- De student legt uit waaruit het spijsverteringsstelsel is opgebouwd en
welke accessoire organen hierbij betrokken zijn.
- De student legt uit wat de functies zijn van de verschillende organen van
het spijsverteringsstelsel en de accessoire organen
Het spijsverteringsstelsel is een complex systeem dat verantwoordelijk is voor het
verwerken van voedsel en het opnemen van voedingsstoffen die ons lichaam nodig
heeft om te functioneren. Het bestaat uit verschillende onderdelen die nauw met elkaar
samenwerken om deze functies uit te voeren.
1. Mond en keelholte (pharynx): de spijsvertering begint in de mond, waar voedsel
wordt fijngekauwd en vermengd met speeksel. Speeksel bevat enzymen die het
voedsel helpen afbreken. Vervolgens wordt het voedsel doorgeslikt en komt het
in de keelholte terecht.
2. Slokdarm (oesofagus): De slokdarm is een lange buis die het voedsel vanuit de
keelholte naar de maag transporteert. Spieren in de wand van de slokdarm
knijpen samen om het voedsel voort te stuwen.
3. Maag (gaster) : in de maag wordt het voedsel vermengd met maagzuur en
spijsverteringsenzymen die door de maagwand worden geproduceerd. Hierdoor
wordt het voedsel verder afgebroken en ontstaat er een vloeibare massa
(chymus)
4. Dunne darm (intestinum tenue): de dunne darm is een lange, kronkelige buis die
het grootste deel van de voedingsstoffen uit het voedsel opneemt. Hier worden
ook de verteringsenzymen van de alvleesklier en galblaas toegevoegd om de
voedselbrij verder af te breken en de voedingsstoffen beter op te nemen. De
darmwand is bedekt met kleine uitstulpingen (villi) en microscopische trilhaartjes
(cilia) die de opname van voedingsstoffen bevorderen.
5. Dikke darm (intestinum crassum) : In de dikke darm worden voornamelijk water
en elektrolyten opgenomen uit de voedselresten die nog niet zijn verteerd. Hier
worden ook bacteriën gevonden die helpen bij het afbreken van onverteerbare
vezels en het produceren van vitamines.
6. Endeldarm (rectum) en anus: de endeldarm is het laatste deel van de dikke darm
en dienst als opslagplaats voor ontlasting. Als de ontlasting voldoende is
opgehoopt, wordt deze uitgescheiden via de anus.
Het spijsverteringsstelsel wordt ook beïnvloed door andere organen zoals de lever, die
gal produceert om te helpen bij de afbraak van vetten, en de alvleesklier, die insuline
,produceert om de bloedsuikerspiegel te reguleren. Het spijsverterinsstelsel is een
complex systeem dat nauw samenwerkt met andere lichaamsprocessen om ons
lichaam van voedingsstoffen te voorzien.
Accessoire organen:
1. Lever (Hepar): De lever is het grootste interne orgaan van het lichaam en heeft
veel functies, waaronder de productie van gal. Gal wordt opgeslagen in de
galblaas en helpt bij de afbraak en opname van vetten uit voedsel.
2. Alvleesklier(pancreas): De alvleesklier produceert spijsverteringsenzymen die
helpen bij de afbraak van koolhydraten, eiwitten en vetten in de dunne darm.
Deze enzymen worden via de alvleesklierbuis naar de dunne darm afgegeven.
3. Galblaas(vesica fellea): de galblaas is een klein, peervormig orgaan dat gal
opslaat en afgeeft aan de dunne darm wanneer vetten in de darm aanwezig zijn.
Gal helpt bij de afbraak van vetten en bevordert de opname van vetoplosbare
vitaminen.
4. Speekselklieren: De speekselklieren produceren speeksel dat enzymen bevat die
helpen bij de afbraak van koolhydraten in de mond en de keelholte.
5. Slijmvlies van de maag en darmen: Het slijmvlies van de maag en darmen
produceert slijm dat de binnenwand van deze organen beschermt tegen
maagzuur en andere irriterende stoffen. Het slijm helpt ook bij de opname van
voedingsstoffen in de dunne darm
Samen werken deze accessoire organen nauw samen met de organen van het
spijsvertreringsstelsel om voedsel af te breken en de voedingsstoffen te absorberen die
ons lichaam nodig heeft om te functioneren.
Begrippen
- Slikreflex = Een automatische reactie van het lichaam die optreedt wanneer
voedsel of een drankje wordt ingeslikt. Het zorgt ervoor dat het veilig van de
mond naar de slokdarm en de maag wordt getransporteerd, zonder dat het in de
luchtpijp terecht komt.
Het slikreflex wordt gestart door sensoren in de mond en keel die het gevoel van
de aanwezigheid van voedsel herkennen. Deze sensoren sturen vervolgens
signalen naar de slikreflex centra in de hersenstam, die op hun beurt de spieren
in de keelholte en slokdarm activeren om de voedsel massa naar de maag te
duwen.
,- Speeksel = een vloeistof die wordt geproduceerd in de speekselklieren en die
een belangrijke rol speelt in de spijsvertering en mondhygiëne. Het bestaat
voornamelijk uit water, elektrolyten, enzymen, eiwitten en mucine.
Speeksel wordt geproduceerd door 3 grote paar speekselklieren (de
oorspeekselklier, de onderspeekselklier en de onderkaakspeekselklier) en vele
kleine speekselklieren in de mond en keel. Het speeksel wordt via de
speekselklieren afgescheiden in de mondholte en wordt vervolgens gemengd
met voedsel tijdens het kauwen en inslikken.
Functies:
1. Bevochtiging van de mond en keel
2. Smering van voedsel
3. Begin van spijsvertering
4. Bescherming tegen bacteriën en schimmels
5. Neutralisatie van zuur
6. Verbetering van de smaak
7. Bevordering van wondgenezing
- Maagzuur, darmsap, alvleeskliersap = dit zijn belangrijke
spijsverteringssappen die een belangrijke rol spelen in het afbreken en verteren
van voedsel.
Maagzuur is een sterk zuur dat wordt geproduceerd door de maagwandcellen.
Het bevat onder andere zoutzuur en pepsine, een enzym dat helpt bij afbreken
van eiwitten in voedsel. Maagzuur werkt als een barrière tegen ziekteverwekkers
en zorgt ervoor dat voedsel goed kan worden verteerd en opgenomen in het
lichaam
Darmsap wordt geproduceerd in de darmen en bevat verschillende enzymen
zoals lipase, protease en amylase, die helpen bij de afbraak van voedsel in de
dunne darm. Daarnaast bevat het darmsap ook nog bicarbonaat, dat de zure
omgeving van de maag neutraliseert, waardoor het voedsel gemakkelijker kan
worden afgebroken.
De alvleesklier produceert verschillende enzymen die helpen bij de afbraak van
voedsel in de dunne darm. Deze enzymen omvatten lipase, protease, amylase
en natriumbicarbonaat dat helpt om het zure maagzuur te neutraliseren en de pH
van de dunne darm te stabiliseren.
, Pylorusreflex = een reflex die ervoor zorgt dat voedsel geleidelijk vanuit de
maag in de dunne darm wordt vrijgegeven. Deze reflex wordt gereguleerd door
het autonome zenuwstelsel en wordt geactiveerd wanneer de voedselbrij in de
maag voldoende is verteerd en klaar is om de dunne darm binnen te gaan voor
verdere vertering en opname van voedinsstoffen. Wanneer het voedsel de maag
bereikt, wordt het vermengd met maagsappen en begint het proces van
vertering. Naarmate het voedsel verder wordt verteerd, neemt de hoeveelheid
voedselbrij in de maag af en neemt de druk in de maag af.
Wanneer de druk in de maag voldoende is afgenomen en de voedselbrij
voldoende is verteerd, wordt de pylorusreflex geactiveerd en wordt een kleine
hoeveelheid voedselbrij vrijgegeven vanuit de maag in de dunne darm. Dit zorgt
ervoor dat het voedsel geleidelijk wordt vrijgegeven en zorgt ervoor dat de dunne
darm niet overweldigd wordt met te veel voedsel tegelijkertijd.
De pylorusreflex is een belangrijk mechanisme om de snelheid van voedsel
afgifte vanuit de maag te reguleren en ervoor te zorgen dat voedsel op de juiste
manier wordt verteerd en opgenomen in het spijsverteringskanaal.
Reflux = Gaat over de terugstroming van maaginhoud. De slokdarmfincter
reguleert de doorgang van voedsel vanuit de slokdarm naar de maag en
voorkomt dat de maaginhoud terugstroomt naar de slokdarm.
Bij reflux kan de onderste slokdarmfincter echter niet goed sluiten, waardoor
maaginhoud terugstroomt naar de slokdarm. Dit kan leiden tot symptomen zoals
brandend maagzuur, pijn op de borst en slikproblemen. Reflux kan worden
veroorzaakt door bijvoorbeeld obesitas, roken, alcoholgebruik.
Peristaltiek = een samentrekkende beweging van glad spierweefsel dat zich
langs de wanden van het spijsveteringskanaal voortbeweegt en het voedsel door
het spijsverteringskanaal duwt.
De peristaltische bewegingen worden gecoördineerd door het enterische
zenuwstelsel, dat zich in de wanden van het spijsverteringskanaal bevindt en
onderdeel is van het autonome zenuwstelsel. Peristaltische bewegingen zijn
belangrijk voor de spijsvertering omdat ze zorgen voor een efficiënte verplaatsing
van voedsel door het spijsverteringskanaal. Als de peristaltiek niet goed werkt,
kunnen er problemen optreden zoals obstipatie of diarree.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur jannemartens1. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.