Staats- en Bestuursrecht Uitgelegd: Hoorcollege Aantekeningen van Dr. N.S. Efthymiou
Bestuursrecht in Awb-tijdperk
Samenvatting hoorcolleges en literatuur Staats- en bestuursrecht 2022-2023
Tout pour ce livre (27)
École, étude et sujet
Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR)
Rechtsgeleerdheid
Inleiding Staats- en Bestuursrecht (RR112)
Tous les documents sur ce sujet (125)
2
revues
Par: charlottevr28 • 7 mois de cela
Par: sarah_kronenburg • 10 mois de cela
Vendeur
S'abonner
DaanvanBroeckhuijsen
Avis reçus
Aperçu du contenu
Samenvattingen Inleiding staats-
en bestuursrecht (ISBR)
Samenvattingen boek: Bestuursrecht in
het Awb-tijdperk
,Bestuursrecht in het Awb-tijdperk
Samenvatting H3: bestuur en bestuurden
3.2 Gedecentraliseerde eenheidsstaat
Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat. Er zijn verschillende vormen van decentralisatie
zoals territoriale en functionele decentralisatie.
Het voordeel van bestuurlijke decentralisatie:
1) De gedecentraliseerde overheid weet wat er leeft bij de burger en in de maatschappij.
Nadelen bestuurlijke decentralisatie:
1) De democratische controle kan problematisch worden. Dit geldt met name in het geval een
bestuursorgaan niet wordt gekozen of niet kan worden gedwongen om politieke
verantwoording af te leggen aan een wel gekozen orgaan.
Is de mogelijkheid tot democratische controle wel aanwezig, dan rijst de vraag of er geen toezicht
moet zijn op beslissingen van deze organen, waarvan de gevolgen mogelijk die van hun territorium
overschrijden.
3.3 Openbare lichamen
Binnen de organisatie van het openbaar bestuur onderscheiden we openbare lichamen.
Openbaar lichaam: een aantal organen dat gezamenlijk een gemeenschapsverband vormt.
• De belangrijkste openbare lichamen zijn de territoriale lichamen Staat, Provincie en
Gemeente.
Binnen die openbare lichamen onderscheiden we verschillende bestuursorganen, die elk een aparte
taak uitoefenen.
• Men kan zeggen dat de openbare lichamen een algemeen bestuur, een dagelijksbestuur en
een voorzitter kennen.
Bijvoorbeeld binnen de provincie zijn de bestuursorganen:
• Provinciale staten: algemeen bestuur.
• College van gedeputeerde staten: dagelijks bestuur.
• Commissaris van de koning: voorzitter.
Naast territoriale openbare lichamen komen ook functionele openbare lichamen voor (art. 134 Gw).
Een bekende categorie vormt het openbaar lichamen voor beroep en bedrijf.
• Het begrip ‘openbaar lichaam’ speelt in het bestuursrecht geen rol. Men komt het dan ook
niet in de Awb tegen.
Al deze openbare lichamen hebben rechtspersoonlijkheid: zij kunnen deelnemen aan het
privaatrechtelijke rechtsverkeer, een vermogen hebben en bijvoorbeeld contracten kunnen sluiten
(art. 2:1 Awb).
Publiekrechtelijke rechtspersonen: rechtspersonen die bij de wet zijn ingesteld.
• Publiekrechtelijke rechtspersonen zijn drager zijn vermogensrechten, zoals eigendom (art.
2:5 Awb).
,Privaatrechtelijke rechtspersonen: rechtspersonen die door middel van een privaatrechtelijke
oprichtingshandeling in het leven zijn geroepen.
3.4 Bestuursorganen
De Awb is alleen van toepassing als er sprake is van een orgaan dat bestuurt:
• Besturen kan bestaan uit het vaststellen van regelgeving, het nemen van beschikkingen, het
besluiten tot het verrichten van een privaatrechtelijke rechtshandeling en uit feitelijke
handelingen.
Bepalend voor de toepasselijkheid van de Awb-bepalingen is dat er sprake moet zijn van een
bestuursorgaan (art 1:1 Awb).
Bestuursorganen zijn onder te verdelen in:
1) A-organen:
a) In de eerste plaats zijn dit organen die hun grondslag vinden in het publiekrecht.
b) Belangrijk: de publiekrechtelijke rechtspersoon is zelf niet het bestuursorgaan: de
onderdelen van die publiekrechtelijk organisatie voeren de taken uit en besturen. Deze
organen zijn dus de a-organen.
c) Bijvoorbeeld: organen van de staat: regering en de ministers.
d) Van de provincie: provinciale staten, gedeputeerde staten en de commissaris van de Koning.
2) B-organen:
a) Dit zijn particuliere/privaatrechtelijke instellingen, waaraan een deel van de overheidstaak is
opgedragen.
b) Deze privaatrechtelijke instellingen kunnen toch een bestuursorgaan zijn, omdat zij door de
wetgever met ‘openbaar gezag’ zijn belast.
c) Het openbaargezagscriterium betekent dat deze instellingen publiekrechtelijke
rechtshandelingen kunnen verrichten.
d) B-organen hoeven bepalingen uit de Awb slechts in acht te nemen wanneer zij
publiekrechtelijke bevoegdheden uitoefenen.
Voorbeelden a-organen:
1. Regering en ministers.
2. Gedeputeerde staten, provinciale staten en commissaris van de Koning.
3. College van burgemeester en wethouders
Voorbeelden b-organen:
1. VU, indien zij diploma’s verstrekken.
2. Garagehouder, voor zover hij Apk-keuringen verricht.
3.5 Belanghebbende
Niet iedereen kan zomaar een bezwaar of een beroep instellen dat genomen is door een
bestuursorgaan. Daarvoor moet je belanghebbende zijn.
Art. 1:2 Awb luidt: ‘Onder belanghebbende wordt verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een
besluit is betrokken’.
• Belanghebbende zijn vaak natuurlijke personen en rechtspersonen, maar het kunnen ook
andere entiteiten zijn, bijvoorbeeld een informele wijkvereniging.
, 3.5.2 Belang
Om te bepalen of iemand belanghebbende is, worden de OPERA-criteria gebruik: iemand is
belanghebbende indien:
1) Het belang moet (O) objectief bepaalbaar zijn.
a) Dit betekent dat een belang niet subjectief mag zijn.
2) Het belang moet een (P) persoonlijk belang zijn:
a) Dit betekent dat je je als belanghebbende voldoende moet kunnen onderscheiden van
willekeurige andere personen die ook gevolgen van het besluit zullen ondervinden.
b) Vaak wordt er in het omgevingsrecht gebruik gemaakt van het afstands- en zicht criterium.
c) Bijvoorbeeld als er camera’s geplaatst worden tegenover jouw huis, dan ben jij als bewoner
belanghebbend. De mensen die dagelijks door de wijk fietsen niet.
3) Het belang moet een (E) eigen belang zijn:
a) Wie belangen van anderen wil behartigen, kan dat alleen doen als gemachtigde (vgl. art. 2:1
Awb).
4) Het belang moet (R) rechtstreeks getroffen zijn:
a) Dat wil zeggen dat je als persoon direct betrokken moet zijn bij het besluit.
b) Er moet een voldoende causaal verband zijn tussen de gevolgen van het besluit en het
geraakte belang.
5) Het belang moet (A) actueel zijn:
a) De vrees dat het besluit in de toekomst tot onaangename ontwikkelingen leidt, is
onvoldoende om als belanghebbende beschouwd te kunnen worden.
b) Het belang moet daadwerkelijk bestaan en niet een nog onzeker belang betreffen.
3.5.3 Wie is belanghebbende?
Belanghebbende zijn:
1) De aanvrager van het besluit en/of degene tot wie het besluit zich richt: de
geadresseerde/normadressaat.
2) Derde-belanghebbende, die geïdentificeerd kunnen worden door de opera-criteria.
a) Dit kunnen bijvoorbeeld omwonenden zijn.
b) Ook een bestuursorgaan kan derde-belanghebbende zijn, als de aan hem toevertrouwde
belangen bij een besluit van een ander bestuursorgaan zijn betrokken (art. 1:2 lid 2 Awb).
Art. 1:2 lid 3 Awb bepaalt dat rechtspersonen die algemene en collectieve belangen behartigen als
belanghebbende kunnen optreden.
• Dat zij belangen behartigen, moet blijken uit hun doelstellingen (statuten) en feitelijke
werkzaamheden.
• Zulke kunnen vrij snel als belanghebbende geïdentificeerd worden, omdat de algemene en
collectieve belangen als hun ‘eigen’ belang gelden en zij zich door de
organisatiedoelstellingen ook onderscheiden van willekeurige anderen.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur DaanvanBroeckhuijsen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.