - waarom verandert persoonlijkheid bij de een meer dan bij de ander
over tijd heen zoeken - zijn mensen in bepaalde levensfasen doorgaans meer stabiel qua
persoonlijkheid dan in andere fasen
voorwaarden om van verandering of ontwikkeling te spreken:
- hoe geven levenservaringen vorm aan wie we zijn en wie we worden
- de verandering is eigen aan het individu
- de verandering is van lange duur (geen humeur/emotie)
,EEN HISTORISCHE EVOLUTIE EMPIRISCHE PERSPECTIEVEN OP PERSOONLIJKHEIDSONTWIKKELING
- men ging uit van stabiliteit
- als er verandering was dan is het voor de leeftijd van dertig jaar a) structurele stabiliteit/verandering
- vfm ging ervanuit dat er geen verandering is maar als er is dan vroeg in b) absolute stabiliteit/verandering
de ontwikkeling c) rang-orde stabiliteit/verandering
- shift: evidentie adhv longitudinale studies voor verandering na dertig d) coherence
jaar (nuance)
→ analyse op groepsniveau
→relatieve stabiliteit vanaf dertig jaar ipv absolute stabiliteit
- onveranderlijkheid ≠ onveranderbaarheid e) ipsatieve stabiliteit/verandering
→onveranderbaarheid= het niet veranderen van de persoonlijkheid na
→analyse op individueel niveau
intensieve pogingen daartoe, stabiliteit ondanks poging tot veranderen
(behandeling persoonlijkheidsstoornissen)
ABSOLUTE CONTINUÏTEIT
STRUCTURELE CONTINUÏTEIT
= vergelijking van de gemiddelde score van een groep over de tijd/i.f.v.
- puur methodologisch leeftijd ~ onderzoeken van normatieve veranderingen in een populatie
- wat: nakijken of de wijze waarop eigenschappen die je samen meet (absolute stijging/daling)
(big five) zich structureel gezien over tijd heen op dezelfde manier
tegenover elkaar verhouden = is het zo dat een bepaalde groep mensen verandert gemiddeld gezien op
- enkel dan weet je dat het geen methodologisch artefact is een bepaalde trek over de tijd (stijging/daling meten op een bepaalde trek
- hoe: kijken naar de similariteit van de covariantiematrix over metingen op twee verschillende tijdstippen/ bij twee verschillende leeftijdsgroepen)
heen (bv. over leeftijd)
- Indien sprake van structurele variatie = ontwikkelingstransformatie van voorwaarde 1: structurele continuïteit
het construct voorwaarde 2: meerdere keren meten van dezelfde trek
drie designs voor meten van absolute continuïteit:
onderzocht met SEM (structural equation modelling): fit van 2 modellen - cross-sectioneel design (meting over leeftijden van verschillende
vergelijken personen) →niet met zekerheid zeggen dat het geen cohort effect is
→model 1: correlaties vrij geschat voor elk tijdstip →kijken of model - cross-cultureel design (meten over culturen)
fit die hieruit komt een goede fit is - longitudinaal design (meten over tijd van dezelfde personen) →wel
→model 2: correlaties moeten gelijk zijn voor elk tijdstip uitmaken of iets een leeftijdgebonden effect is of cohort effect
als de fit van model 2 beter is dan is er structurele continuïteit
, DIFFERENTIËLE/RANGORDE CONTINUÏTEIT
= hoe stabiel is de positie van de persoonlijkheidstrek die iemand inneemt
tav de groep waartoe men behoort? ~hoe gelijkend blijft de rangorde van
eenzelfde groep personen op een bepaalde persoonlijkheidstrek over de
tijd heen? (als manon nu de meest E is en luna de meest N is dat binnen vier
jaar nog steeds zo of scoren andere mensen meer)
- uitdrukken door correlatie-coefficient over minstens twee tijdstippen
(kan ook over meer)
- onafhankelijk van absolute continuïteit (mean-level) rangorde over tijd blijft gelijk maar de groep daalt gemiddeld gezien op
extraversie. →volledig onafhankelijk van elkaar
COHERENCE IPSATIEVE CONTINUÏTEIT
= de mate waarin een onderliggende trek over de tijd stabiel blijft, = stabiliteit van de configuratie en organisatie van trekken binnen het
ongeacht veranderingen in fenotypische manifestatie (gedrag) individu ~in welke mate verhouden persoonlijkheidseigenschappen binnen
= heterotypische continuïteit een individu zich over de tijd tov elkaar? (ben je tien jaar later nog steeds
= onderliggende trek blijft stabiel maar manier waarop die zich uit hetzelfde soort type mens)
verandert naargelang ontwikkelingscontext waarin iemand zich bevindt
(leeftijd) (emotionele gevoeligheid uit zich ander op zes jaar dan op twintig
jaar maar kan wel even hoog blijven)
voorbeeld: extraversie
→ kindertijd: veel buiten spelen, bewegen, sporten
→ adolescentie: veel fuiven, naar feestjes gaan, vrienden opzoeken
→ volwassenheid: veel en op open manier met collega’s praten
DUS ander gedrag, maar indicatie van zelfde positie op E
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ambervercruysse. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.