1: Basisbegrippen
Onderzoek: Doelgericht proces waarbij men op een systematische manier obv een
onderzoeksontwerp, data verzamelt en analyseert, om op een betrouwbare en valide wijze
onderzoeksvragen te beantwoorden die deel uit maken van een probleemstelling.
- Doelgericht: Onderzoeksvragen beantwoorden door een probleemstelling op te stellen
- Systematisch: Onderscheid het van dagdagelijkse observaties
- Onderzoeksontwerp: Manier van onderzoekendata verzamelen en analyseren
- Betrouwbaarheid: Exactheid, nauwkeurigheid, validiteit: Meten wat je moet meten
Soorten onderzoek
Obv doelen Fundamenteel Kennis ontwikkelen
Praktijkgericht Vragen uit praktijk beantwoorden
Actieonderzoek Praktijksituaties/handelingen
onderzoekenverbetering praktijk
Obv grondvormen Kwantitatief In de breedte
Statische analyse, cijfermateriaal
Grote steekproef
Kwalitatief In de diepte
Inhoudsanalyse, beleving
Kleine steekproef
Obv tijdsperspectieven Cross-sectioneel Eenmalig op een tijdstip
Longitudinaal onderzoek Meerdere onderzoekselementen
2 soorten:
Trendonderzoe Regelmatige tijden
k Niet zelfde groep
Panelonderzoek Regelmatige tijden
Zelfde groep
Eisen onderzoek
Wetenschappelijke eisen -Empirisch: Zintuigelijk waarneembaar in de realiteit (zie cyclus p24-25)
- Onafhankelijkheid: Geen invloeden, objectief
- Betrouwbaar: Exact
- Valide: Meten wat je moet meten
! Systematische fouten: kunnen resultaten in een richting sturen waardoor een
vertekend beeld ontstaat bv bij sociale wenselijkheid
Ethische eisen -Deelnemers hebben recht op info
- Deelnemers doen mee op vrijwillige basis
- Aandacht aan anonimiteit en vertrouwelijkheid
geen enquêtes verspreiden, identiteitsgegevens niet vragen, niet herkenbaar
Praktische eisen -Efficiënt: Doelmatig en realistisch
- Budgetvriendelijk
- Bruikbaar: In staat stellen tot verandering
- Afhankelijkheid kwaliteit: onderzoekcompetentie en expertise van onderzoeker
1
,Onderzoeksproces: fasen onderzoek
-Onderzoeksplan: Planning
Probleemstelling: Aanleiding onderzoek
Onderzoeksontwerp: Methode
- Dataverzameling: collectie gegevens
- Data-analyse: bekijken + interpreteren gegevens
- Rapportage: antwoord + terugblik
! Aangeraden is een logboek: planning onderzoek waar je regelmatig
in kan terugkijken
2: Onderzoeksplan
To do: gerichte literatuurstudie met correcte bronvermelding
Probleemstelling
Aanleiding: Specifiek probleem + nieuwsgierigheid
Doelstelling: Waarom? Voor wie een meerwaarde?
Opdrachtgever bv agressie minderen
Onderzoek bv zicht op frequentie en intensiteit agressie
Afbakening onderwerp en doelgroep
Hoe complexer, hoe meer nood aan afbakening
Gebaseerd op vakliteratuur
Rekening doelstelling, tijd en middelen
Onderzoeksvragen: specifieker door deelonderzoeksvragen
Hoe complexer, hoe meer deelvragen
Geen noodzaak alle deelvragen te beantwoorden
Eisen: voldoende breed, deelvragen, volledigheid, vraagformulatie, doelgericht, beantwoord door
onderzoek, sturend, helder, begrippen bevatten dat niet voor interpretatie vatbaar zijn, geen
waarom/waardoor, niet gebaseerd op onbewezen voorkennis
- Beschrijvende: wie, wat, waar,… hoe veel, hoe vaak,…
- Verklarende: zoeken verbanden en invloed van effecten (= Hypothese ! vermeld dit)
- Gericht: suggestie
- Niet gericht: neutraler
- Evaluatieve: bestaande aanpak wordt geëvalueerd
- Prescriptieve: formuleren beleidsaanbevelingen
Visuele voorstelling verklarende onderzoeksvragen
bevatten:
- Eenheden: elementen uit steekproef Bv leerlingen uit de secundaire school
- Kenmerken: verwijzen naar wat je onderzoekt = variabelen Bv leeftijd, spijbelgedrag
- Waarden (values): waarneembare variabelen bij de eenheden Bv 14, 15,… jaar; 1, 2,… per week
2
, Soorten pijltjesdiagrammen zie p45-57 voor voorbeelden
- Verbanden: Er is een samenhang (veronderstelling)
- Effecten: Ene kenmerk heeft effect op het andere (tijdsvolgorde)
Asymmetrisch effectrelatie: 1 heeft effect op ander (x=onafhankelijk en y=afhankelijk)
Symmetrisch/wederkerige effecten: hebben invloed op elkaar
- Richting: kan enkel indien kenmerken hoger/lager kan aannemen
Positief verband/effect: recht evenredig (meer x is meer y of minder x is minder y)
Negatief verband/effect: omgekeerd evenredig (meer x is minder y)
- Verbanden met 3 kenmerken
Verbanden/Effecten met +1 (on)afhankelijke variabele (1 splitst in meerdere of andersom)
Onrechtstreekse effecten (in een lijn invloed)
Totaaleffect (in een driehoek)
- Interactie-effecten: x of y verschilt afhankelijk van het 3 e kenmerk
- Schijneffecten: Gemeenschappelijke oorzaak
- Causale effecten: oorzaak en gevolg
Voorwaarden: tijdsordening, samenhang tussen kenmerken, uitsluiten van 3 e variabele als oorzaak
Onderzoeksontwerp
= Op welke manier gaat de onderzoeker te werk om zijn onderzoeksvraag te beantwoorden?
Wat waarnemen?
Operationaliseren: Proces waarbij we kenmerken naar concreet meetbare variabelen vertalen
Kwantitatief onderzoek Kwalitatief onderzoek
Operationalisatie voor de dataverzameling plaats Operationalisatie voor (literatuurstudie)
en na (concretisering) de dataverzameling
Deductie: je gaat van theoretisch naar empirisch Inductie: je gaat van empirisch naar theoretisch
Standaardisering: kenmerk wordt bij iedereen op dezelfde Inhoudsanalyse: Patronen zoeken in de inhoud
wijze gemeten
Wie waarnemen?
Steekproef: selectie uit de populatie dat gaat onderzocht worden
Hoe waarnemen?
Registratie, enquête, experimenten, interview, focusgroep, observatie
3