Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Business: basis bedrijfseconomie €5,19   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Business: basis bedrijfseconomie

 7 vues  0 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Samenvatting basis bedrijfseconomie. De volgende hoofdstukken worden beschreven: H1 (1.4 en 1.5) + H3 + H5 + H6 + H7 + H8 (8.2, 8.3, 8.4, 8.6) + H9 + H11 + H12 + H13 + H14

Aperçu 4 sur 39  pages

  • Non
  • H1 (1.4 en 1.5) + h3 + h5 + h6 + h7 + h8 (8.2, 8.3, 8.4, 8.6) + h9 + h11 + h12 + h13 + h14
  • 24 avril 2023
  • 39
  • 2019/2020
  • Resume
avatar-seller
1.4 Rechtsvormen van ondernemingen
Een onderneming heeft een rechtsvorm. Door de keuze van de rechtsvorm wordt vastgelegd
hoe de juridische relaties binnen de onderneming en tussen de onderneming en de
buitenwereld in elkaar zitten.
Als de onderneming rechtspersoonlijkheid heeft, wordt zij zelf als partij beschouwd in de
juridische overeenkomsten die het zakendoen met zich meebrengt. Als een onderneming
geen rechtspersoonlijkheid heeft, dan is de eigenaar-exploitant degene op wiens naam de
overeenkomsten worden aangegaan.
Als een onderneming geen rechtspersoonlijkheid heeft en eigendom is van een persoon, dan
spreken we van een eenmanszaak. Als er meerdere eigenaren zijn, zonder dat er sprake is
van rechtspersoonlijkheid, is er een vennootschap onder firma of een maatschap.
Onderneming met rechtspersoonlijkheid worden gedreven in de vorm van NV, BV of
coöperatie.
Stichtingen en verenigingen hebben geen rechtspersoonlijkheid. Een benoemd of gekozen
bestuur handelt namens de organisatie.
Er zijn verschillende rechtsvormen waar een onderneming uit kan kiezen. Deze
rechtsvormen hebben onder andere invloed op de aansprakelijkheid en de manier waarop
belasting betaald dient te worden. Er zijn rechtsvormen met en zonder
rechtspersoonlijkheid.
Eenmanszaak
Eén eigenaar die tevens de leiding in het bedrijf op zich neemt. Er zijn twee
financierginsmogelijkheden, namelijk eigen vermogen en vreemd vermogen. De ondernemer
is de persoon die de juridische overeenkomsten afsluit, en niet de eenmanszaak, is die
ondernemer aansprakelijk voor de schulden die uit het ondernemen voortvloeien. De
ondernemer betaalt over de winst die behaald wordt inkomstenbelasting.
Ondernemersaftrek bestaat uit zelfstandigenaftrek en de startersaftrek. De
zelfstandigenaftrek is een bedrag dat ondernemers in mindering mogen brengen op de
winst. In het jaar dat iemand begint komt daar nog de startersaftrek bij. Voor de winst die
daarna nog overblijft, geldt dat 14% is vrijgesteld van belasting, de mkb-vrijstelling.
Berekening van het te betalen belastingbedrag:
Behaalde winst
- Ondernemersaftrek
= winst na aftrek ondernemersaftrek (zelfstandigenaftrek + startersaftrek)
- Winstvrijstelling (14% van de winst na ondernemersaftrek)
= Belastbare winst
x tarief
= Belastingbedrag
- Heffingskortingen
= Daadwerkelijk te betalen belasting
Alle ondernemers hebben een wettelijke verplichting om administratie bij te houden: deze
boekhoudverplichting geeft bv aan hoe de belastingdienst de mogelijkheid om de aangifte
van de ondernemer te controleren. De eigenaar van de eenmanszaak is niet verplicht om de
financiële positie van zijn onderneming openbaar te maken, hij heeft geen publicatieplicht.

,Vennootschap onder firma en Maatschap
Als twee of meer personen besluiten om samen een onderneming te gaan exploiteren, dan
heeft die de rechtsvorm vennootschap onder firma of maatschap. De mogelijkheden tot het
verkrijgen van extra eigen vermogen zijn groter dan bij de eenmanszaak, doordat een
nieuwe vennoot de mogelijkheid kan worden gegeven zich ‘in te kopen’ in de vennootschap.
De VOF kent een afgescheiden vermogen, hetgeen inhoudt dat zakelijke schuldeisers
voorrang hebben op privéschuldeisers van de vennoten als het gaat om het te gelde maken
van dat vermogen in geval van non-betaling. De vennoten zijn hoofdelijk aansprakelijk
voor de schulden van de onderneming, dat wil zeggen dat een schuldeiser van de
onderneming van ieder van de vennoten mag eisen dat hij of zij de volledige schuld voldoet.
De maten in een maatschap zijn niet hoofdelijk aansprakelijk voor een schuld van de
maatschap, maar slechts voor gelijke delen.
Fiscaal bestaat de VOF niet, elk van de vennoten wordt geacht een aparte onderneming te
drijven. Over dit winstaandeel wordt inkomstenbelasting geheven. De VOF heeft geen
publicatieplicht van haar financiële gegevens.
Bij de commanditaire vennootschap vindt er een gedeeltelijke scheiding plaats tussen leiding
en eigendom: bij die rechtsvorm zijn er commanditaire vennoten, ook wel stille vennoten
genoemd, die wel eigenaar zijn omdat ze eigen vermogen ter beschikking hebben gesteld,
maar die niet belast zijn met de leiding van de onderneming. Zij kunnen ook niet met hun
privévermogen aansprakelijk worden gesteld. Ook betalen zij over hun aandeel
inkomstenbelasting. Ze kunnen echter geen recht doen gelden op de fiscale voordelen van
haar ondernemerschap.
Kapitaalvennootschap
Een kapitaalvennootschap kan de vorm aannemen van een besloten vennootschap met
beperkte aansprakelijkheid of een naamloze vennootschap: dit zijn rechtspersonen.
Gemeenschappelijke kenmerken:
- Het eigen vermogen is verdeeld in aandelen.
- De gezamenlijke aandeelhouders vormen de algemene vergadering van aandeelhouders
(AvA)
- De dagelijkse leiding is in handen van de directie
Bij een BV is er vaak een grotere betrokkenheid van een of een beperkt aantal
aandeelhouders dan bij een NV.
Een NV wordt meestal opgericht met het doel om een groot vermogen bijeen te brengen,
waardoor er bij de oprichting meerdere aandeelhouders zijn die geen betrokkenheid bij de
leiding van de onderneming hebben.
Er kan eventueel, naast AvA en directie, nog een derde orgaan zijn: de raad van
commissarissen (RvC). Deze houdt namens de aandeelhouders toezicht op de directie.
Regels voor het besturen: Corporate Governance Code: gaat het erom wat goed bestuur
inhoudt, hoe daarop adequaat kan worden toegezien en hoe daarover verantwoording kan
worden afgelegd aan de belanghebbenden.
BV en NV kunnen extra eigen vermogen verkrijgen doordat de AvA beslist om de gemaakte
winst niet uit te keren, maar in het bedrijf te houden. Bovendien is het mogelijk nieuwe
aandelen uit te geven. De aandeelhouders zijn beperkt aansprakelijk. Ook de directie is niet
aansprakelijk tenzij er sprake is van wanbeleid. De belastingheffing over de winst van BV en
NV is nogal gecompliceerd omdat zowel belasting wordt geheven bij de vennootschap als bij
de aandeelhouders.

,De BV en NV betalen vennootschapsbelasting over de ondernemingswinst.
Aandeelhouders betalen inkomstenbelasting over hun aandeel winst.
Vennootschapsbelasting
- Klassieke systeem: betaalt de onderneming vennootschapsbelasting over de
ondernemingswinst en de aandeelhouder inkomstenbelasting over uitgekeerd dividend. Als
dividend uitgekeerde winst wordt in dit systeem tweemaal belast.
- Verrekeningssysteem: door de onderneming betaalde vennootschapsbelasting
beschouwd als een voorheffing namens de aandeelhouder. De aandeelhouder betaalt
inkomstenbelasting over zijn deel van de ondernemingswinst en mag namens hem betaalde
vennootschapsbelasting in mindering brengen op het te betalen bedrag.
De BV en NV vallen onder de wettelijke publicatieplicht, dat willen dat zij hun financiële
cijfers openbaar moeten maken.
Verschillende tussen BV en NV
1. BV’s kennen alleen aandelen op naam, terwijl het bij NV’s ook mogelijk is dat aandelen
aan toonder uitstaan, die eenvoudig van eigenaar kunnen wisselen.
2. In de statuten van een BV kan een blokkeringsclausule worden opgenomen, die
beperkingen oplegt aan de aandeelhouder bij de verkoop van zijn aandelen. Bij een NV mag
de vrije overdraagbaarheid niet beperkt worden.
3. Voor de oprichting van een NV is een minimum beginkapitaal van 45.000 vereist, bij een
BV is er geen minimumkapitaal.
Coöperatie
Een coöperatie oefent een bedrijf uit ten behoeve van haar leden. De leden van een
coöperatie doen zaken met hun coöperatie. De aard van dit zakendoen kan verschillend zijn:

1. Bij een productiecoöperatie zijn de leden leverancier van grondstoffen voor het
productieproces. Bij een coöperatieve zuivelfabriek leveren de boeren melk aan.
2. Bij een inkoopcoöperatie nemen de leden producten van de coöperatie af, zoals
pootgoed of kunstmest
3. Bij een coöperatieve bank lenen de leden geld aan en van de bank.
Als er sprake is van het verkopen van verzekering aan de leden, wordt de verzekeraar een
onderlinge waarborgmaatschappij genoemd; deze lijkt sterk op de coöperatie.
De leden vormen de hoogste macht binnen de coöperatie.
De financiering van coöperaties is een lastig punt.
Evenals de aandeelhouders van een BV of NV zijn de leden van een coöperatie meestal
slechts beperkt aansprakelijk voor de schulden van de coöperatie. IN nederlanden kennen
we bij een coöperatie drie juridische vormen:
1. Wettelijke aansprakelijkheid (WA): de leden zijn aansprakelijk voor de schulden van de
coöperatie.
2. Uitgesloten aansprakelijkheid (UA): de leden kunnen niet verplicht worden om de
schulden van de coöperatie te betalen.
3. Beperkte aansprakelijkheid (BA): de leden zijn tot een bepaald maximumbedrag per lid
aansprakelijk voor de schulden van de coöperatie.
De winst van de coöperatie valt onder de vennootschapsbelasting: hiervoor geldt echter een
bijzondere regeling, die ervoor zorgt dat niet alle winst belast wordt. Bij uitkering van de winst
aan de leden wordt deze – voor zover zij ondernemer zijn – belast met inkomstenbelasting in

, box 1. Coöperatie heeft publicatieplicht.
 zie tabel 1.2 blz. 39
1.5 Omzetbelasting
De omzetbelasting, ook wel belasting toegevoegde waarde (BTW) genoemd, een belasting
waar elke onderneming in Europa en in de meeste landen in de wereld – ongeacht haar
rechtsvorm – mee te maken krijgt. De omzetbelasting is een belasting die consumptieve
uitgave treft, dat wil zeggen dat de eindafnemer van een goed of dienst de belasting ‘voor
zijn rekening’ moet nemen.
- Voor levering van goederen en diensten geldt een standaardtarief van ten minste 15%.
- Voor een beperkt aantal gespecificeerde goederen en diensten mag een lidstaat een of
twee gereduceerde tarieven van ten minste 5% hanteren.
In Nederland is het standaardtarief van de omzetbelasting 21% en is er een gereduceerd
tarief van 9% op voedingsmiddelen en sommige diensten. De onderneming zal de belasting
‘afwentelen’ op haar afnemer, door de verkoopprijs met het belastingbedrag te verhogen. De
belasting is verschuldigd, ongeacht of wordt geleverd aan een eindconsument of aan een
andere ondernemer. Als de koper een ondernemer is, heeft hij het recht de aan hem
doorberekende belasting terug te vorderen van de belastingdienst. Als de afnemer een
eindconsument is, heeft hij geen terugvorderingsrecht: de belasting blijft uiteindelijk bij hem
‘hangen’.
Voor een onderneming vormt de omzetbelasting geen kostenpost: omzetbelasting die
verschuldigd is aan de belastingdienst wordt doorberekend aan de afnemer en
omzetbelasting die door een leverancier is doorberekend terug te vorderen van de
belastingdienst.
De consument is degene die uiteindelijk de last van de omzetbelasting draagt. Voor hem is
de omzetbelasting dus een kostprijsverhogende belasting.
In de resultatenrekening speelt de omzetbelasting geen rol. Zowel omzet als kosten worden
ex btw gepresenteerd.
Bijzondere situaties in de omzetbelasting
- Vrijstellingen: het gaat hier bv om diensten van banken en verzekeringen, medische
diensten, onderwijs en leveringen van onroerend goed.
Twee gevolgen:
1. De ondernemer is over de betreffende levering of dienst geen omzetbelasting
verschuldigd.
2. De ondernemer kan de aan hem door leveranciers doorberekende omzetbelasting NIET
terugvorderen.
Een vrijgestelde onderneming bevindt zich in feite in dezelfde positie als een particulier
- Export: de omzetbelasting heeft betrekking consumptieve bestedingen in het
desbetreffende land. Over goederen die vanuit NL verkocht worden naar het buitenland is in
NL geen omzetbelasting verschuldigd, maar wel in het bestemmingsland. De goederen gaan
‘belastingschoon’ de grens over; dit wordt bereikt door het nultarief toe te passen.
Een Nederlandse onderneming die goederen importeert uit het buitenland is bij de invoer
Nederlandse omzetbelasting verschuldigd. De betaalde omzetbelasting kan zij vervolgens
weer terugvorderen als zij de ingevoerde goederen gebruikt voor belaste prestaties.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur kimherbrink. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,19. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

78637 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,19
  • (0)
  Ajouter