MW: kijk je primair vanuit een bepaalde actor naar organisaties: vanuit het management.
Betekent niet dat het management en managers belangrijkste actoren zijn in een
organisatie. Veel aandacht voor interne en externe context
Omgeving: stakeholders, wet- en regelgeving en maatschappelijke ontwikkelingen. Cruciaal:
medewerkers
Dienstverlenende organisaties met een publieke functie
= organisaties die publieke (of maatschappelijke) waarde beogen te creëren
Publieke dimensie zien we terug in:
De invloed van de politiek en de wetgeving op de besluitvorming van deze
organisaties
De veelal grote betrokkenheid van meerdere belangenpartijen binnen en buiten de
organisatie
De sterke invloed van culturele en maatschappelijke ontwikkelingen (normen en
waarden)
De specifieke motivatie van medewerkers om juist in dit soort publieke organisaties
te willen werken (gericht op bijdragen aan maatschappij)
De meervoudigheid van doelstellingen die publieke organisaties geacht worden na te
streven, de spanningen tussen deze doelstellingen en de uitdagingen om
organisatieopbrengsten te definiëren en te bepalen
Hoorcollege aantekeningen – Introductie management van publieke dienstverlening
1. Dienstverlenende organisaties
Leveren een dienst versus een tastbaar product (onderscheid niet altijd even
zwart/wit)
, In dienstverlenende organisaties zijn proces en output soms lastig van elkaar te
onderscheiden
2. Organisaties met een publieke functie
Waarom onderscheid wel van belang?
‘Gevaarlijke’ stereotypes voorkomen
Markt vs. Politieke hiërarchie
Geen zwart/wit onderscheid, maar continuüm
- Publieke waardecreatie versus winstmaximalisatie
- Publieke waarde versus publieke waardes
3. Management
= het aansturen van een organisatie zodat je gewenste doelen bereikt
Dit betekent:
o Dat je een idee moet hebben over wat je wilt bereiken: opbrengsten
o Dat je een plan moet hebben hoe je daar wilt komen: strategie
o Dat je nadenkt over hoe je je hulpbronnen benut, in deze cursus:
medewerkers
Dit betekent niet dat dat de manager belangrijkste actor is in een organisatie:
werknemers hebben macht > zij moeten het doen, dienst verlenen
4. Specifieke uitdagingen voor management van publieke organisaties
Doelen bij publieke organisaties vager dan bij privaat
Overheid wordt gezien als goede werkgever
Red tape tegenover motivatie
Verantwoording afleggen of niet
Hard voor de zaak maken vs. daarin doorslaan
What makes public organizations distinctive – Rainey
Rainey: kritisch op verschillen tussen de publieke en private sector en geeft aan dat
verschillen tussen organisaties niet altijd veroorzaakt worden door het publieke dan wel het
private karakter
Public versus private: a dangerous distinction?
The generic tradition in organization theory
De status publiek of privaat heeft grote invloed op de omgeving, doelstellingen en waarden
van een organisatie. Volgens de generic tradition, het generalistische perspectief, wordt de
nadruk gelegd op de overeenkomsten, zodat de kennis toepasbeer is op beide organisaties;
er is niet echt onderscheid en als dit wel wordt gemaakt is er gevaar voor oversimplificatie.
Contingentietheorie is voorbeeld van een generieke traditie: contingentie: organisaties
moeten zich aanpassen aan de omgeving.
,Manier van organisatie/het leiding geven aan een organisatie is belangrijker dan
eigenaarschap.
Findings from research
Onderzoek wijst uit dat elementen zoals grootte, taken en technologie meer invloed hebben
op de organisatie dan de status van publiek of privaat. Een organisatie wordt een
bureaucratie, niet door status, maar door de grootte van de organisatie.
The blurring of the sectors
Publieke en private sectoren lopen door elkaar heen (blurring), ze overlappen elkaar en
zijn met elkaar verweven. De vervaging en verstrengeling is de laatste jaren toegenomen.
Gemengde, tussenliggende en hybride vormen: publieke organisaties lijken
op private organisaties (overheidsorganisaties die op bedrijfsfirma’s lijken). Deze
hebben eigen inkomsten, krijgen speciale privileges om meer zelfstandig te opereren op de
private markt, maar houden wel publieke achtergrond: hybrid arrangements. Anderzijds zijn
er ook non-profit organisaties (3e sector), welke soortgelijke overheidstaken uitvoeren, vaak
onder contract bij de overheid. Daarnaast werken ook veel private bedrijven met de
overheid.
Functionele analogieën: soms doen organisaties hetzelfde: bedrijven en organisaties in
publiek en privaat vervullen dezelfde functies. De New Public Management stroom
benadrukt gebruik van procedures van zakelijke organisaties en private ook bij
overheidsorganisaties, gebaseerd op de veronderstelling dat de organisaties hetzelfde zijn
en daarmee dezelfde technieken toepassen (bijv. RET is publiek en Connexxion is privaat).
Complexe onderlinge relaties: de overheid koopt veel in bij private organisaties. Door
contracten/subsidies e.d. voor de levering van bijv. gezondheidszorg. Hiermee ontstaat de
vraag waar de publieke sector en private sector beginnen en eindigen.
Analogieën van sociale rollen en contexten: vanuit de overheid wet- en regelgeving om
private organisaties te beïnvloeden (monopolies, gelijke rechten) > alle organisaties mate
van publiekheid. Belangrijkste kritiek: belangengroepen zetten overheidsorganisaties onder
druk om eigen belangen te realiseren.
The importance of avoiding oversimplification
Theorie, onderzoek en praktijk laten zien dat het moeilijk is om in te delen. We moeten
oversimplificatie voorkomen (problemen te simpel inzien) en vermijden om te snel tot
conclusies te springen over een scherpe scheiding tussen privaat en publiek. Het
onderscheid tussen publieke en private organisaties staat bloot aan intellectuele gevaren: ze
maken het te eenvoudig en verwarren, misleiden en verhinderen theorieën en onderzoek.
Public organizations: an essential distinction
The purpose of public organizations
Landen hebben, naast het hebben van publieke organisaties, twee alternatieven om hun
politieke economie te beheersen:
- Politieke hiërarchieën
- Economische markten
, Markten hebben een gelimiteerde capaciteit. De overheid verhelpt problemen die de private
sector creëren of niet in staat zijn om te adresseren. En ze zorgt voor cruciale diensten die
voor private organisaties te duur of risicovol zijn om te realiseren.
Publieke goederen en free riders: De overheid kan door middel van publieke
goederen algemene voordelen voor de hele samenleving creëren. En daarbij free
riders voorkomen door het opstellen van verplicht belasting betalen bijvoorbeeld.
Individuele competentie: Individuen hebben tekortkoming aan bepaalde kennis of
informatie, de overheid reguleert deze activiteiten (bijv. over medicijnen)
Reguleren van externe effecten: De overheid reguleert externe effecten.
Luchtvervuiling bij productie door een fabriek, de overheid doet hier iets tegen
(milieuwetten)
De politiek rationale: overheid bestaat om het rechtssysteem, wet- en regelgeving en
sociale waarden te onderhouden. Het publiek belang is verbonden met publieke waarden;
het poogt zaken na te streven die men in de samenleving als collectief nastrevenswaardig
heeft gedefinieerd, oftewel het levert diensten die niet worden uitgewisseld op economische
markten, maar die zijn gerechtvaardigd o.b.v. sociale waarden, publiek belang en door de
politiek opgelegde eisen.
The concept of public values
Wetenschappers hebben concepten ontwikkeld voor publieke waarden
Moore: ‘Creating Public Value’: Publieke waarde bestaat uit wat
overheidsactiviteiten opleveren. Overheidsmanagers creëren publieke waarde
wanneer ze output produceren waarvoor burgers een wens uitspreken. De wensen
van burgers zijn de centrale bekommernissen van het openbaar bestuur.
Managers kunnen publieke waarde op twee manieren creëren:
1. Ze kunnen het geld en de autoriteit die hen is toevertrouwd gebruiken om
waardevolle dingen te produceren voor bepaalde klanten.
2. Ze kunnen publieke waarde creëren door een instelling op te richten die
tegemoet komt aan de wensen van burgers.
Dus: publieke waarde vloeit vooruit uit wat overheidsactiviteiten opleveren. De
publieke waarde neemt toe wanneer de uitkomsten efficiënter en effectiever worden
geproduceerd en komt voort uit de wensen van de burger.
The Accenture Public Sector Value Model: Publieke waarde komt voort uit de
productie van resultaten van overheidsactiviteiten, beschouwd in combinatie met
kosteneffectiviteit van het produceren van die uitkomsten. De focus ligt op de
burgers als primaire ontvanger van de publieke diensten. Outcomes zijn gebaseerd
op hetgeen wat de overheid zou moeten doen en wat burgers vinden wat de
overheid zou moeten doen.
Bozeman’s Public Value and Public Interest: concept ‘public value failure’ als
alternatief van ‘market failure’. Publieke waarden van een samenleving zijn die welke
normatieve consensus bieden over
a. De rechten, plichten en voordelen die burgers zouden moeten hebben
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ellavassallo. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.