2021 - 2022
LEVENSLOOPPSYCHOLOGIE
Hoofdstuk 1 Terreinverkenning
Inleiding
Ontwikkelingspsychologie: studie vh gedrag tijdens de verschillende levensfasen
Gedrag = overt en covert gedrag
Opdracht = registreren vd verschillende gedragsaspecten en integreren van al deze gegevens
Moeilijk om een geïntegreerd beeld te ontwikkelen:
• Veel feiten en inzichten
• Verschillen in visie en uitgangspunten bij de onderzoekers
• De complexiteit vh ontwikkelingsproces
1.1 Een korte historie
Psychologie heeft een ver verleden, maar een vrij korte geschiedenis.
1.1.1 De verre voorgeschiedenis
De voedingsbodem voor de wetenschap: bestaat uit spontane vragen en de stukjes inzichten die bij
mensen opkomen tijdens hun dagelijkse bezigheden.
Op basis van ervaringen ontstaan denkbeelden over:
- Hoe de wereld in elkaar zit
- Hoe bepaalde gebeurtenissen komen en gaan
- Hoe het leven verloopt van aan de geboorte tot de dood
- Vastgelegd id. taal id. vorm van mythen en zegswijzen
→ Voorwetenschappelijke of intuïtieve ontwikkelingspsychologie
Filosofen: die vele overpeinzingen maakten in vroeger tijden over de ontwikkeling vd mens.
Zo was er Cicero: die id. eerste eeuw een discussie had over de ouderdom.
• Factoren die van invloed zijn op de ontwikkeling (vanuit een theoretische interesse)
o Navisten (Jean-Jacques Rousseau): de natuur bepaald wie we zijn, alles ligt vast vanaf de
geboorte, dus opvoeding heeft weinig invloed op wie we zijn.
o Emperisten (Locke): legden de nadruk op de rol van ervaring en opvoeding. Ieder kind
dat geboren wordt kan nog alle kanten uit.
• Opvattingen missen de kritische toets vh wetenschappelijk onderzoek
1.1.2 Start van de genetische psychologie
Babybiografieën: in de 18de en 19de eeuw waren er mensen die basis aantekeningen begonnen te maken
over de vorderingen ih. gedrag van hun eigen kinderen.
→ Vormde het prille begin van wetenschappelijke studie vd menselijke ontwikkeling
1
, 2021 - 2022
Het nieuwe bestond erin dat men zich niet meer beperkte tot het louter nadenken over hoe de mens
zich ontwikkelt, maar dat men nu ook rechtstreeks begon te observeren. Het was vooral een observatie
van eigen kinderen, het nieuwe was dat ze bij de oordeelvorming zich baseerde op een meer
systematische observatie vh gedrag.
Begin van de wetenschappelijke theorie vorm: Geïnspireerd door de evolutietheorie van Darwin, zo
dachten geleerden parallellen te kunnen aantonen tussen het ontstaan vd verschillende levensvormen
en de manier waarop een individu zich ontwikkelt.
Dit gaf aanleiding tot de recapitulatietheorie: de opvatting als zou de ontogenese, dat is de ontwikkeling
van ieder apart individu, een versnelde recapitulatie of herhaling zijn vd fylogenese, de evolutie van
primitieve naar meer gecompliceerde levensvormen.
Genetische psychologie: theorievorming en begin van systematische observaties.
• Uitsluitend kinderpsychologie, men ging ervan uit dat de ontwikkeling stopte na de puberteit
• Ontwikkeling opgevat als een proces dat bijna uitsluitend genetisch gestuurd is
1.1.3 Omvorming tot een ontwikkelingspsychologie
Nieuwe onderzoekstechnieken ontwikkelt: waardoor groepen mensen van diverse leeftijden vlotter en
op een meer objectieve manier onderzocht konden worden.
- Statistische methoden (Stanley Hall - 1906, Willem Stern - 1911, Alfred Binet - 1903): om
verzamelde gegevens te ordenen en op een meer verantwoorde manier conclusies te trekken.
Nieuwe impulsen voor theorievorming: de visie werd vanuit 2 hoeken in vraag gesteld
• Meer nadruk op de opvoeding in de ontwikkeling (vanuit pedagogische interesse)
• Invloed vd ervaringen en ontstaan van gedragsveranderingen (opkomst uit behaviorisme)
→ Deze nieuwe invloeden leidden tot ‘genetische psychologie’ – studie van een erfelijk gestuurde
ontwikkeling van een ‘volwassen’ mens.
→ Ontwikkelingspsychologie
1.1.4 Uitgroei tot een volwaardig levenslooppsychologie
Tot halfweg 20ste eeuw enkel aandacht voor evolutie van kinderen tot aan puberteit:
• Men leek ervan overtuigd dat de evolutie nadien stilviel
• Puberteit betekende het definitieve afscheid vh kindertijd en het binnenstappen in het
volwassen leven
Dit komt omdat veel kinderen rond hun 16j gingen werken
Geleidelijk verruiming vd gebiedsomschrijving: ontwikkeling als een levenslang veranderingsproces. Op
elke leeftijd zijn er gedragsvormen, opvattingen en vaardigheden die verdwijnen en andere die ervoor
id. plaats komen.
• Sociologie: de puberteit/adolescentie, meer jongeren kregen de kans om langer naar school te
gaan. Eerst moest het merendeel vd jongeren gaan werken en moesten ze volwassen rollen
opnemen van kinds af aan.
• Medische wereld: problemen vd ouderdom, naarmate de ouderen een aparte maatschappelijke
groep begonnen te vormen dat ook sociologen en psychologen zich ging bemoeien. Zo ontstond
er een psychogerontologie.
2
, 2021 - 2022
• Periode vd volwassenheid: bleef lange tijd verstoken van onderzoek. Dat had te maken omdat
volwassenen nauwelijks evolueren. De volwassenheid werd gezien als een stabiele periode,
waarin vele jaren geen schokkende gedragsveranderingen te verwachten zijn.
o Introspectiemethode: te kennen als psychologie van volwassenen. Want alleen
volwassenen waren in staat om zichzelf geduldig te observeren en tot in detail hun
innerlijke gevoelens en gewaarwordingen te rapporteren.
Poging tot integratie: levenslooppsychologie - nog lang niet voltooid
Levenslooppsychologie: een psychologie waarin de mens bestudeerd wordt in heel zijn
ontwikkelingsgang, van bij het prille begin id. baarmoeder, over de verschillende fasen van kindsheid en
volwassenheid heen, tot id. hoge ouderdom en pas eindigend met de dood.
Ook bij eengemaakte psychologie nog heel wat verschillen in visie en benadering, gezien de omvang
en de grote diversiteit vh onderzoeksdomein.
• Complexiteit vh onderwerp – zo strikt mogelijk houden aan de objectief registreerbare aspecten
vh manifeste gedrag
• Verschillende stromingen en scholen id. psychologie: elks leggen ze eigen accenten in hun
onderzoeksmethoden en in hun theorievorming.
Tekst 1.1 Sofia. Methodes om de ontwikkeling wetenschappelijk te
observeren
Ontwikkeling in kaart brengen? Hoe zou je de taalontwikkeling in kaart brengen?
• Wat ga je observeren?
• Op welke momenten? In groep, na bepaalde periodes
• Hoe stel je je groepen samen?
Longitudinaal onderzoek: Het gedrag opvolgen id. loop vd jaren, van 1 bepaalde groep.
- Voordeel: volledig beeld in de ontwikkeling van testpersoon (mooi overzicht van
ontwikkeling/evolutie)
- Nadeel: het duurt lang, kost meer geld. Personen die gaan uitvallen, door verschillende redenen
(mensen verhuizen of willen niet meer)
- Voorbeelden van onderzoek
o Studie naar hoogbegaafde kinderen, vanaf de kindertijd opvolgen tot een latere leeftijd
van kinderen, een lange tijd
o Inzichten in taalontwikkeling
Transversale onderzoeksmethode: Ook dwarsdoorsnede of cross-sectionele methode genoemd.
Onderzoek van vertegenwoordigers van verschillende leeftijdsgroepen tegelijk, zo ontwikkeling te gaan
kaderen. Verschillende leeftijdsgroepen op hetzelfde moment gaan bestuderen.
- Voordeel: grotere representativiteit, gaat veel sneller
- Nadeel: momentopname, individuele verschillen, kan de evolutie niet in kaart brengen
Problemen bij beide soorten onderzoek
COHORTEFFECTEN:
• Cohort: een groep mensen die tot dezelfde generatie behoort
• Longitudinaal onderzoek kan enkel uitspraken doen over de evolutie binnen één specifiek
cohort
• Transversaal onderzoek: sommige vd verschillen die men vindt eerder te wijten aan specifieke
levenservaringen
3
, 2021 - 2022
TIJDSEFFECTEN:
Vertekeningen die te wijten zijn aan gebeurtenissen die zich voordeden id. periode waarin de meting
plaatsvond. Zoals corona periode die ertussen komt kan een vertekend beeld geven in de ontwikkeling
• Transversaal onderzoek
• Longitudinaal onderzoek
OPLOSSING - Combinatiemethode of
sequentiële methode: beide onderzoeken
Transversaal moet op de plaats van
longitudinaal en andersom.
We gaan een bepaalde groep over bepaalde
jaren bestuderen en een groep een enkele jaar
1.2 De indeling in fasen
Het is gebruikelijk om de levensloop in te delen in een aantal duidelijk onderscheiden periodes of fasen.
1.2.1 Continuïteit of discontinuïteit in de ontwikkeling
Discontinuïteit: iedere levensfase heeft specifieke kenmerken, periodes met vrij stabiele
verschijningswijze afgewisseld worden door relatief korte overgangsfasen, die soms zelfs het uitzicht
van een crisis kunnen hebben.
• Prototype vd crisis: de puberteit (parallel zien met metamorfose van rups naar vlinder), de
overgang tussen de hele voorafgaande periode vd kindsheid en de nog langere periode vh
volwassen leven.
Continuïteit: Beklemtonen dat een mens continu verandert en dat er nergens sprake is van een bruuske
ommezwaai. Tenzij in uitzonderlijke gevallen iemand in een nieuwe levenssituatie terechtkomt door een
dramatische gebeurtenis.
Blijft een discussiepunt.
• Verschillende soorten theorieën:
o Het trapmodel o Het golfmodel
o Het lijnmodel o Het slingermodel
o Het gelaagde model o Het spiraalmodel
o Het metamorfosemodel
1.2.2 Het trapmodel
Klassieke voorstelling - prent uit 17de eeuw: op- en neergaande trap,
met treden die telkens een jaar of 10 omvatten en met een
hoogtepunt rond de leeftijd 50j. Elke leeftijd wordt voorzien van een
aangepaste typering.
Iedere levensfase = een zinvol onderdeel van een zinvol geheel -> een
gestalt. De opeenvolging vd verschillende fasen als een geordend en
doelgericht proces zien - terug te vinden bij de gestaltpsychologie
4