INTERPRETEREN DEEL 2 SAMENVATTING
2022-2023
PRAKTISCH
Leerstof: cursustekst, PowerPoints, aanvullende verplichte literatuur, bijkomende literatuur, film (Zie
Toledo: kalender + studiewijzer)
• Voetnoten = leerstof
Examen: gesloten boek, schriftelijk; essayvragen (hoorcollege 15 pt en vraag over practicum op 5 pt)
INLEIDING: DRIE CENTRALE KWESTIES
Wat maakt pedagogische wetenschappen tot wetenschap?
- Wat is het verschil tussen pedagogie en pedagogiek?
o (cf. professionele opleiding orthopedagogie vs. academische opleiding pedagogische
wetenschappen)
o Pedagogiek: wetenschappelijk bestuderen van fenomeen opvoeden -> hiermee zeggen we
dat e wetenschappelijke kennis hebben maar wat maakt pedagogische wetenschappen tot
wetenschap? We moeten een onderscheid maken tussen hetgeen wat wij zeggen over
opvoeden en wat mensen op café aan de toog vertellen over opvoeden (intuïtief vertellen)
- Kern van het vak is om het op te vatten als een reflectie: wat doen we als pedagogen en meer als
pedagogen tewerkgesteld obv wetenschappelijke opleiding)
Andere wetenschapper die zich bezighouden met opvoeder, onderwijs zoals bv. socioloog, arts,… maar wat is
eigen aan pedagogische wetenschappen?
- pedagogiek als autonome wet discipline bestaat niet overal (Anglo-Amerikaanse context, hetgeen wat
het dichtste in de buurt komt is education studies: het fenomeen ‘education’ w benaderd vanuit
andere disciplines, dus als zij iets willen zeggen over opvoeding halen zij personen uit andere
disciplines naar de universiteit maar hebben geen eigen discipline pedagogische wetenschappen
o als je hier zegt ‘i study pedagogy’ is dat resoluut verkeerd! Heeft niks te maken met onze
pedagogiek, maar vertaling van didactiek -> “kunst van het lesgeven”
- Onze context van pedagogische wetenschappen stamt af van de Duitse context
Wat is een geschikt paradigma om pedagogische wetenschappen te beoefenen? Hoe te werk gaan?
- Ped onderzoek noodzakelijkwijze interpretatie: is dit dé geschikte manier? à verschillende posities
worden bekeken
INLEIDING: HET PRIMAAT V BETEKENIS EN INTERPRETATIE?
• De wetenschappelijkheid v/e discipline w gewaarborgd door het gebruik v/e geschikte methode
(systematische onderzoeksaanpak), of sterker door het paradigma dat wordt gehanteerd (wat de ten
grondslag liggende visie op wat wetenschap fundamenteel is)
TRADITIONEEL: TWEEDELING TUSSEN VOLGENDE PARADIGMA’S:
- kwalitatief vs. kwantitatief onderzoek: 2 fundamentele manier op aan wetenschap te doen
o kwalitatief: menselijk gedrag
o kwantitatief: data verzamelen, tellen, analyseren
1
,- interpreteren vs. meten
- verstaan vs. verklaren
àVoor sommige disciplines is de ‘keuze’ snel gemaakt (bv. Geneeskunde: kwant vs. geschiedenis: kwal), bij
andere gebruikelijk beide perspectieven te combineren (bv. sociologie: paradigmastrijd want kwalitatief omdat
als we iets zinvol willen zeggen moeten we samenleving begrijpen MAAR kwantitatief: we gaan dat nooit
begrijpen dus metingen doen zoals fysica). Voor de pedagogische wetenschappen is dit echter niet zonder
meer duidelijk dus complex.
àVolgens traditionele visie moet de ped wetenschappen kwalitatief en interpretatief zijn (~ Smeyers &
Smith, gebaseerd op boek The Idea of a Social Science: Peter Winch)
- vb. enkel iets zinvols te zeggen over onderwijs indien je vertrekt v subjectief standpunt (van binnenuit
begrijpen)
- we gaan eerst in deze visie meegaan en die daarna gaan problematiseren
!Opmerking: klopt historisch niet (pedologie, experimentele pedagogiek): toen met mensen op onethische
manieren geëxperimenteerd dus er was wel degelijk onderzoek strikt pedagogisch onderzoek op
kwantitatieve manier, ook al was binnen de Duitse traditie het interpretatieve paradigma dominant
àVraag: Trad. visie achterhaald? Is ze wel wenselijk? à in deze cursus aandacht Latour: socio-materiële
wende (Benadering die gaat voorbij het primaat v/d betekenisgeving). We moeten geen fundamentele
beslissing nemen over geschikt paradigma maar moeten van geval tot geval beslissen welk paradigma
te gebruiken + overigens niet enkel deze 2 maar ook andere bv. kunst
àcursus: vertrekt vanuit traditionele benadering, eindigt in totaal tegengestelde/…
Opmerking over de notie ‘paradigma’
- Thomas Kuhn: The Structure of Scientific Revolutions (1962) -> 1e die met paradigma kwam
- Het gaat niet zomaar om ‘een manier van kijken’ naast andere manieren van kijken (d.w.z. een bril die
men vrijblijvend kan op- of afzetten en waartussen men vrijblijvend kan switchen) -> de betekenis is
dus veel diepzinniger en heeft verregaande consequenties
- Geheel van (soms onuitgesproken) opvattingen over wat wetenschap is: regels, procedures en
assumpties die het mogelijk maken om aan wetenschappelijk onderzoek te doen en over dit
onderzoek zinvol te communiceren. Het zijn de fundamentele opvattingen over hoe we kennis kunnen
opdoen over de werkelijkheid (leert men in wetenschappelijke opleiding)
• Voorbeeld paradigma in middeleeuwen: intuïtief, we moeten ogen openen en nauwkeurig
observeren want dan zien we bv. dat elke dag zon opkomt in het Oosten en baan volgt om
onder te gaan in het Westen. Enige conclusie: zon draait rond aarde, als iemand iets anders
denkt gaan we die tot inzicht laten komen en als die nog steeds hetzelfde denkt sluiten we
die op. Galileo Galilei is 1e die niet meer enkel kijkt met blote oog maar gebruikte telescoopt,
hij is de 1e die eenzelfde werkelijkheid ontdekt met ander paradigma. Maan is volgens hem
mislukte aarde (woestijn, onleefbaar,...). Venus heeft net als maan schijngestalten (bol, halve
cirkel, sikkel,…). Maar 1 verklaring mogelijk voor deze fenomenen: aarde draait rond zon, net
zoals Venus en maan. Afhankelijk van de positie zij innemen zal dat beïnvloeden hoe wij naar
maan en venus kijken.
• Niet aarde is centrum heelal maar de zon! Dit is een paradigma shift. Vanaf hier andere
manier om te denken wat goede wetenschap is; niet langer vertrouwen op blote oog maar
hetgeen wat we onmiddellijk waarnemen wantrouwen!
- Paradigma’s wisselen elkaar af zonder dwingende intern-wetenschappelijke reden
2
, - Paradigma’s zijn incommensurabel volgens Kuhn want je kan ze niet met elkaar vergelijken. Je kan
niet beslissen wat beter is. Er is geen logische reden waarom iets wordt vervangen. Ze wisselen elkaar
af maar er is geen vooruitgang in de wetenschap.
• Als paradigma A en B incommensurabel zijn wil dit zeggen dat het A OF B is! Geen positie
tussenin, er is geen communicatie of compromis tussen beide mogelijk.
• Een ware uitspraak in A is geen onware uitspraak in B maar een betekenisloze uiting (= zoals
een kreet).
- Er bestaat volgens Kuhn daarom niet zoiets als wetenschappelijke vooruitgang
Interpreteren, onderzoeken en theorie vormen:
Keuze vr werkwoorden i.p.v. substantieven: overtuiging dat wetenschapsbeoefening bestaat uit het zich eigen
maken v concrete activiteiten (interpreteren, onderzoeken,..) die een bep houding v/d onderzoeker vereisen
(~‘craft’: geen onderscheid tss handwerkers & intellectuele arbeid: Sennetts boek: The craftsman) à
wetenschapper moet crafts eigen maken (craft: interpreteren). Om deze craft/ambacht doen moeten we een
bepaalde training doorlopen
- Als pedagogische wetenschappers iets doen want inzichten komen niet vanzelf naar ons -> onderzoeker &
interpreteren
- DEEL I: De trad visie: het interpretatieve paradigma binnen pedagogische wetenschappen (PW)
• Traditionele visie is dat pedagogie interpretatief moet zijn maar is interpreteren noodzakelijk? à
boek Peter Winch
• achtergronden: medicalisering van de PW; ‘bifurcation of nature’
• toepassingen (o.m. kritiek op neuro-educatief onderzoek)
↔ meer positieve benadering van neurowetenschap (boek Catherine Malabou) practicum I
- DEEL II: Voorbij trad visie: wat is het PW te beoefenen zonder te vertrekken v/h primaat v/d interpretatie
(Latour: relationele benadering: sociomateriële benadering; actor-netwerk theorie: op positieve manier
kijken naar belang neurowetenschappen )
+ Film en artistieke interventies als pedagogisch onderzoeksinstrument (Cf. practicum)
+ andere, meer positieve kijk op neurowetenschap (Malabou)
- DEEL III: onderzoeken en theorievormen
- hoe gepast te reageren op het failliet van universaliteits- en objectiviteitsaanspraken?
- het ethos van de onderzoeker
- de betekenis van schrijven en denken
3
, DEEL I: DE NOODZAAK VAN INTERPRETATIE (SMEYERS & SMITH, WINCH)
Vraag: Moeten de pedagogische wetenschappen vertrekken vanuit een interpretatief paradigma?
RCT
Citaat boek: Smeyers & Smith
We think that many of the problems of educational research stem from its frequent attempts to imitate [a
particular kind of] scientific research, and especially the randomized controlled trials (RCTs) that are
often considered the ’gold standard’ in medical research; from an ill-defined obsession with criteria
such as ‘rigour’ and ‘robustness’; and above all – and like so much here no doubt following on from
the emulation of science – from the general sense that proper research is primarily or exclusively
empirical. The good researcher, on this model of research, spends her time (pausing only to take a
‘research methods course’) out and about gathering data, rather than in reading, theoretical
analysis and reflection’
- Door succes natuurwetenschappen (zoals geneeskunde) w een bep paradigma (kwantitatief,
experimenteel, Randomised Controled Trials, nauwgezet en afstandelijk) als na te streven model
genomen
• RCT = gerandomiseerd onderzoek met controlegroep = rigoureuze uniforme methode
die men overal toepaste:
• Aselecte toewijzing proefpersonen aan exp groep en controlegroep (placebo)
om puur effect te kunnen registreren
• In kaart brengen van effect van een OV (manipulatie) op een AV (gevolg)
• Deze RCT’s waren zo succesvol dat wij als pedagogen deze medische wetenschap
wilden nabootsen -> gevolg: interpretatie en theoretische speculatie moeten
worden geweerd en moeten we niet doen want enkel tijdsverlies bv. boeken
lezen
- ‘Two cultures of scientific research’ (~Snow): de oorlog tss ‘hard sciences’ VS ‘humanities’
• NW vs Menswetenschappen
• Voor Smeyers & Smith zijn de PW geen ‘hard science’ en bijgevolg is de wende naar een
medisch paradigma een grote en gevaarlijke vergissing en moet je blijven interpreteren zoals
bij de geschiedenis, daar spelen RCT’s geen rol want er wordt geen data verzameld
• Voor pedagogische wetenschappen is het echter niet duidelijk; schommelt tss beide
MODEL VERSUS REALITEIT
Eigenlijk RCT-methode binnen medische wetenschappen ook relatief weinig succes!
Vaststellen van oorzakelijkheid = relatieve kwestie want men kan niet alle factoren in kaart brengen OF men
weet nog niet welke er allemaal factoren meespelen
“... is de oorzaak van …” → zelf altijd afleiding ⇒ interpretatie (bv. roken veroorzaakt longkanker, kan zijn dat er
een duidelijke correlatie is maar je kan niet beweren dat kanker dé oorzaak is)
4