Samenvatting van het boek Materiële hulpverlening voor het vak in het tweede leerjaar. In deze samenvatting is het hele boek samengevat en wordt alles duidelijk uitgelegd. Alle verzekeringen en wetten staan er in beschreven, hoe je het beste hulp kan verlenen, welke valkuilen er zijn etc. Deze sam...
OEFENTENTAMEN - materiële hulpverlening alle stof (99 vragen)
Kennisclips samenvatting materiële hulpverlening
Uitgebreide samenvatting Materiële hulpverlening ; Zelf 8,4 gehaald
Tout pour ce livre (14)
École, étude et sujet
Hogeschool Leiden (HSL)
Social Work
Materiele hulpverlening
Tous les documents sur ce sujet (13)
1
vérifier
Par: anka42pl • 1 mois de cela
Vendeur
S'abonner
kirstendeman
Avis reçus
Aperçu du contenu
Materiële hulpverlening
Periode 3
1.4 Giraal en chartaal geld
Met chartaal geld wordt geld in de portemonnee bedoeld en bij giraal geld wordt er gesproken
over geld op onze bankpas. Bij betalingen met contact geld heb je meer last van de ‘pain of
paying’. Dit komt omdat je brein registreert dat je geld uitgeeft waardoor je kritischer bent op je
uitgaves. Contact geld wordt dan ook veel gebruikt door groepen die we als kwetsbaar
omschrijven. Mensen met een lager inkomen of beperkte uitgaves betalen liever met contact
geld, omdat ze op deze manier beter overzicht kunnen houden.
1.5 Cryptovaluta
Als er wordt gesproken over cryptovaluta hebben wij het over digitaal geld dat buiten de reguliere
geldsystemen om wordt gebruikt, bijvoorbeeld bitcoin. De bitcoin is van de samenleving zonder
een tussenkomst van een centrale autoriteit. Het is dus een digitaal netwerk waarbij meerdere
mensen met elkaar hebben afgesproken om met dit middel te betalen. Steeds meer bedrijven
sluiten zich hierbij aan en ruilen hun diensten in voor bitcoins.
H2 Armoede en schulden
Er wordt gesproken over armoede als mensen voor een langere tijd niet over de middelen
beschikken om hun goederen en voorzieningen te betalen die wij in de maatschappij als
noodzakelijk zien. Het gaat hierbij over een langere periode en er wordt gekeken naar het
jaarinkomen. Iemand wordt als arm gezien als zijn jaarinkomen onder de armoedegrens blijft. De
armoedegrens wordt bepaald door een zogeheten referentiebudget. Dit budget geeft aan
hoeveel inkomsten een alleenstaande nodig heeft voor noodzakelijke of zeer wenselijke
uitgaven. In Nederland hanteren wij twee referentiebudgetten;
• Basisbehoeftenbudget; berekent de minimale uitgaven aan voedsel, kleding en wonen voor
een zelfstandig huishouden. Er wordt rekening gehouden met verzekeringen en producten
voor persoonlijke verzorging.
• Het niet-veel-maar-toereikend-budget; iets ruimer dan het basisbehoeftenbudget. Naast
bovenstaande kosten wordt er rekening gehouden met de minimale kosten voor sociale
participatie, zoals lid zijn van een sportclub of een korte vakantie.
`Absoluut en relatief
`
`Er kan op verschillende manieren naar armoede worden gekeken.
• Absolute benadering; per persoon naar een situatie kijken
`• Relatieve benadering; kijkend naar het inkomen van andere mensen in de samenleving.
Bij de absolute benadering hangt het af van het budget dat iemand te besteden heeft of hij of zij
arm is. Bij de relatieve benadering wordt er gekeken naar het inkomen van andere mensen in de
samenleving. Hierbij zien wij iemand als arm als ze minder te besteden hebben dan de
gemiddelde persoon.
`Objectief en subjectief
`
`Het objectieve uitgangspunt komt tot stand door onderzoekers en budgetdeskundigen.
Doormiddel van onderzoek bepalen zij de armoedegrens. In een subjectieve benadering van
`armoede kijkt men hoe het huishouden tegen het besteedbaar inkomen aankijkt. Doormiddel van
ervaringen bepalen zij of er sprake is van armoede of niet. De politiek geeft voorkeur aan de
objectieve benadering omdat deze beter te meten en gebruiken is in de praktijk.
,`Breed en smal
`
`In de brede definitie wordt armoede gezien als iemand niet goed mee kan draaien met de
maatschappij. Er wordt minder gekeken naar wat iemand materieel bezit, maar er wordt gekeken
`of iemand toegang heeft tot publieke voorzieningen en een goed sociaal netwerk heeft om mee
te kunnen doen. Bij een smalle definitie van armoede wordt er gekeken naar een tekort op
financieel gebied en het materiele bezit. Er wordt gekeken of iemand een achtergestelde en
onzekere economische positie heeft.
2.2 Oorzaken van armoede
Er zijn verschillende theorieën die armoede verklaren. Deze hangen vaak met elkaar samen.
Hieronder worden ze kort besproken.
`Conjuncturele verklaring
`
`Hierbij wordt gekeken naar de economische ontwikkelingen op de korte termijn. Kijkend naar de
economische crisis zien wij dat dit ook grote invloed heeft op de werkloosheidcijfers en het aantal
`gezinnen dat in armoede leeft. Bij economische welvaart nemen deze cijfers dan weer af.
Maatregelen die door de overheid worden genomen kunnen op de langere termijn invloed
hebben op hogere werkloosheidcijfers, schulden en armoedeproblematiek.
`Structurele verklaring
`
`Bij deze verklaring wordt er gekeken naar maatschappelijke ontwikkelingen op de lange termijn. Bij
deze verklaring wordt achterstand veroorzaakt door de omstandigheden waarin mensen leven,
`waarbij het moeilijk is om op de sociale ladder te stijgen omdat er niet genoeg mogelijkheden zijn.
Door te investeren in onderwijs, huisvesting en werkgelegenheid zouden de mensen die in
armoede leven hieruit kunnen komen omdat ze net als andere kansen krijgen.
`Demografische verklaring
`
Hierbij kijkt men naar de samenstelling van de bevolking. Zo zagen wij al dat eenoudergezinnen,
`mensen met een migratieachtergrond en lager opgeleiden meer risico lopen om in armoede
`terecht te komen.
`Culturele verklaring
`
`In deze verklaring wordt er gekeken naar de normen en waarden die binnen een bepaalde groep
heersen. Een voorbeeld is hoe mensen de rol van de man en de vrouw zien binnen een gezin en of
`men voltijd of deeltijd werkt.
`Institutionele verklaring
`
`Hierbij wordt gekeken naar de regels en wetten die door de overheid zijn opgesteld en die van
invloed zijn op armoede.
`
`Individuele verklaring
`
`Binnen de individuele verklaring kijkt men naar keuzes die een persoon maakt en de hulpbronnen
die iemand heeft. Armoede zou kunnen samenhangen met het onverstandig omgaan met geld,
`een slechtere gezondheid, weinig zelfvertrouwen, een klein sociaal netwerk en niet participeren in
de samenleving. Mensen zijn vaak niet goed in staat om problemen op te lossen en door denken
door de stress vaak alleen over een korte termijn oplossing.
, `Machtsverschillen
`
`Als we armoede willen verklaren vanuit machtsverschillen gaan we ervan uit dat groepen in de
samenleving hun macht in hun eigen voordeel gebruiken en hierdoor armoede veroorzaken.
`Hierdoor blijven de rijken rijk en de armen arm.
2.3 Armoede op verschillende niveau’s
Microniveau
Bij microniveau gaat het over het individuele niveau. Hier binnen zien we dat de groep mensen
met een laag inkomen vaak niet bezitten over de kennis en vaardigheden die de kansen op een
baan en het goed omgaan met geld vergroten. Dit kan komen door een lage opleiding,
laaggeletterdheid, weinig zelfvertrouwen en schaamte.
Mesoniveau
Naast individuele factoren spelen de fysieke en sociale omgeving van iemand ook een rol. Zo heeft
de fysieke omgeving invloed op de uitgaven die mensen doen en de inkomsten. De duurdere
producten staan in de supermarkt op ooghoogte, omdat deze vaker gekocht worden. De sociale
omgeving kan zorgen voor sociale druk. Sommige mensen zijn hier gevoelig voor waardoor er
financieel verkeerde keuzes gemaakt kunnen worden.
Macroniveau
Armoede is van invloed op de gehele maatschappij. Mensen die in armoede leven doen vaak een
beroep op publieke voorzieningen en er ontstaan ziekten die samenhangen met slechte en
goedkope voeding. Hierdoor kunnen de zorgkosten toenemen. Uit onderzoek blijkt ook dat
onder de mensen die in armoede leven en gebruikmaken van een uitkering en leningen de
criminaliteit toeneemt en de sociale mobiliteit afneemt.
2.4 Wat zijn schulden?
Armoede kan ontstaan door het hebben van schulden. Schulden zijn openstaande bedragen die je
nog moet betalen. De meest voorkomende soorten schulden zijn:
• Geldleningen bij familie of vrienden
• Leningen bij banken en andere organisaties; het afsluiten van een doorlopend krediet of het
gebruik van een creditcard.
• Online winkelen; door te betalen in termijnen. Vaak betaal je hier ook rente over.
• Rood staan op de eigen rekening; door rood te staan op je eigen rekening kunnen
automatische afschrijvingen niet worden betaald.
• Vaste lasten; hierbij worden bedragen die vaak maandelijks terugkomen niet betaald.
• Zorgverzekering; als je twee manden niet hebt betaald kan de zorgverzekeraar besluiten om
alle aanvullende zorgverzekeringen stop te zetten. Bij 6 maanden niet betalen krijg je een
boete en wordt je geld automatisch afgeschreven van je loon of de uitkering die je ontvangt.
• Ontvangen toeslagen; als je recht hebt op huurtoeslag, zorgtoeslag of kindgebonden budget.
Dit wordt bepaald aan de hand van je salaris. Bij meer inkomen dan vastgesteld kan het
voorkomen dat je een deel moet terug betalen, omdat je te veel hebt ontvangen.
• Hypotheek; een hypotheek is een lening die je afsluit om een woning te kunnen betalen. Het
kan voorkomen dat je na de verkoop van je huis komt te zitten met een restschuld. De verkoop
heeft dan minder geld opgebracht dan het bedrag dat je voor het huis hebt betaald.
• Studieschuld; als je binnen 10 jaar geen opleiding hebt afgerond, moet je naast je lening ook
de ov-vergoeding terugbetalen. Een studieschuld kan gevolgen hebben voor het kopen van
een huis. Het is namelijk van invloed op de hoogte van de hypotheek die je kunt afsluiten.
`Problematische schulden
`
Schulden hoeven geen problemen op te leven als je ze kunt afbetalen. Als de rekeningen zich
`blijven opstapelen zonder de mogelijkheid om ze te kunnen betalen worden de schulden
`problematisch. Het niet kunnen afbetalen kan er namelijk voor zorgen dat je niet meer aan je
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur kirstendeman. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €12,50. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.