Hoofdstuk 1:
1.1 identiteit
Definitie Identiteit
- Identiteit is het beeld dat iemand van zichzelf heeft, dat hij uitdraagt en anderen
voorhoudt en dat hij als kenmerkend en blijvend beschouwd voor zijn eigen persoon.
Het is afgeleid van zijn perceptie over de groepen waar hij wel of juist ook niet deel
van uitmaakt.
Referentie kader: Het geheel van kennis, ideeën, ervaringen en overtuigingen waaruit
iemand denkt en handelt.
Drie aspecten van identiteit is:
- Persoonlijke identiteit→ Het beeld dat iemand van zichzelf heeft, zijn zelfbeeld.
- Sociale identiteit→Het beeld dat iemand heeft van zichzelf als lid van sociale
groep(en) en categorieën waar hij of zij deel van uitmaakt.
- Collectieve identiteit→Het beeld van een groep
→ Externe collectieve identiteit: Een beeld van een groep dat als blijvend en
kenmerkend voor die groep wordt beschouwd.
Loyaliteitsconflict: Vaak het gevolg van een botsing tussen de soorten identiteiten.
1.2 Socialisatie
Definitie Socialisatie
- Socialisatie is het proces van overdracht en verwerving van de cultuur van de
groep(en) en de samenleving waar mensen toe behoren. Het proces bestaat uit
opvoeding, opleiding en andere vormen van omgang met anderen.
De twee elementen van socialisatie:
- Het proces van overdracht → Mensen brengen de cultuur van een groep of
samenleving over aan nieuwkomers.
Socialisatoren: Mensen en groepen die een cultuur overdragen.
(vb: ouders,leraren,medeleerlingen).
- Het proces van verwerving→ Mensen maken zich een cultuur van een groep of
samenleving eigen.
Internalisatie: Het eigen maken van een cultuur
Nature - Nurture debat: het Nature nurture debat gaat over de vraag of eigenschappen
van mensen meer worden bepaald door natuur of cultuur. Biologische en erfelijke factoren
verklaren het nature-deel. Het nurture deel wordt verklaard door opvoedingen
omgevingsfactoren (socialisatie en cultuur).
Nature: Eigenschappen die zijn aangeboren (bv. dna)
Nurture: Eigenschappen die zijn aangeleerd
,1.3 Cultuur
Definitie Cultuur
- Cultuur Is het geheel van voorstellingen, uitdrukkingsvormen, opvattingen, waarden
en normen die mensen als lid van een groep of samenleving hebben verworven.
De vijf cultuur elementen:
- Voorstellingen: Beelden, ideeën, verhalen die mensen hebben over
gebeurtenissen.
- Uitdrukkingsvormen: Symbolen.
- Opvattingen: Ideeën, wat je vindt, je gedachten over iets.
- Waarden:Idealen, zoals gelijkheid, vrijheid en veiligheid.
- Normen: Regels die horen bij waarden.
Materiële en immateriële aspecten van cultuur:
- Materiële aspecten: Tastbare en concrete aspecten van cultuur.
→ Gebouwen, Producten, gebruiksvoorwerpen, kunst
- Immateriële aspecten: Zaken die je niet ziet aangaande cultuur.
→Normen en Waarden.
Wat is een cultuur:
Een cultuur is Dynamisch want culturen kunnen langzaam veranderen en zijn dus in
beweging. Cultuur is ook Plaats- en tijdsgebonden want wat op een plek normaal is is
vreemd op de andere. wat in een tijdperk normaal is is vreemd in de andere.
1.4 Acculturatie en subculturen
Drie soorten cultuur:
- Dominante cultuur: De cultuur van de groep in de samenleving met de
invloedrijkste politieke of economische positie.
- Subculturen: Kleinere culturen die deels overlappen met eigen waarden en normen.
- Tegencultuur: Mensen die niet willen horen tot de dominante cultuur en zelfs willen
dat de dominante cultuur verandert.
Vormen van socialisatie:
Acculturatie
- Acculturatie is het aanleren en verwerven van een andere cultuur of elementen
daaruit, dan die waarin iemand is opgegroeid.
- Enculturatie iemand leert een cultuur aan waarin hij of zij geboren wordt.
De vijf functies van socialisatie:
- Continuering van een (sub) cultuur → ofterwel voortzetten
- Verandering van een (sub) cultuur
- Identificatie van het individu met anderen
- Identiteitsontwikkeling van het individu
- Gedragsregulatie van het individu
, Hoofdstuk 2: De samenleving en bindingen
2.1 Groepsvorming
Vier vormen van sociale bindingen:
1. Affectieve bindingen: Emotionele bindingen
2. Cognitieve bindingen: Bindingen gericht op kennisoverdracht
3. Economische bindingen: Bindingen te maken met werk goederen en voor bestaan
4. Politieke bindingen: Bindingen die te maken hebben met zaken die in een
samenleving gezamenlijk geregeld en georganiseerd moeten worden.
→ Collectieve goederen: Goederen voor iedereen waar niemand van uitgesloten
kan worden. De overheid draagt hier zorg voor.
Defenitie Groepsvorming
- Groepsvorming is het tot stand komen van bindingen tussen meer dan twee
mensen, die elkaar beïnvloeden en samen gemeenschappelijke waarden en normen
ontwikkelen.
In- en uitsluiting: Wel of niet tot een groep behoren.
Outgroup: Mensen die uitgesloten worden
→ Bestaat vaak uit stereotypen en vooroordelen: Cultureel aangeleerde beelden,
generalisaties en veronderstellingen
Ingroup: Mensen die bij de groep horen.
Soorten sociale controle:
Sociale controle: De handhaving van groepsregels
- Informele sociale controle: Groepsleden wijzen elkaar op groepsregels van groep.
- Formele sociale controle: Verwijzing naar mensen die vanuit hun beroep of functie
andere mensen op regels wijzen.
Formele en informele groepen:
- Groepen die wel of niet door vastgelegde regels gevormd zijn.
- Formele groepen: Groepen met vastgestelde regels die door andere gemakkelijk te
herkennen zijn
- Informele groepen: mensen kennen elkaar op emotionele basis, er zijn dan ook
geen vastgestelde regels. de rollenstructuur is flexibel (vriendengroep).
2.2 Sociale cohesie
Sociale cohesie
- Sociale cohesie is het aantal en de kwaliteit van de bindingen die mensen in een
ruimer sociaal kader met elkaar hebben, het gevoel een groep te zijn, lid te zijn van
een gemeenschap, de mate van verantwoordelijkheid voor elkaars welzijn, en de
mate waarin anderen daar ook een beroep op kunnen doen.
sociale cohesie wordt gezien als een soort bindmiddel voor de samenleving omdat sociale
cohesie er voor zorgt dat mensen zich met elkaar verbonden voelen en een groep vormen.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur xcharissaboks. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.