,Probleem 1
1. Wat zijn de lange en korte termijn ontwikkelingen in criminaliteit?
WODC/CBS/Raad voor de Rechtspraak (2021). Criminaliteit en rechtshandhaving 2020. Ontwikkelingen en
samenhangen.
In grote lijnen de ontwikkeling van criminaliteit weten:
o Ruim één op de zeven Nederlanders van 15 jaar en ouder was in 2019 slachtoffer van
veelvoorkomende criminaliteit zoals gewelds-, vermogens- of vandalismedelicten. Over de
periode 2005-2019 is het slachtofferschap met ruim de helft gedaald.
Er was een kleine piek in 2016, daarna neemt het weer af.
Cybercrime
o Cybercrime werd meegenomen sinds 2012. Vier delict soorten: identiteitsfraude, koop-en
verkoopfraude, hacken en cyberpesten
o In 2019 was 13% van de Nederlanders van 15 jaar en ouder slachtoffer van één of meer
vormen van cybercrime. Dit is hoger dan in 2017 en in 2012.
o Slachtofferschap van identiteitsfraude en hacken is afgenomen, en van koop-en verkoopfraude
en cyberpesten toegenomen van 2012-2019. Van 2017-2019 is het slachtofferschap van alle
vormen van cybercrime toegenomen.
o Jongeren hebben vaker te maken met cybercrime dan ouderen.
o Cybercrime wordt minder bij de politie gemeld en aangegeven dan traditionele criminaliteit
In 2019 werd minder dan een derde van de delicten bij de politie gemeld. Dit is minder dan in 2017 en
2012. Van minder dan een kwart van de delicten werd aangifte gedaan. Het merendeel van de
veelvoorkomende criminaliteit tegen burgers wordt dus niet bij de politie gemeld.
2020
o Van 2019 t/m 2020 is het aantal misdrijven iets gedaald. De cybercrime is wel toegenomen.
o Over de periode 2010-2020 nam de geregistreerde criminaliteit af met 33%.
o COVID-19 beïnvloedt de criminaliteitscijfers. Want mensen bleven veel thuis.
2. Hoe is de lange termijn daling in dodelijk geweld te verklaren?
Cooney, M. (2003). The privatization of violence.
De evolutie van geweld: verschuiving van publieke vertoning naar privé ofwel privatization of violence.
o Het geweld omvat individuen in plaats van groepen
Premoderne samenleving (bijv. jagers/verzamelaars en landbouwkundigen)
In premoderne samenlevingen werd geweld typisch in groepen gepleegd. Er
was dan ook sprake van collectieve aansprakelijkheid: één of meer leden van
de groep kunnen aansprakelijk worden gesteld voor een fout die door een
ander uit de groep is begaan.
Moderniserende samenleving (bijv. agrarische samenlevingen (het middeleeuwse en
vroegmoderne Europa) en industriële landen van vandaag de dag)
Geleidelijk aan kwamen collectieve daden minder vaak voor.
Moderne samenleving
Gewelddadige conflicten zijn steeds meer een-op-een confrontaties. Daders
handelen steeds vaker alleen.
o Het geweld omvat bekenden (intimates) in plaats van onbekenden
Premoderne samenleving
In deze tijd was weinig sprake van intieme moorden. Geweld werd in bijna
alle gevallen gebruikt tegen vreemden (bijv. ridders).
Moderniserende samenleving
In deze tijd bleef een groot deel van de slachtoffers bestaan uit vreemden. In
de loop van de tijd nam het percentage intieme moorden toe.
Moderne samenleving
In moderne samenlevingen zijn daders steeds vaker ‘bekend’ bij het
slachtoffer. Let op: het aantal intieme moorden is nog ongeveer gelijk alleen
het aantal niet-intieme moorden is sterk gedaald.
Theoretische perspectieven m.b.t. verklaring van afname van geweld
o (Elias, Civilization process): door een beschavingsproces in de westerse samenleving sinds de
middeleeuwen, beheersen individuen hun natuurlijke verlangen en impulsen beter waardoor er
een afname ontstond van fysiek geweld. Deze visie doelt er dus op dat geweld wordt gepleegd
door mensen die onbeschaafd zijn. Een belangrijke verandering die bijdroeg aan deze afname
van fysiek geweld is volgens Elias de groei van de staat: het koninklijke gezag oefende steeds
2
, meer monopolistische controle uit over het gebruik van geweld met een nieuw soort
persoonlijkheid als gevolg.
Tekortkomingen theorie:
Verklaart niet onder welke omstandigheden individuele daden van geweld
voorkomen.
Theorie is niet getoetst aan premoderne samenlevingen en dit zal ook niet
gaan lukken omdat bewijs over impulscontrole is vereist (moeilijk te
verkrijgen). Je kunt het niet meer testen, omdat het niet meer zo is.
o (Black, The Management of Conflict / Social Control): de reden dat privatisering van
criminaliteit heeft plaatsgevonden is omdat de grote meerderheid van gewelddadige
handelingen conflicterende handelingen zijn. Conflict management is een actie die wordt
ondernomen tijdens een conflict. Volgens Black hangt het gebruik van een vorm van een
conflictbeheersing af van de sociale structuur van het conflict en niet van het soort conflict, de
persoonlijkheid van de deelnemers of de sociale/culturele omgeving. Elk type
conflictbeheersing heeft zijn eigen conflictstructuur: is het een gewelddadige structuur, dan zal
het conflict ook gewelddadig zijn. De privatisering van geweld komt dus door bepaalde
conflictstructuren die minder gericht zijn op publiek geweld.
o
o Black’s theorie bevat drie theorieën waaruit een verklaring van privatisering kan worden
afgeleid:
Theory of partisanship (partijdigheid)
Elk conflict is individueler geworden. Black verklaart dit door de afname
van partijdigheid. Met partijdigheid bedoelt hij de hoeveelheid
ondersteuning die derden bieden aan mensen in een conflict. De banden zijn
afgezwakt, de sociale afstand is vergroot. Dit heeft geleid tot minder
partijdigheid en betrokkenheid en hierdoor wordt geweld minder collectief.
Eerst werden derden erin getrokken en werd het een groot gevecht. Nu is het
individuele strijd en is een derde eerder een mediator.
Theory of law and self-help– m.b.t. toegenomen intimiteit van geweld
Er is een omgekeerde relatie tussen recht en informele sociale controle.
Wanneer de informele sociale controle hoog is, zijn wetten minder
belangrijk. Omgekeerd neemt het belang van wetten toe naarmate sociale
banden afnemen en de informele sociale controle afzwakt.
Vroeger waren sociale bindingen heel sterk omdat je elkaar nodig had (want
er waren geen wetten).
3
, Een toename in wetten zorgt voor een veiliger gevoel dat er weer voor zorgt
dat je minder noodzakelijk je familie moet beschermen en dus ook minder
bij ze bent. Ook zorgen wetten voor meer vrijheid dat weer leidt tot
individualisering. Er treedt dus een verzwakking van sociale banden op
doordat informele sociale controle wordt vervangen door wetten.
Als de wet niet toepasbaar is, dan nemen mensen het heft in eigen handen.
Bijvoorbeeld als ik weet dat je mijn fiets hebt gestolen, dan heb je mijn eer
aangetast en ga ik naar jou toe. Eerconflicten worden intiem uitgevochten, en
door het recht zijn er minder eerconflicten.
o Twee claims van Cooney:
Empirische claim: geweld is meer privé, dus het is geprivatiseerd. Het is individueler
en intiemer.
Die privatisering kan worden verklaard door Black.
Eisner, M. (2014). From swords to words: Does macro-level change in self-control predict long-term variation in
levels of homicide?
Samenvatting
o Dit artikel onderzoekt trends in moordcijfers d.m.v. een her-analyse van alle beschikbare
kwantitatieve studies. De resultaten bevestigen een daling van de moordcijfers in Europa over
een span van 800 jaar. De resultaten komen overeen met het civilization proces zoals geschetst
door Elias. Daarnaast zijn verklaringen te vinden in de opkomst van disciplinerende
institutionele instellingen zoals scholen en religieuze instellingen. Tevens wordt de
laatmoderne samenleving gekenmerkt door individualisme.
Gurr (1981): afname in moorden is het gevolg van toenemende gevoeligheid voor geweld en wreedheid
en een ontwikkeling van verhoogde interne en externe controle op agressief gedrag verklaring is dus
cultuurverandering in westerse samenleving.
Elias (1976, 1983): zijn theoretisch kader vormt het meest prominente theoretische kader dat interessant
is voor het verklaren van de lange-termijntrend. Zijn theorie over het civilizing process
(beschavingsproces) houdt in dat over een periode van verschillende eeuwen een type persoonlijkheid
de overhand heeft gekregen die wordt gekenmerkt door een toenemende affectbeheersing, afnemende
impulsiviteit en een gerationaliseerde manier van leven (ofwel → een hoger niveau van zelfbeheersing,
hetgeen leidt tot minder gewelddadig gedrag). Volgens Elias wordt criminaliteit dus gepleegd door niet-
beschaafde mensen.
o ‘Courtly manners’: verandering van manieren door verandering samenleving.
Data
o Statistieken over slachtoffers van moord en doodslag meestal vanaf tweede helft 19e eeuw.
Gegevens over periodes voorafgaand aan de uitvinding van nationale statistieken zijn
gebaseerd op lokale archiefgegevens die oorspronkelijk niet bedoeld waren voor statistische
analyses. Er zitten dus veel ‘gaten’ in de bronnen.
Meetproblemen
o Sommige auteurs wijzen erop dat het juridische concept van opzettelijk doden in eerdere
perioden niet volledig was ontwikkeld en dat daarom veel gevallen van moord en doodslag
mogelijk ongevallen waren in plaats van opzettelijke daden
o Bevolkingsschattingen voor de premoderne samenleving zijn onnauwkeurig en resultaten
kunnen daardoor mogelijk vervormd zijn (het aannemen van de laagste of hoogste
populatieschattingen leidt echter niet tot significante verschillen)
o Spierenburg (1996) toonde door vergelijking van autopsieverslagen en veroordelingscijfers in
Amsterdam aan dat in premoderne samenlevingen slechts 10 tot 20 procent van het aantal
moorden kan hebben geleid tot de arrestatie en veroordeling van de dader. Gegevens op basis
van justitiële gegevens kunnen de historische moordcijfers dus ernstig onderschatten
o Daarnaast kan de vooruitgang in de medische technologie een ernstige verstorende factor zijn
(veel mensen die in de premoderne tijd zijn gestorven, hadden nu wellicht gered kunnen
worden)
Wat kunnen we wel met deze data?
o Er blijkt wel degelijk dat de moordcijfers in Europa gedurende verschillende eeuwen zijn
gedaald
o Het empirische bewijs kan helpen de historische periode te beperken waarin onduidelijke
achteruitgang kan worden waargenomen (bijv. dat het begin van de 17e eeuw een keerpunt
was)
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur rosalielaar50. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,89. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.