INTERPERSOONLIJKE MODELLEN IN DE
PSYCHOLOGIE
INLEIDING
WILLIAM JAMES – “WHAT PRAGMATISM MEANS” (1907)
When the first mathematical, logical and natural uniformities, the first laws, were discovered, men
were so carried away by the clearness, beauty and simplification that resulted, that they believed
themselves to have deciphered authentically the eternal thoughts of the Almighty. (…) He made
Kepler’s laws for the planets to follow; he made velocity increase proportionally to the time in falling
bodies (…); he established the classes, orders, families and genera of plants and animals (…). [A]nd
when we rediscover any one of these his wondrous institutions, we seize his mind in its very literal
intention.
Wanneer de eerste wiskundige / logische / natuurkundige fenomenen werden ontdekt waren de mensen er
van overtuigd dat ze de gedachten van de Almachtige God te hebben ontcijferd
Maar naarmate de wetenschappen zich verder ontwikkelden, won het idee dat de meeste, misschien wel
alle, wetten slechts benaderingen zijn. Geen enkele theorie is een absolute transcriptie van de werkelijkheid.
Onze theorieën = onze pogingen om een benadering van de werkelijkheid in woorden, in taal te gieten.
Instrumentele opvatting over waarheid: elk idee dat ons van een deel van onze ervaring naar een ander
deel brengt, de dingen bevredigend met elkaar verbindt, veilig werkt, vereenvoudigt, arbeid bespaart; is
instrumenteel waar. “Waar is wat ons verder helpt”
HOOFDSTUK 1: DE INTERPERSOONLIJKE BENADERING VAN HARRY STACK SULLIVAN
1.1. BIBLIOGRAFIE EN ACHTERGRONDINFORMATIE
Wie is Harry Sullivan?
Geboren op 21 februari 1892
Overleden 14 januari 1949
Toevallig in contact gekomen met psychiatrische patiënten
Als arts opgeleid aan een commercieel opleidingsinstituut met slechte reputatie
Worstelde met eigen problematieken ontstaan in zijn jeugd vermoedelijk omwille van zijn seksuele
geaardheid.
Ervaringen in psychiatrische ziekenhuizen
Sullivan had vooral ervaring in het werken met/observeren van patiënten met de diagnose
schizofrenie (St Elizabeths Hospital + Sheppard and Enoch Hospital)
o Hoe begrijpen mensen elkaar (making sense), hoe komen ze erachter wat de ander bedoelt?
Hij begon met het observeren van ‘interacties in een sociaal veld’.
o Taal is voor hen eerder een middel was om zich te verdedigen dan om te communiceren.
Mensen blijven op een afstand en hun zelfwaardering (self-esteem) verdwijnt niet nog meer
o Hij ontdekte dat als mensen anxiety ervaren in hun contacten met anderen, ze dan geneigd
zijn zich uit die contacten terug te trekken.
, Dat terugtrekken kan via physical distancing, zijn gedachten voor zichzelf houden, of
door zo te spreken dat de toehoorders verveeld reageren, waardoor ze hem of haar
‘gek’ gaan noemen.
o Dit gebeurt niet bewust, maar is wel erg effectief! (en gezond)
Daarnaast werkte hij ook met mensen met een dwangmatige problematiek
o Zij kennen een taalgebruik welke veel meer conventioneel en sociaal acceptabel is. Maar ook
hun gebruik van taal kan opgevat worden als een verdediging tegen een afname van
zelfwaardering (self-esteem) door wat een ander doet , gepaard met anxiety.
Algemene conclusies:
o Anxiety is een algemene ervaring
o Vindt zijn oorsprong in interpersoonlijke relaties
o Defensieve patronen worden ontwikkeld als antwoord op anxiety
o In extreme gevallen noemen we dit psychiatrische symptomen
o Psychiatrische patiënten zijn niet essentieel verschillend van andere mensen
Belang van Sullivan
HS Sullivan formuleerde voor het eerst ideeën en ontwikkelde klinische praktijken die visionair waren,
in die zin dat ze bij anderen onder een andere vorm, in een andere formulering terugkomen.
Alan Carr vermeldt hem als inspiratiebron voor de systeemtherapie. Ook invloedrijke psychologen
verwijzen naar hem.
Hij zou op generaties Amerikaanse psychiaters grote invloed gehad hebben.
Voor Minuchin (founding father van de structurele gezinstherapie) was zijn interpersoonlijke
benadering een vanzelfsprekende achtergrond
Hoezeer Sullivan zich ook afzette tegen de dominante psychoanalyse, behield hij veel van het analytische
denken. Het was de voor hem vanzelfsprekende (en dus in zijn visie onbewuste) achtergrond voor veel van zijn
denkbewegingen.
Toch is de bijdrage van Sullivan origineel te noemen: de aandacht verschoof bij hem van de binnenkant
(onbewuste fenomenen) naar de buitenkant (waarneembare fenomenen). Sullivan leek een goede
middenweg gevonden te hebben tussen het subjectieve en het objectieve
1.2 OPVATTINGEN OVER INTERPERSOONLIJKE RELATIES
Persoonlijkheid = de voor hem of haar karakteristieke manier waarop een mens met andere mensen omgaat
in zijn of haar interpersoonlijke relaties
Sullivan interpreteert persoonlijkheid dus als een interpersoonlijk gegeven, in relatie met anderen
Karaktertrekken die onmiddellijk geobserveerd kunnen worden binnen het geheel van
interpersoonlijke relaties.
Observatie door:
o Gesprek
o Relatie tussen therapeut en cliënt
o Gesprekken met derden met wie de cliënt een nauwe band heeft
,Observeerbaar staat hier tegenover de ‘psychè’ waarover allerlei speculaties kunnen gedaan worden, die
(toevallig) juist kunnen zijn, maar niet verifieerbaar zijn.
Voorbeeld: Een in een psychiatrisch ziekenhuis opgenomen zestienjarige jongen kruipt weg in de hoek van zijn
kamer. Hij fluistert dat hij de kamer niet wil verlaten omdat hij bang is dat mensen buiten zijn kamer hem
kwaad willen doen. De pupillen van zijn ogen zijn wijd van schrik, zijn handen trillen, en hij hult zich vervolgens
in stilzwijgen. Hoe kunnen we die toestand beschrijven en verklaren?
Sullivan staat zeer kritisch tegenover therapeuten die verklaringsmodellen hanteren die hen als therapeut
geruststellen en in het gelijk stellen als het met hun patiënten of cliënten fout loopt. Zijn model wil dit houvast
niet bieden. Het beklemtoont dat geen twee cliënten gelijk zijn.
Bovendien dient de therapeut te beseffen dat de informatie over een patiënt altijd tot op zekere
hoogte vervormd wordt door het feit dat hij/zij een mens is, en dus ook een onvolmaakte waarnemer
Omdat Sullivan geen uitgedokterd systeem heeft om de psychè te beschrijven en verklaren, en omdat
elke patiënt verschillend is, kan de therapeut alleen maar terugvallen op de dialoog met de patiënt,
waarvan de richting onvoorspelbaar is.
De ontwikkeling van de persoonlijkheid
Er is geen sprake van onbewuste intrapsychische factoren
Er is geen eindpunt aan de ontwikkeling, al zijn de kinderjaren wel doorslaggevend.
Concrete omstandigheden beïnvloeden de persoonlijkheid (bijv. gelukkig huwelijk, kinderen, al dan
niet professioneel succesvol zijn …)
Effecten van samenleving en cultuur worden meegenomen
1.3 BELANGRIJKE THEORETISCHE CONCEPTEN
Angst = anxiety
= alle grondvormen van emotioneel lijden = bezorgdheid, schuld, schaamte, vrees, waardeloosheid, afschuw…
Angst = waarschuwingssignaal – signaleert dat er interpersoonlijk iets misloopt
Angst = altijd interpersoonlijk van oorsprong
Treedt op wanneer iemands gevoel van eigenwaarde en iemands vermogen om problemen aan te
kunnen bedreigd wordt
, Gradatie erger = paniek = iemand die voelt dat hij zijn persoonlijke omgeving niet meer aankan, of
vreest uitgesloten te worden
Angst gaat bij Sullivan dus over veel meer dan enkel bang zijn
Angst vermindert bovendien het vermogen om waar te nemen wat er gebeurt in de relaties met andere
mensen
Bv.: wanneer je een kind dat gepest wordt vraagt “wie pest jou” is de kans groot dat hij “iedereen” zal
antwoorden. Het is beter om de vraag “wie pest jou het meest” te stellen, het kind moet
verschillende mensen met elkaar vergelijken en er wordt een hiërarchie gevormd.
Doel van psychotherapie: de angst verminderen (omdat de angst het bewustzijn van de mens
beperkt)
Veiligheid en veiligheidsactiviteiten
Veiligheid = een toestand van ontspannen welbehagen tijdens de welke een individu niet gekweld wordt door
zorgen, twijfel aan zichzelf, schuld, het gevoel te kort geschoten te zijn of een andere vorm van emotioneel
onbehagen. Emotionele rust, zelfvertrouwen, optimisme en welbevinden
= omgekeerde van anxiety
Mensen zijn steeds gericht op het zoeken van een gevoel van veiligheid binnen hun interpersoonlijke
relaties, zonder er zich altijd bewust van te zijn
Veiligheidsactiviteit = interpersoonlijke handeling of houding om angst kwijt te geraken en emotioneel rustig te
worden, vaak onbewust
Gezonde veiligheidsactiviteit = bereikt zijn doel, het verminderen van angst en het vergroten van
veiligheid, zonder dat de interpersoonlijke competentie van het individu in de knel komt en zonder dat
een emotioneel onbehagen veroorzaakt wordt
Ongezonde veiligheidsactiviteit = brengen een heel scala van interpersoonlijke afwijkingen,
emotioneel onbehagen en onaangepast gedrag teweeg, die kenmerkend zijn voor psychiatrische
symptomen en psychiatrische ziekten
Elke veiligheidsactiviteit is interpersoonlijk van aard
Voorbeelden
Sublimatie: de persoon reageert onaangename gevoelens af, en brengt ze tot uitdrukking op een
interpersoonlijk aanvaardbare manier
o Bv.: Als een scholier bijvoorbeeld voor zijn eindexamen zit, gaat dit gepaard met
veel stress en spanning. Hij kan nu dit negatieve gevoel omzetten in positieve energie door
hard aan de studie te gaan. Iemand die veel onverwerkte woede of agressie heeft, kan dit in
goede banen leiden door bijvoorbeeld te gaan sporten
Het alsof proces: iemand gedraagt zich ‘alsof’ zij/hij iemand anders is in een interpersoonlijke situatie.
Zij neemt een rol op zich, speelt deze, maar deze rol past haar niet, maar zorgt ervoor dat een
anderszins pijnlijke interpersoonlijke situatie mogelijk en zelfs aangenaam is
Het zelf-systeem