Dieetleer samenvatting:
Diabetes Mellitus type 1:
Diëtistische anamnese:
- Begin met het vaststellen van de hulpvraag
- Verzamel aanvullende medische gegevens
- Formuleer het eerste hulpaanbod
Aanvullend diëtistisch onderzoek:
- Ga na of aanvullend diëtistisch onderzoek nodig is
- Stel vast in welk stadium van gedragsverandering de cliënt zich bevindt
- Vraag gegevens na met betrekking tot de leefomgeving
- Bepaal de mate van lichamelijke activiteit
ICF schema:
Met het ICF schema kan je het functioneren van een cliënt in kaart brengen.
Ziekten/ aandoeningen: plaats hier informatie over de ziekten en aandoeningen die de cliënt heeft,
dit kan ook de verwijsdiagnose zijn.
Functies/ anatomische eigenschappen: hier gaat het zowel om het fysiek als het mentaal
functioneren van het lichaam. (angst of depressie, labuitslagen, antropometrische uitslagen,
lichamelijke klachten, voedingsbehoefte)
Activiteiten: informatie over de activiteiten en de beperkingen die de cliënt hierin ervaart. (sporten,
hobby’s, koken, boodschappen, huishouden). (uitslag van voedingsanamnese (energie-inname)).
Participatie: hiermee wordt de deelname van de cliënt aan de maatschappij bedoeld of de
problemen die daarbij worden ervaren. (baan, werkeloosheid, vrijwilligerswerk, vereniging of een
commissie)
Externe factoren: thuissituatie, woonomgeving, beschikbaarheid van gezonde voeding, sociale steun
en relaties, medicatie, houding en kennis van familie, gezin en vrienden over voeding en beweging
onder.
,Persoonlijke factoren: hier komt informatie over voedingsgewoonten en -voorkeuren, taalbeheersing,
bewegingsgewoonten, sociaaleconomische status, ervaren kwaliteit van leven, hulpvraag, fase van
gedragsverandering en de eigen effectiviteit.
Bij mensen met diabetes type 1 ligt de nadruk op de afstemmen tussen het voedingspatroon, de
koolhydraatverdeling en het insulineverwerkingsprofiel om een optimale diabetesregulatie na te
streven en daarmee complicaties te voorkomen of uit te stellen.
Aanbevelingen in de NDF voedingsrichtlijn Diabetes:
- Het beperken van acute klachten van hypo- en hyperglykemie
- Het uitstellen of voorkomen van aan diabetes gerelateerde complicaties
- Het zorgen voor en behouden van een optimale voedingstoestand
Ongeraffineerde koolhydraatbronnen (volkoren) bevatten kwalitatief goede koolhydraten. Deze
producten zorgen voor minder fluctuaties in de bloedglucosespiegel.
Aanbevelingen:
- Beperken van geraffineerde voedingsmiddelen en producten die veel vrije suikers bevatten
levert het meeste bewijs voor het verbeteren van de bloedglucoseregulering.
- Indien er sprake is van (neiging tot) overgewicht, kan ervoor gekozen worden om de
hoeveelheid koolhydraten te verlagen en daarmee de energie-inname te beperken.
Reguleren van bloedglucose door:
- Rekenen met koolhydraten
- Berekenen koolhydraat insuline ratio (KIR)
- De insuline gevoeligheidsfactor
Koolhydraat Insuline Ratio:
Is individueel bepaald en kan per maaltijd en per tussenmaaltijd variëren.
Het gebruik van de KIR is met name geschikt voor mensen met diabetes type 1 en mensen met
diabetes type 2 zonder eigen aanmaak van insuline. De KIR kan alleen worden berekent bij mensen
die gebruik maken van insulinepomptherapie of van (ultra)kortwerkend insuline bij de maaltijden
i.c.m. 1-2 maal daagse (middel)langwerkende insuline.
KIR berekenen:
- Voedingsdagboek (meest nauwkeurig). Het dagboek dient minimaal het volgende te
bevatten:
Voedingsmiddel: tijd, soort, hoeveelheid, gewicht en hoeveelheid koolhydraten in
grammen.
Pre- en postprandiale glucosewaarden
Insulinedosering en aantal eenheden
Activiteiten en bijzonderheden
Minimaal 5 dagen nauwkeurig bijhouden.
Diabetesregulatie moet redelijk zijn (glucosewaarden binnen normale grenzen)
- Berekenen insuline-koolhydraat ratio:
Gebruik postprandiale glucosewaarden
Bereken per (hoofd)maaltijd de verhouding tussen koolhydraten en insuline
Neem vervolgens het gemiddelde van 5 dagen
, Kijk voor iedere maaltijd (ontbijt, lunch, avondmaaltijd en verschillende
tussenmaaltijden) apart naar de verhouding tussen koolhydraten en insuline
Evalueer na een aantal weken met de patiënt
Ratio berekenen: aantal gram KH wordt gedeeld door aantal eenheden insuline.
- Kan per persoon verschillen
- Kan per moment van de dag verschillen
- Totale dagdosering insuline (TDD) (als alternatief voor voedingsdagboek). Twee gangbare
regels om te berekenen:
De 500-regel: hierbij wordt 500 gedeeld door de TDD. 500 : 50 (TDD) = 10 (10 gram KH op
1 EH insuline).
De 300-regel: hierbij wordt 300 gedeeld door de TDD. 300 : 50 (TDD) = 6 (6 gram KH op 1
EH insuline).
De volgende 3 stappen zijn belangrijk bij gebruik van de KIR:
- Hoeveel gram koolhydraten gaat u eten en hoeveel insuline hoort daar volgens de berekende
KIR bij?
- Hoe hoog is de bloedglucosewaarde en is er een correctiedosis nodig om op de persoonlijke
streefwaarde uit te komen?
- Is er sprake van een bijzondere omstandigheid, bijvoorbeeld sporten binnen twee uur na de
maaltijd?
Insulinegevoeligheidsfactor:
= Geeft aan hoeveel de bloedglucosespiegel daalt voor elke eenheid insuline die wordt toegediend.
Er bestaan verschillende manieren en berekeningen om tot de insulinegevoeligheidsfactor te komen:
- De 120-regel: deel 120 door de totale dagdosering insuline (TDD) die de persoon met
diabetes gebruikt.
- De 100-regel: deel 100 door de TDD die wordt gebruikt.
- De 80-regel: deel 80 door de TDD die wordt gebruikt.
Insuline-koolhydraat ratio:
Insuline kan worden toegediend aan de hand van een insulinepomp, dit is een klein apparaatje dat in
de zak past en dag en nacht vastzit aan het lichaam. De pomp is verbonden aan een slangetje en een
dun naaldje dat onder de huid van de buik zit.
De bloedglucose kan gereguleerd worden door:
- Rekenen met koolhydraten
- Berekenen koolhydraat-insuline ratio (KIR)
- Insulinegevoeligheidsfactor
De koolhydraat-insuline ratio gaat over de insulineresistentie, die dus vooral bij diabetes type 1
voorkomt. Hierbij gaat het over dat mensen gedurende de dag schommelen in hun gevoeligheid voor
insuline. Waardoor op verschillende momenten van de dag, niet evenveel koolhydraten kunnen
worden weggewerkt.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur zarahensen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,19. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.