Duidelijke omschrijving van alle hier bovenstaande begrippen die je nodig hebt om zinsontleding te kennen voor het vak Nederlands.
Bij alle uitleg staan voorbeelden om de stof nog beter te kunnen oefenen.
De persoonsvorm is altijd een werkwoord. De persoonsvorm kun je op drie manieren vinden:
- de zin vragend maken
- De zin van tijd veranderen. Verleden tijd – tegenwoordige tijd
- De zin van getal veranderen. Enkelvoud – meervoud
De jongen is van zijn fiets gevallen.
De mannen gaan morgen beginnen aan het bouwen van dit huis.
Zinsdelen
Alles wat voor de persoonsvorm gezet kan worden is één zinsdeel.
Het benoemen van de zinsdelen is belangrijk, omdat je zo weet wat allemaal benoemd moet worden
als één zinsdeel.
Alles wat voor de persoonsvorm staat is sowieso één zinsdeel.
De allerleukste jongen van de school heeft mij gisteren een roos gegeven.
Wie van ons gaat morgen een nieuwe afstandsbediening kopen?
Het onderwerp
Een zin geeft weer wat er met het onderwerp aan de hand is, wat het onderwerp overkomt of doet.
In een zin (zonder bijzinnen) zit altijd maar één onderwerp. Het onderwerp kan ook uit meerdere
woorden bestaan.
Je kunt het onderwerp vinden door te vragen: wie/ wat + gezegde?
Je kunt het onderwerp ook vinden door de zin van getal te veranderen (enkelvoud – meervoud).
Het onderwerp kan soms lastig te vinden zijn, bijvoorbeeld in de volgende zin:
Wie van jullie(OW)/ heeft (PV)/ de opdracht/ al/ ingeleverd?/
Wie of wat heeft ingeleverd: wie van jullie
, Onderwerp: wie van jullie.
De grote mooi splinternieuwe snelle auto (OW)/ rijdt (PV)/ door de straat
Vraag: wie/ wat rijdt?
Onderwerp: De grote mooie splinternieuwe snelle auto.
Werkwoordelijk gezegde
Alle werkwoorden in de zin.
+ aan, het en te
De jongen is naar school aan het fietsen.
+ werkwoordelijke uitdrukkingen
De jongen gooit de handdoek in de ring.
+ scheidbare werkwoorden
Hij wast altijd de borden af.
Actief/ passief (alleen bij WWG)
Een zin is actief als het onderwerp in de zin iets doet.
Jan laat de hond uit.
Jan is het onderwerp en hij doet iets.
De hond wordt uitgelaten door Jan.
De hond is het onderwerp en hij wordt uitgelaten. Er wordt dus iets met het onderwerp gedaan.
Het maakt niet uit of de zin een vraagzin is. De volgende zin is bijvoorbeeld actief:
Wie van de leerlingen (OW)/ heeft (PV)/ de beamer in lokaal B19/ vernield?
De volgende zin is passief:
De slingers (OW)/ worden (PV)/ door de feestcommissie/ aan de gordijnrails/ vastgemaakt.
Alleen in een zin met een werkwoordelijk gezegde kan een zin actief of passief zijn!
Naamwoordelijk gezegde
In het naamwoordelijk gezegde zit altijd een koppelwerkwoord.
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur elliskooijman. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.