GEESTELIJKE GEZONDHEIDZORG
Inleiding
Categoriaal denken =het gedrag wordt ingedeeld in normaal en abnormaal, is op het eerste zicht duidelijk en
zorgt voor een eenduidige taal binnen hulpverlening. Focus ligt op problemen
Dimensioneel denken =houdt meer rekening met de mogelijkheden v/d ZV, er wordt rekening gehouden met
de normale variatie in probleemgedrag. Het zorgt ervoor dat er minder snel of uitgesproken een diagnostisch
besluit vormt
2.1 Inleiding
Stemming = een bepaalde gemoedstoestand van een zekere duur, geen betrekking op een specifieke ervaring
Emotie = een intens, overheersend gevoel van korte duur dat te maken heeft met een specifieke ervaring
Stemmingsstoornis = een gemoedstoestand die niet past bij de situatie en waarbij gedrag wordt vertoond dat
niet past bij de betreffende persoon
2.2 Classificatie van stemmingsstoornissen
1. Depressieve stoornis: eenmalige of recidiverende depressieve stoornis
2. Dysthyme stoornis
3. Depressieve stoornis niet anders omschreven (NAO)
4. Bipolaire I stoornis
5. Bipolaire II stoornis
6. Cyclothyme stoornis
7. Overige stemmingsstoornissen (ten gevolge van lichamelijke aandoening/middel)
2.3 Depressieve stoornis
1. Kernsymptomen aanwezig (bijna elke dag, ged 2w, verandering in eerder
functioneren)
a. Depressieve stemming (prikkelbare stemming)
b. Verlies van interesse of plezier = anhedonie
2. nog andere symptomen aanwezig
a. Gewichtsverlies/gewichtstoename zonder dieet
b. Insomnia of hypersomnia
c. Psychomotorische agitatie of remming
DSM d. Vermoeidheid/verlies van energie
e. Gevoelens waardeloosheid/onterechte schuldgevoelens
f. Verminderde concentratie/vermogen tot nadenken
g. Terugkerende gedachten aan dood, suïcidegedachten
, Neerslachtigheid
- Somber, lusteloos, neerslachtig, moedeloos, hopeloos, koud, leeg
- Ik heb geen gevoelens meer = melancholia
- Gevoelloosheid wordt als pijnlijk beleefd
- Motoriek (houding en gang) zijn ingezakt (atoon)
- Gelaatsuitdrukking, verticale frons, depressief masker
- Spraak: zacht, monotoon, langzaam, mompelen
- Uiterlijk: moeite met zelfzorg
- Neiging zich terug te trekken, sociaal contact vermijden, futloosheid
Anhedonie
- Het feitelijke verdwijnen van de mogelijkheid tot genieten
- Verminderen/verdwijnen seksueel genot
Vitaal syndroom
- Eetlust: geen lust/geen plezier van eten, smaakt niet meer
- Ontlasting: last van obstipatie
- Seksualiteit: verminderd libido, erectiestoornis, veranderde menstruatiecyclus
- Slaap: vervroegd ontwaken, overmatig dromen
- Dagritme: dagschommelingen (niet uit bed komen, inactiviteit,
Angst
- Verband met machteloosheidgevoelens, gejaagde of geagiteerde depressie
Klinisch beeld
Formele denkstoornissen
- Vertraagde gedachtegang, concentratie en geheugen verloopt moeizaam
- Toestand lijkende op dementie = pseudodementie
- Dwanggedachten optreden
Inhoudelijke denkstoornissen
- Veelvoudig piekeren, negatieve gedachten, negatief zelfbeeld
- Waangedachten, depressie groeit tot één met psychotische kenm
- Voorbeeld wanen: hypochondrische wanen (lichaam is slecht), ziektewanen (ik heb
kanker), zonde/schuldwanen (duivel zit in mij), armoedewanen (ik heb niets meer),
nihilistische wanen (ik ben niets waard)
Veralgemeende remming
- Remming lichamelijke en psychische functies, verstrijken van de tijd
- Remming kan extreme vormen aannemen = depressieve stupor
Lichamelijke klachten
- Veranderde lichaamsbeleving, lichamelijke klachten
Afkeer van het leven
- Besluiteloosheid, passiviteit, afhankelijkheid
- Doodsgedachten en wensen
- Suïcideplannen, -voorbereidingen, -pogingen
, Exogene depressie
- Psychosociale factoren
- Reactieve depressie (na ingrijpende gebeurtenis bv overlijden)
- Symptomatische depressie (reactie op lichamelijke aandoeningen/ziekte)
- Iatrogene depressie (door bepaald geneesmiddel, bijwerking)
Endogene/vitale depressie
- Toegeschreven aan erfelijkheid en biologische factoren
- Typisch kenmerkende veranderingen in vitale functies
Psychotische depressie
- Depressie gepaard met wanen, hallucinaties, angst
- Depressie met psychotische kenmerken
- Melanchole depressie: gepaard met schuldwanen, ondergangsgedachten
- Verminderde zelfzorg, catatonie, extreme angst
Geagiteerde depressie
- Druk, rusteloos, opgewonden, prikkelbaar, humeurig
Gemaskeerde depressie
- Depressieve symptomen wordt verdoezeld door lichamelijke klachten
Soorten Dysthyme stoornis
- Stemmingsklachten zijn minder uitgesproken
- Aanhoudende gedrukte stemming gedurende meerdere jaren
- Veroorzaakt lijdensdruk of bepaalde beperkingen in functioneren
Postpatrum/postnatale depressie
- Baby blues, moeder heeft last van wisselend gemoed, huilbuien,
neerslachtigheid, slapeloosheid en angst
- Moeder kan taken niet meer normaal vervullen
Depressie stoornis NAO
- Stemmingsklachten die niet voldoend aan criteria v/d andere categorieën
Premenstruele dysfore stoornis
- Tss de periode van ovulatie en menstruatie is er sprake van depressieve
stemmingsklachten, hebben gevolgen op functioneren
Winterdepressie/herstdepressie
- Seizoensgebonden
Organische depressie
- Depressieve reactie op de beschadiging van hersenen zelf (bv
alzheimerdepressie)
, Wereldwijd 1-10% (45-450 miljoen mensen) Beginnende rond 30 jaar
Treatment gap: mensen met depressieve Tss 15-35% = ontstaan eerste episode
gevoelens zoeken geen hulp Vrouwen: tweemaal zoveel als mannen
Epidemiologie
Onderdiagnostiek & onderbehandeling Duur is variabel
Volledige remissie van symptomen
Recidiverende depressies
- Verliessituaties - Bepaalde neurotransmitters (tekort
- Alcholol- of middelenmisbruik aan serotonine, tekort aan
- Onderliggende lichamelijke ziekte noradrenaline, overschot aan
- Chronische stress dopamine)
Risicofactoren
- Sociaal isolement - Stresserende levensgebeurtenissen
- Erfelijke aanleg (life events)
- Hormonale factoren
Ouderen Kinderen
- Bij dementie - Vaststellen niet eenvoudig
- Persoon leidt nog aan andere - Verminderd oogcontact, starende
Depressie bij … aandoening die niet aan depressie blik, geen interesse,
doen denken voedings/slaapproblemen, …
- Verminderde resultaten school
- Wegloopgedrag, zelfverminking
Gebaseerd op biologische, psychologische en sociale of gedragsmatige interventies
Psychotherapie
- Cognitieve therapie = een systematische methode, gericht op bewust maken
van negatieve denkschema’s en positiever te laten denken
- Interpersoonlijke therapie (IPT) = een steungevende en activerende
gesprektherapie, nadruk op communicatiepatronen en sociaal functioneren, er
wordt stilgestaan bij verlies, conflicten, rolveranderingen, interpersoonlijke
tekorten om deze aan te pakken
Psychofarmaca
- SSRI (selectieve serotonine re-uptake inhibitor): verhogen serotonine in de
hersenen, bv Seroxat, Prozac, …
- SNRI’s (serotonine noradrenaline re-uptake inhibitor): zorgen dat serotonine &
noradrenaline verhoogd is; bv Efexor, Cymbalta
- Tricyclische middelen: nadeel zijn niet selectief dus werken nog in op andere
Behandeling
receptoren, meer bijwerkingen, bv Anafranil
- Stemmingsstabilisatoren: lithiumzouten & anti-epileptica: controle
bloedspiegel noodzakelijk (te hoge = complicaties), bv Depakine
- MAO-remmers (monoamine oxidaseremmers) = remmen het enzym MAO die
normaal serotonine & noradrenaline afbreekt, tyramine-arm dieet nodig
- VPK-interventies= verstrekken van juiste medicatie maar ook motivatie geven
om ze in te nemen, signaleren van bijwerkingen (zoals gejaagdheid, angst,
overmatig transpieren, misselijkheid, versnelde hartslag, spierstijfheid,
verwardheid, hallucinaties, slaperigheid, toename eetlust, droge mond, …)
Elektroconvulsietherapie (ECT)
- Toediening van kortdurende elektrische insulten, die leiden tot afname
gedragsonrust en verbetering van stemming
- Onder volledige narcose met spierverslapper
- Bijwerkingen = geheugenstoornissen tijdelijk van aard