Sofie Vandermarliere – BA2 Geschiedenis
1: WAAROM EN HOE HET VERLEDEN BESTUDEREN?
WAT IS GESCHIEDENIS?
➔ De geestelijke vorm, waarin een cultuur zich rekenschap geeft van haar
verleden
- Johan Huizinga, Nederlands cultuurhistoricus
➔ History, like love, is so apt to surround her heroes with an atmosphere of
imaginary brightness.
- James Fenimore Cooper
➔ The past has gone, and history is what historians make of it when they go to
work .
- Keith Jenkins, post-modernist
VERLEDEN IS NIET GESCHIEDSCHRIJVING
De term ‘geschiedenis’ verwijst naar beide
Fundamenteel onderscheid : verleden & wat historici daarover schrijven
Geschiedschrijving = constructie van taal & tekst
1 historisch werk = 1 ‘lezing’ van (delen van) verleden
Geschiedenis = verhaal met een selectie: meerdere geschiedenissen
Verhaal van het verleden: verhaal ≠ verleden
Bepaalde groepen & gebeurtenissen uit verleden afwezig of ‘verborgen’ in
geschiedschrijving…
➢ Vrouwen, minderheden, lagere sociale klassen
Meeste sporen: rijke hoogopgeleide mannen -> schreven alles +
overheidsadministraties
Geschiedenis lang over grote figuren & oorlogen
MAAR archieven: rijke bronnen: toegang gewone volk in aanraking met wet (bv
boetes) -> ongelofelijke toegang!!
ROL VAN HET VERLEDEN
History in the wider sense is all that has happened, not merely all the phenomena of
human life, but those of the natural world as well. It is everything that undergoes
change; and as modern science has shown that there is nothing absolutely static,
therefore, the whole universe, and every part of it, has its history.
• Ons persoonlijke verleden vormt ons, maakt wat wij zijn
1
, Sofie Vandermarliere – BA2 Geschiedenis
• Ons bewustzijn: vanuit ons verleden gericht op toekomst = menselijk
bewustzijn altijd ‘tijdelijk’
• Naast ieder individu houdt ook iedere gemeenschap zich met haar collectieve
verleden bezig
GESCHIEDSCHRIJVING ZONDER NUT
• Sommige historici: nuttig zijn hoeft niet
• Verleden bestuderen omwille van zichzelf: weergeven “wie es eigentlich
gewesen” (Ranke, vader geschiedwetenschap)
• Verhalen maken die mensen amuseren en inspireren
• Aangename bezigheid en status voor historici
• Voorbeeld: Daniel Smail: “history is not a political science designed to explain
the present. It is an anthropological science designed to help us understand
humanity.”
• Postmoderne historici: ‘anything goes’
• Geschiedenis schrijven = verhalen schrijven > alle verhalen kunnen
NIET ‘ANYTHING GOES’ !
• Geschiedschrijving niet onschuldig, niet alle verhalen gelijke stem & impact
• Gebruik/misbruik verleden: macht, controle, beïnvloeding
• Veel volkeren proberen zich ‘de’ geschiedenis toe te eigenen uit ideologische
motieven:
“Owning history has become something of a battleground, especially for those with
ideological agendas that arguably include most people who set out to record history
(…) Jews and Arabs tell very different stories about the creation of the State of Israel
and about the subsequent history of the Palestinian people”
➢ Kritische ipv postmoderne reflectie nodig
GESCHIEDSCHRIJVING WEL NUT 1
Beschrijven
• Voorkomen dat we vergeten: bvb. de Holocaust
• Lessen trekken = voorbeeldfunctie van de geschiedenis: geschiedenis
als leraar waar je naar terug kijkt & lessen uithaalt
• Welke lessen precies, hangt af van historicus en tijdvak
2
, Sofie Vandermarliere – BA2 Geschiedenis
• Of leren we daar weinig uit? “The one thing we have learned
from history is that we don't learn from history” (Churchill)
• Complexiteit blootleggen = mythen doorprikken, nuanceren:
geschiedenis had anders kunnen lopen: samenloop van
omstandigheden
GESCHIEDSCHRIJVING WEL NUT 2
Verklaren: via verleden heden beter begrijpen
• Ontwikkelingen ontdekken en verklaren
• verandering: verschuivingen, omwentelingen, groei
• continuïteit: terugkerende patronen, verbanden of ‘rode draad’
• Inzicht in samenhang & proces = besef complexiteit
• kritisch: wat zit er achter actuele fenomenen, hoe gegroeid?
Beter inzicht & analyses voor vraagstukken vandaag
• common sense en stereotypen vermijden
• Mogelijke scenario’s voor de toekomst
• hoe verleden het heden bepaalt = indicatie wat in
toekomst zal doorwerken
• wat niet bepaald is door verleden = open voor keuze
BEPERKINGEN GESCHIEDSCHRIJVING
-Historici zelf niet vrij van common sense en stereotypen
-Geen pasklare antwoorden op vraag aan sociale wetenschappers: ‘what works?’
-Geen toekomstvoorspellingen, wel schetsen (on)mogelijke scenario’s
-Opgelet voor determinisme: er zijn steeds alternatieve wegen!
HISTORICI, HUN ‘FEITEN’ EN INTERPRETATIE
Moeilijke relatie tussen feit en interpretatie = kernprobleem in de geschiedschrijving
➢ Bij elke stap in de keten: interpretatieproblemen
3
, Sofie Vandermarliere – BA2 Geschiedenis
EXAMEN VRAAG!
Waarnemen & registreren = interpreteren
Historici geen eigen waarneming -> werken met sporen
➢ Alle mogelijke sporen/getuigenissen kunnen bronnen zijn !
➢ Bronnen ook interpretaties of uitspraken over feiten
➢ Bronnen kunnen verschillend gelezen/begrepen worden
➢ Ordenen informatie uit bronnen in verhaal : weer interpretatie
➢ Bronnen kunnen misleidend zijn of vals
+ selectie: bronnen nooit 100% overnemen voor verhaal
FALSA EN BRONNENMANIPULATIE
Fake news = van alle tijden & in alle soorten
Van kwaad opzet tot slordigheid
- Propaganda: politieke doeleinden: mensen misleiden
- Slordigheid/fouten: vaak voor boekdrukkunst (handgeschreven boeken)
- …
Vervalsingen op het spoor komen is moeilijk
➢ Verschil vals - echt: via materiaal, taalgebruik, technische kenmerken,
inhoudelijke inconsequenties…
Enkele beruchte voorbeelden :
• Joe Rosenthal’s foto: VS Mariniers hijsen Amerikaanse vlag in Iwo Jima,
Japan, op 23 feb. 1945. 1 vd meest gereproduceerde foto’s ooit. Beeld van
2de identieke actie die dag, mét grotere vlag (nagespeeld) -> vals beeld!
• Toespraak Lenin: (Moskou 5 mei 1920) geretoucheerd: Trotsky verwijderd uit
partij -> uit foto gehaald
GESCHIEDSCHRIJVING: ALLEMAAL INTERPRETATIE?
4
, Sofie Vandermarliere – BA2 Geschiedenis
• NEE! Wel basis spelregels historische bewijsvoering
• Kritische juxtapositie van de bronnen
• Afwegen van getuigenissen = vergelijken van onafhankelijke
bronnen uit verschillende hoeken
• Principes van Bernheim & Langlois-Seignobos
• Valkuilen: mythe van de unanimiteit (iedereen kan zelfde kant
uit liegen); woord tegen woord (2 tegengestelde meningen -> 2
verhalen moeten aangegeven worden!)
• Redeneringen opbouwen
• Falsificatietechniek (Popper)
• = vanuit empirische blokjes langzaam muur opbouwen:
(hypothese) is bewezen zolang ze niet wordt
tegengesproken / ontkracht
• Redeneringen in het negatieve: het zwijgen van de bron als
indicatie
• opzettelijk ‘zwijgen’ = betekenisvol? Waarom zwijgt
bepaalde bron over bepaalde informatie? -> Probleem:
bronnen ‘zwijgen’ wel vaker
2: ONTMOETINGEN TUSSEN CRIMINOLOGEN EN HISTORICI
CRIMINOLOGIE EN GESCHIEDENIS
Ontmoetingen, maar nog geen huwelijk
- Historische criminologie erkend als subdicipline
- Interdisciplinair werk blijft beperkt
Verschillende persoonlijkheden & interesses
-Criminologen: onderzoek bruikbaar voor heden + anticiperen toekomst
(problemen oplossen) meerdere historici tegen ‘nut’ (antropologische
wetenschap, niet politiek)
- Historici: passie voor detail & gebeurtenis criminologen: tegen ‘hol
empirisme’ (empirie zonder theoretisch-conceptueel kader)
- Historici: met empirische info stapsgewijs naar hypothese
criminologen: hypothesen vanuit theorie toetsen aan empirie
➢ Proberen vragen naar elkaar toe te brengen MAAR historici </3 heden &
criminologen </3 verleden…
OBSTAKELS: CHRONOCENTRISME CRIMINOLOGIE?
5
, Sofie Vandermarliere – BA2 Geschiedenis
-Rock: amper naar oudere werken verwezen: enorme focus op heden & toekomst
-Crawford: idee: we leven altijd in nieuwe tijden & er moet radicaal een breuk zijn
met wat ervoor was => criminologen vinden het wiel opnieuw uit..
➢ Niet alles verandert! Sommige zaken kennen langere geschiedenis…
-Morson: chronocentrisme = oude ideeën verliezen onbewust waarde =>
onderzoekers willen niet meer naar mensen verwijzen die oudere klassiekers
gebruiken (15 jaar = oud)
HISTORISCH-CRIMINOLOGISCH ONDERZOEK
Vroege studies (voor wo2):
➢ Whig Histories: onkritische verhalen: misdaadbestrijding: justitie -> goed
apparaat tonen: teleologisch! Enorm moraliserend ‘och arme..’
Academisch onderzoek: groei vanaf jaren ’70:
➢ Van sociaal/politiek protest naar diverse aspecten misdaad & straf +
gebruik criminologische concepten
➢ Marxistische criminologie: klassenjustitie, over etnografie, sociaal protest,
revolutie…
o Systeem = discriminerend: mensen ≠ gelijk voor wet: 1e keer
onderzoek naar gedaan!
➢ Uitbreiding in NL: werkgroep -> ontwikkeling strafrecht & geweld in
samenleving doorheen geschiedenis
➢ UK & FR: Foucault: geboorte moderne gevangenis = geschiedenis van
heden (genealogie: stamboom: gebeurtenissen van hedendaagse
fenomenen)
➢ Kritische ideeën: 1e keer criminologische & sociologische interesse in
verleden
o Gewone mensen worden gedocumenteerd: breder spectrum sociale
groepen & hun ervaringen
➢ Meeste onderzoek over 1400-1800
KWANTITATIEVE BENADERINGEN
• Tellen en vergelijken = trends identificeren
• prevalentie misdrijven, intensiteit vervolging, soorten straffen,
intolerantie samenleving…
• Opletten met criminaliteitscijfers…
• weerspiegelen slechts deel werkelijke criminaliteit
• cijfers met gaten: dark number: véél overtredingen zonder
aangifte
6
, Sofie Vandermarliere – BA2 Geschiedenis
• Meten werking strafrechtelijke systeem, niet globale
criminaliteitsfenomeen! Véél onder de radar
• Fluctuaties cijfers = wijzigende strafwet en strafpraktijken / tolerantie
• Minder kruimeldiefstallen = minder (dure) vervolging
• Meer seksuele delicten = grotere intolerantie, meer aangifte
• Na wo2: enorme ongerustheid over seksuele revolutie:
niet jongeren meer seks, maar piek in intolerantie ->
stijging cijfers
• Meer ‘onvrijwillige slagen en verwondingen’ = de auto
• WO1: “jonge mannen meer geweld”: gewoon auto = nieuw
-> verkeersongevallen geklasseerd onder slagen &
verwondingen!
• Onderschatting huiselijk geweld, incest, zelfmoord
• Zelfmoord als andere doodsoorzaak registreren
(schaamte familie: taboes)
LANGE TERMIJN EVOLUTIES CRIMINALITEIT
➢ lange termijnprocessen van staatsvorming, bureaucratisering (Weber, Tilly),
civilisering (Elias)
= Theorie ‘van geweld naar diefstal’: continue afname van dodelijk geweld
sinds middeleeuwen in westerse wereld, met toename diefstal (16e eeuw ->
1950)
➢ Cijfers onbetrouwbaar: omslag naar 19e eeuw: bedrog (welvaart en eigendom
belangrijker dan lichaam)
o Afname dodelijk geweld = bevestigd
o Toename vermogensdelicten ≠ bewezen: theorie gaat niet op!
➢ Dodelijk geweld = vaakst voorkomende vorm van geweld, erna diefstal altijd
nr 1 geweest (nooit minder geworden), maar geweld verandert wel plots…
➢ Belang theorie: aanzet comparatief & lange termijn onderzoek, over meerdere
eeuwen en landen/regio’s
Theorie Elias: Verlichting: elite nieuwe etiquette => gebruik geweld wordt
afgezworen & tegen gewelddadige straffen => nieuwe normen naar middenklasse
(burgerij) en erna naar onderste lagen samenleving
· Beschaafd gedrag = geweldloos
7