Toepassing van Onderzoeksmethoden en Statistiek (201800025)
Notes de cours
Aantekeningen hoorcolleges voor Toepassing van Onderzoeksmethoden en Statistiek (TOE) ()
9 vues 0 fois vendu
Cours
Toepassing van Onderzoeksmethoden en Statistiek (201800025)
Établissement
Universiteit Utrecht (UU)
Dit document bevat alle aantekeningen van de hoorcolleges van TOE. Dit is inclusief enkele voorbeelden uit het college en inclusief visuele ondersteuning die ook aangeboden werd in de hoorcolleges.
Toepassing van Onderzoeksmethoden en Statistiek (201800025)
Tous les documents sur ce sujet (53)
Vendeur
S'abonner
Renee2001
Avis reçus
Aperçu du contenu
TOE
Kwalitatief
Hoorcollege 1: Data verzameling
Empirische cyclus
Bij kwalitatief onderzoek valt de stap van de hypothese weg. Er is sprake van een interatief proces.
Dit college gaat over data verzameling
Het kwalitatieve interview
Vormen van interviews:
- Face to face
tijdrovend, maar grote opbrengst
- Telefonisch
kleine tijdsinvestering, gemis van informatie
- Online
kleine tijdsinvestering, gemis van informatie, gebrek aan controle
- Go-along
Hierbij ga je mee in de dagelijkse activiteiten van de participant terwijl je het interview
uitvoert.
dynamischer, informatief op meerdere wijzen, lastig te managen
- Etnografisch
later dit college
Nagaan of respondent goed is doorgaan door alle
stappen.
,Onderdelen van een interview
1. Aankomst en introductie
Wees voorbereid, zorg dat je spullen klaar liggen, koetjes en kalfjes praat
Informed consent tekenen
2. Introductie onderzoek
Formeel duidelijk maken dat het onderzoek van start gaat
3. Begin van het interview
Direct al goed doorvragen, goed luisteren, open vragen stellen als je dat later in het
onderzoek ook gaat doen (kwalitatief onderzoek)
4. Tijdens het interview
5. Einde interview
Afsluiten met een of twee luchtige vragen, zoals vragen over hoe ze dat in de toekomst zien.
Hier zet je de opname uit, dit meld je ook.
6. Na het interview
Doorknob effect, dat respondenten op het einde ineens nog iets super belangrijkst te zeggen,
dit kan je voorkomen door het interview niet te snel formeel af te sluiten.
Focus groepen
Dit is geen groepsinterview!
‘A focus group study is a carefully planned series of discussions designed to obtain perceptions on a
defiended area of interest in a permissive nonthreatening environment (Kreueger & Casey)
De data wordt gegenereerd door interactie. De particapanten luisteren, reflecteren en denken over
hun standpunt na.
Kenmerken focusgroep:
- Groepsgrootte 6-12
- Heterogene personen, maar homogeen qua ervaring
- Samenstelling
Fasen van een focus groep (fases van groepsvorming)
- Forming
Bij binnenkomst het erkennen van elkaar en weten dat ze gezamenlijk deze focusgroep gaan
doen
, - Stroming
De fase waarbij er een stilte valt en iemand de leiding moet gaan nemen om deze stilte op te
vullen
- Norming
De fase waarin de normen en waarden van groep worden vastgesteld. Hierbij kan je de regels
expliciet of niet explicitet neerzetten
- Performing
Als je in deze fase gewoon lekker kan werken, als dit niet kan ga je terug naar de stroming
fase.
- Adjourning
Het eind van de groep, je gaat uit elkaar
Als moderator ben je hier verantwoordelijk voor dit kan door de volgende stappen:
- Traditioneel
- Two way
Twee focusgroepen die tijgelijkertijd zijn, de groepen discuesseren om de beurt, hierbij
krijgen ze meer tijd om te verwerken.
- Dual moderator
twee moderatoren met waarschijnlijk andere functies
- Dueling moderator
Als moderatoren met elkaar aan het dualeren, laat merken dat je het niet met elkaar eens
bent en daardoor de discussie aanwakkert, wat de respondenten daarna overnemen
- Respondent moderator
als moderator naar de achtergrond treden, je laat de respondenten het onderling oplossen, je
geeft ze de info die ze nodig hebben maar mengt jezelf niet in het gesprek.
- Online
o Chat room focus
met elkaar in een chatroom tegelijkertijd
o Bulletin board
zoals een discussieboard op blackboard, hier kan gedurende een langere periode een
disscusie open staan
Eliciterende responses
Eliciteren betekend uitlokken, je wilt dat een respondent je meer vertelt, een gedetaillerde
uitgebreider antwoord geeft. Dit kan door
Probes: elicitatiemethode, manier om respondent duidelijk te maken dat je meer wilt horen
- Stilte
- Ongerichte aanmoediging (eheuh, ja, oke etc.)
- Vraag naar uitweiding (kan je hier meer over vertellen)?
, - Vraag naar uitleg (wat betekend dat?)
- Reflectie, interpretatie, samenvatten (klopt het als ik zeg dat…)
Prompts: aansijden van een nieuw onderwerp, kunnen elicitatiematerialen voor gebruikt worden
- Introductie van een nieuw onderwerp (als het oke voor jou is, wil graag praten over …)
Eliciterende materialen
- Vignetten
een vignette is meestal 1-2 korte scenes, momneten of impressies over een personage, idee,
thema, setting of object
- Bestaande data
- Gemaakte data
Topic list
outline an hoofdvragen, subonderwerpen en prompts (en probes)
- Ontwerpen:
o Mate van consistentie in data verzameling
o Flexibilitieti om in te gaan op individuele details
o Consultatie en discussie met stakeholders
- Inhoud structuur lengte
o Baseer op je onderzoeksdoel, literatuur etc
o Groepeer zonder herhaling
o Voorkom ‘scope creep’ (ongewilde verlegging van de focus)
Observaties
- Particperend vs niet particperen
- Overt vs covert
- Systematisch vs niet systematisch
Let op reactiviteit & going native bij observeraties!
Reactiviteit is als respondenten door hebben dat zij geobserveerd worden en dus ander gedrag
vertonen. Het duurt enige tijd voordat naturalisatie optreed.
Going native is als de onderzoek zijn rol uit het zicht verliest vanwege te nauw contact met
participanten (vooral in etnografisch onderzoek)
Rol van de onderzoeker
Subjectivity statement wat breng jij als onderzoeker mee naar het onderzoek?
- Fixed positions omstandigheden die niet veranderbaar zijn maar wel invloed kunnen hebben
- subjective positions omstandigheden die wel veranderbaar zijn en invloed kunnen hebben
Wat te observeren?
, - Primary observaties: dag, tijd, locatie, actoren, gebeurtenissen
- Secundary observaties: opmerkingen over gedane observaties door andere
- Experiental data: eigen gevoelens, emoties, reflecties
- Circumstancial & backgroudn data: over de organisatie en (niet direct observeerbare) normen
Deze vormen samen je field notes.
Let op dat je met observaties niet alles ziet, je ziet maar een deel!
Bestaande data
Het is data die er al is, hier kan je gebruik van maken als onderzoeker.
“A document can be defined as data that consists of words and or images that have become recorder
without intervention of the researcher” (silverman, 2001)
Ethisch aspect bestaande data?
Wat is acceptabel om te gebruiken? Dit komt terug in college 3
Inhoud bestaande data, twee vormen;
Manifest: direct zichtbaar, objectief, duidelijk, beschrijvend
Latent: interpretatie nodig van onderliggende componenten, diepere betekenis
Wanneer bestaande data?
Bij onderzoek naar feitelijke weergave en bij onderzoek naar media
Data triangulatie
vier soorten:
- Data
- Methode
- Onderzoeker
- Theorie
Etnografisch onderzoek
Past bij culturele antropologie, hierbij probeer je the point of view van natives over te nemen, dit doe
je per definitie data-triangulatie. Dit doe je vaak gedurende een langere periode (dagen of weken). Je
verzamelt data door:
- participerende observatie
- interviews
- focus groep/bestaande dat
Hierbij zijn de gatekeepers en de key-informants van belang.
De gatekeeper kan je toegang geven tot de onderzoekssituatie (bijvoorbeeld de gemeenschap,
school, gang etc.)
Key-informant is een centrale persoon in de onderzoekssituatie, vaak met hoog aanzien van de
,populatie, door bijvoorbeeld een breed netwerk & verschillende rollen. Deze persoon kan je dan ook
veel informatie geven
Hoorcollege 2: data analyse
Deductieve analyse inductieve analyse
Theorie toetsend Theorie vormend
Abductief proces:
Meeste kwalitatieve onderzoeken.
- Voorlopige verklaring formuleren op basis van data
- Geïnformeerd door theorie
- Verifiëren/falsifiëren met nieuwe data
- Nieuwe voorlopige verklaring op basis van data
Dit is een inductief proces, waarbij de stappen herhaald worden tot dat de theorie kloppend is
Type codes:
- Attribute codes → markeren achtergrond of demografische informatie van de respondent
- Index codes → beslaan grote delen data en noteren bredere/generieke topics
- Analytical codes → beschrijven de betekenis van specifieke stukken data – deels op basis van
literatuur deels vanuit verzamelde data.
Noodzakelijke termen voor dit HC:
- Grounded theory benadering → abductieve methode
Alles wat je vind is gevonden is in de data, niet uit literatuur of eigen ideeën.
Deze benadering is in twee stroming gesplitst omdat wetenschappers er andere ideeën over
hadden.
Srauss vond dit niet realistisch omdat je een onderzoek altijd begint met ideeën en vaak is er
ook al onderzoek naar gedaan.
- Sensitizing concepts
Concepten vanuit de literatuur die abstract en breed zijn
o Lens om naar de data te kijken
o Mag geen tunnelvisie opleveren
o Helpt om bevinding te kunnen plaatsen
o Helpt om de puzzel op te lossen.
, - A priori codes
Dit zijn concrete en specifieke codes, deze formuleer je voorafgaand aan de data analyse.
- Constant comparison
Valkuil van kwalitatief inductief onderzoek is dat de laatste data bepalend is.
Je moet continu alles met alles vergelijken
Criteria theorie/theoretisch model
- Fitness → theorie is passend in
veld
- Understanding → theorie is
begrijpbaar voor gebruikers
- Gernerality
- Control
Na het verzamelen van ruwe data moet er
een overzicht gecreëerd worden, vandaaruit kunnen bouwstenen gemaakt worden/structuur
gecreëerd worden, daarna kan het model gebouwd worden.
Ten alle tijden wordt er data verzameld en wordt er constant comparison gedaan
Open coderen (overzicht creëren)
Doelen:
- Data reductie
- Overzicht creëren
- Topics identificeren in de tekst
Werkwijze
- Open codes creëren
- Structuur vermijden
Dit moet vermeden worden omdat de structuur die je toebrengt waarschijnlijk gebaseerd is
op eigen ideeën en niet op data zijn gebouwd.
1. Data doornemen
2. Fragmenten identificeren
a. Inhoudelijke betekenis
, b. Relevant voor de onderzoeksvraag
Data wat niet aansluit bij de onderzoeksvraag hoeft niet meegenomen te worden in
de codes
3. Fragmenten afbakenen
a. Betekenisvol geheel
De context waarin iets gezegd wordt hoort ook in de code
4. Naam geven aan fragmenten
a. Op basis van de literatuur
b. Eerder gemaakte labels
Let op dat je dit niet te snel doet, maak in het begin liever te veel codes. Want elke
nuance kan veel verschil maken
5. Kwaliteit codeboom (lijst met codes) waarborgen
a. Hernoemen codes
b. Samenvoegen van vergelijkbare codes
c. Herindelen fragmenten
Voorbeeld open coderen
Kwaliteit van open codes controleren door de drie C’s
- C
o
nt
ex
t
Bepalen wat een betekenisvol geheel vormt
- Content
Van de inhoud
Zorg dat de open code dekt wat de respondent bedoelt (en niet vertelt wat het algemene
onderwerp is)
- Coverage
Zorg dat elk aspect van een fragment gedekt is met de codes.
Creëer meerdere codes voor een fragment als nodig
, 1. Structuur aanbrengen
a. Lagen van hoofd en sub codes identificeren
Door bijvoorbeeld post-its met alle open codes op een tafel/bord te leggen en ze
heen en weer te schuiven en bij elkaar te groeperen
2. Definitie formuleren bij elke overkoepelende code
Een heldere definitie die door andere mensen hetzelfde wordt opgevat
Het helpt om dit proces enkele keren te doen om een duidelijk overzicht te creëren.
Het einde van axiaal coderen zijn de hoofd en subcodes
Selectief coderen
Doelen:
- Model bouwen
- Onderzoeksvraag beantwoorden
Werkwijze:
- Data vanuit allerlei invalshoeken benaderen
- “De puzzel oplossen”
1. Overkoepelende verhaal vinden
a. Hoofdthema’s identificeren
b. Kernboodschap formuleren
c. Thema’s linken aan elkaar, patronen ontdekken
d. Perspectief respondenten representeren
2. Verklarend model bouwen
a. Onderzoeksvraag staat centraal
Begrippen
- Theoretische saturatie
Nieuwe toegevoegde data zorgt niet voor nieuwe informatie
Bij open coderen komen er dan dus geen nieuwe open codes bij
Bij axiaal coderen geen aanscherpingen in definities
Bij selectief coderen geen gevolgen voor beschreven relatie
Goed onderzoek gaat door totdat theoretische saturatie is bereikt
- Negative cases & theoretical sampling
o Interatief proces
Meerdere fasen van data-verzameling
Daarbij theoretical sampling
o Doel:
Alle uitingsvormen dekken
Breed dekkend verklarend theoretisch model
o Negative case: niet passend bij de (voorlopige) theorie
Dit kan vergeleken worden met uitschieters
Deductieve analyse
Deductieve analyse wordt niet heel vaak gebruikt, maar wel als je een hele duidelijke
onderzoeksvraag hebt met een duidelijke verwachting en wel kwalitatief onderzoek moet doen
omdat het onderwerp bijvoorbeeld te complex is voor een survey (kwantitatief onderzoek). Je gaat
hierbij een theorie testen of deze bestaande theorie verder ontwikkelen.
, Categorisatiematrix
Thema’s vermaken tot categorieën, hier maak je een categorisatiematrix van.
Deductief analyse proces:
1. Creëer categorisatiematrix
2. Verzamel data
3. Coderen
a. Pas matrix toe op data
b. Label ‘niet-passende’ data
Van de niet passende data worden nieuwe thema’s/categorieën maken.
4. Bepaal fit van data-matrix
Dit doe je door de data toe te passen om de categorieën, dit ga je per categorie turven, als
bijvoorbeeld 33 van de 40 reacties passen in de matrix is er een fit van 82,5%
5. Verken onderliggende (latente) bevindingen
Op zoek naar diepere betekenis of verbinden, hierbij ga je verder dan alleen tellen. Je voert
een inhoudelijke analyse uit
Toepassingen van categoristatiematrix
Inductieve versie Verklarende versie (latente)
bevindingen
1. Creëer 1. Creëer
categorisatiematrix categorisatiematrix Beschrijvende versie
2. Verzamel data 2. Verzamel data
1. Creëer
3. Codeer 3. Codeer
categorisatiematrix
a. Pas matrix a. Pas data tot
2. Verzamel data
toe op data op matrix
3. Codeer
b. Label niet b. Label niet
a. Pas data tot
passende passende
op matrix
dat data
b. Label niet
Inductief. Creëer 4. Bepaal fit van data –
passende
nieuwe thema’s matrix
data
4. Bepaal fit van data- 5. Verken
4. Bepaal fit van data –
matrix onderliggende
matrix
Antwoorden die gegeven kunnen worden door deductief onderzoek:
- Kloppen de theoretisch verwachtingen
o Wordt het mechanisme achter thema’s verklaard
o Klopt het met de verwachtingen
o Hoe passen de nieuwe thema’s daarin?
- Hoezo worden de verwachtingen bevestigd?
o Hoe kan het dat de data zo goed in de matrix past?
o Hoe zijn de verwachtingen overtroffen
Hoorcollege 3: goed onderzoek
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Renee2001. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.