Dit zijn mijn lesnotities bij het vak 'Economisch recht' van 2023. De lessen worden opgenomen, waardoor ik de opnames kan pauzeren om betere notities te maken. Er wordt telkens vermeld wat de aandachtspunten en de valkuilen zijn. Ook potentiële examenvragen werden opgenomen in de lesnotities. (Dit...
We bekijken nu drie belangrijke begrippen. Twee daarvan worden vandaag nog
steeds gebruikt in het Belgische en Europese recht (= Onderneming en
consument). De andere is afgeschaft in 2018 (= Handelaar).
Het begrip handelaar is dus afgeschaft in 2018. Toch bekijken we dit begrip nog,
aangezien het nog steeds van toepassing is op overeenkomsten die zijn gesloten
voor 2018. Het laat daarenboven toe om de uitbreiding van het
ondernemingsbegrip te begrijpen.
1
, ACTOREN
• Handelaar (opgeheven met ingang van 1 november
2018)
• Opm.: Belgische wetgeving waarin nog handelaar of
koopman vermeld staat = onderneming in de zin van artikel I.1,
1° WER
• Onderneming (miv beoefenaar van een vrij beroep)
• Opm.: geen uniek ondernemingsbegrip in Europees en
Belgisch recht
• Consument
/
2
, HANDELAAR
• Natuurlijke persoon
• Drie cumulatieve voorwaarden:
• Beroepsmatig : regelmaat + winstoogmerk
• (Hoofdzakelijk of aanvullend)
• Uitsluiting van beoefenaren van vrije beroepen en VZW’s
• Daden van koophandel: limitatieve lijst in Wb. Kh.
• In eigen naam en voor eigen rekening
• Dus niet: bestuurders, vertengewoordigers, werknemers
Het handelaarsbegrip zoals het in het WB van koophandel werd gehanteerd,
vereiste dat een natuurlijk persoon aan drie voorwaarden voldeed opdat hij als
handelaar kon worden beschouwd: Hij diende in het kader van (1) een
beroepsactiviteit (2) in eigen naam en voor eigen rekening (3) daden van
koophandel te stellen. Hierdoor kon een werknemer dus nooit als handelaar
worden gezien.
(1) De vereiste van een beroepsactiviteit impliceerde niet enkel dat het ging over
een persoon die (1A) met regelmaat ging overgaan tot het stellen van daden van
koophandel, maar ook dat die persoon dat deed (1B) met een winstoogmerk. Er
moest dus winst worden nagestreefd. Dit betekent dat een VZW nooit een
handelaar kon zijn, aangezien zij geen winst nastreeft. Ook beoefenaren van vrij
beroepen (= advocaten ,gerechtsdeurwaarders, notarissen , geneesheren,…)
werden geacht geen winst na te streven, waardoor ook zij niet als handelaar
konden worden beschouwd. Ze konden dan ook niet failliet worden verklaart,
aangezien alleen handelaars dit kunnen. Vandaag vallen deze beroepen echter wel
onder het ondernemingsbegrip.
3
, HANDELAAR
• Objectieve daden van koophandel
• Aankoop / huur van roerende goederen en immateriële goederen om te
verkopen / verhuren
• Maar niet: verhuur onroerende goederen
• De bijzondere situatie van apothekers
• Industrïële ondernemingen
• Maar niet: ambachtelijke activiteiten zonder levering van koopwaar
• Uitgesloten: landbouwondernemingen
• Dienstverlening:
• Vb. vervoer, openbare verkoop, leveringsondernemingen, agentschappen en
“de rekbaarheid van” openbare schouwspelen
• Uitgesloten: zelfstandige onthaalouders
• Subjectieve daden van koophandel : het weerlegbaar vermoeden
van commercialiteit
(2) Daden van koophandel
Artikel 2 van het WB van koophandel gaf een limitatieve opsomming van welke
daden als daden van koophandel konden worden beschouwd. Deze gevallen
moeten niet gekend zijn aangezien ze vandaag toch niets meer waard zijn.
Die lijst dateerde van 1807, en was in 2018 dus enorm verouderd. Ze was niet
aangepast aan de noden van het moderne economisch verkeer. Een aantal
voorbeelden:
- Het verhuren van onroerende goederen was geen daad van koophandel. Iemand
die dus bvb 150 studentenkoten verhuurde kon dus niet als een handelaar
worden beschouwd.
- Industriële ondernemingen (= ondernemingen die producten vervaardigen)
werden als handelaar beschouwd omdat zij daden van koophandel verrichten.
De ambachtelijke nijverheid werd echter niet als daden van koophandel gezien.
Het ging over personen die prestaties van materiële aard verrichten. Denk
hierbij aan de tuinman die een tuin aanplant. Wanneer degene die de
ambachtelijke prestaties verricht ook goederen levert, dan stelt hij echter wel
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Pirah. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.