Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Psychologie en sociologie, ISBN: 9789001875633 Humanities €15,29
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Psychologie en sociologie, ISBN: 9789001875633 Humanities

 8 vues  0 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Samenvatting van een aantal hoofdstukken van het boek Psychologie en Sociologie van Wijsman en Molendijk. Incl voorbeelden!

Aperçu 3 sur 27  pages

  • Non
  • 2,4,5,9,11,13,14,
  • 26 avril 2023
  • 27
  • 2019/2020
  • Resume
avatar-seller
Humanities Theorie boek

2.1: persoonlijkheid en persoonlijkheidstheorieën

Veel adjectieven/bijvoeglijk naamwoorden waarmee wij mensen beschrijven. (bijv. serieus,
dromerig, grappig, ijdel, vriendelijk)  Ieder mensen heeft zijn eigen combinatie van
persoonseigenschappen.
Iedereen gedraagt zich op zijn eigen kenmerkende manier = persoonlijkheid  de
eigenschappen die iemand heeft bepalen hoe hij/zij zich gedraagt.
Je persoonlijkheid verandert door bepaalde gebeurtenissen in je leven. (bijv. angstiger door
enge gebeurtenis)
Gedrag en persoonlijkheid zijn met elkaar verbonden  persoonlijkheid komt tot uiting in
iemands gedrag.
Theorie over het verklaren van de verschillen in persoonlijkheden:
 Erfelijk  genen
 Omgeving  invloeden die je ondergaat
 3 type mensen
o Leptosoom: lang en dun
o Atletisch: breed en gespierd
o Pyknisch: klein en dik
 Er zou een verband bestaan tussen persoonlijkheid en lichamelijke
kenmerken
 Psychoanalyse
o Freud (zie 2.2)

2.3 neofreudianen en andere psychoanalytische visies
Neofreudianen: Erikson, Horney
Benadrukt het belang van culturele factoren bij de ontwikkeling van de persoonlijkheid.
(minder gedetermineerd dan Freud)  de ontwikkeling kan namelijk het hele leven
doorgaan en negatieve invloed uit de kinderjaren kunnen worden hersteld.

Horney: Verschilt in een aantal opzichten van Freud;
 Basisangst (gevoel van onveiligheid) is belangrijker dan de seksuele drift.
 Niet alleen penisnijd, maar ook baarmoedernijd, mannen zijn jaloers dat zij geen
kinderen kunnen dragen.
 Vrouwen zijn niet afgunstig vanwege het geslachtsdeel van de man, maar vanwege
de bevoorrechte positie die mannen in de samenleving hebben.
 Neurosen

Erikson: Indianenstammen met grote verschillen in opvoeding van kind
 Sioux: hard, trots en edelmoedig + weglopen bij conflicten en gehoorzaam zijn bij
conflict met blanke
 Yurok: netjes zijn, zuinig doen en meer toekomstgericht + westers
De ontwikkeling van de mens gaat na de jeugd door volgens Erikson. Je kan de
beschadigingen uit de jeugd herstellen/kwijtraken.

,Erikson: sociaal-emotionele ontwikkeling +fases  bij iedere fase staat er een crisis centraal
en deze vormt de persoon
1. 0-1 jaar: vertrouwen vs wantrouwen  liefdevolle zorg leidt tot vertrouwen
2. 1-3 jaar: zelfstandigheid vs schaamte/twijfel  zelf dingen willen doen, als het mis
gaat schaamte/twijfel (kan ik dit wel?)
3. 3-6 jaar: initiatief vs schuldgevoel  rollen van volwassenen naspelen (mag ik
initiatief nemen?)
4. 6-11 jaar: vlijt vs minderwaardigheid  veel samenwerken met anderen, te veel
negatieve ervaringen kunnen leiden tot een minderwaardigheidsgevoel
5. 12-20 jaar: identiteit vs rolverwarring  op zoek naar identiteit
6. 18-30 jaar: intimiteit vs isolatie  liefde en intimiteit ontdekken, lukt dit niet dan
kan je in een isolement raken
7. 30-60 jaar: generativiteit vs stagnatie  vruchtbaar/productief zijn/bereiken van je
doelen, lukt het niet dan stagneer je/ga je niet meer vooruit
8. 60+ jaar: integratie vs wanhoop  als je dingen opgelost/verwerkt hebt dan treedt
integratie op, ben je niet tevreden over je leven dan kan je wanhopig worden

Afweermechanismen: onbewuste, automatische reacties die je beschermen
 Verdringing  ver weg stoppen en vergeten
 Projectie toeschrijven aan anderen, je denkt dat de ander boos is terwijl je dat
eigenlijk zelf bent
 Regressie  terugvallen in kinderlijk gedrag
 Overdekking door tegendeel/reactieformatie  stel je hebt agressieve impulsen,
dan compenseer je dat door je extra lief voor te doen
 Rationalisatie  wegredeneren van emoties
 Verplaatsing  afreageren op iets of iemand anders
 Vluchtgedrag  afleiding of andere prikkel opzoeken om de ongewenste emoties
kwijt te raken
Algemeen afweermechanisme: sublimatie = onderdrukken van impulsen zorgt voor
frustraties, je moet die impulsen kanaliseren naar iets dat sociaal acceptabel is  je bent
boos  je gaat tennissen en slaat de tennisbal heel hard

Afweerreacties kunnen het leren belemmeren of tot weerstand leiden  defensive routines
 verdedigende gewoontes die het systeem ondermijnen  stellen zich op een bepaalde
manier op

Toevoegingen op de freudiaanse theorie:
 Belang van de vroegere jeugdjaren voor het oedipuscomplex  scheiding staat in
deze levensfase centraal  kind doet eerste ervaringen los van de ouder op
o Klein: splitting= het kind leert de fijne moeder(borst) die hem blij maakt te
onderscheiden van de onprettige moeder(borst) die hem boos/verdrietig
maakt
o Miller: gezond en ongezond narcisme= ongezond narcisme als het kind meer
voor de ouders zorgt dan zij voor hem hierdoor is het moeilijker eigen
autonomie te ontwikkelen omdat het kind te veel bezig is met de behoeften

, van de ouders, gezond narcisme als het kind lang genoeg liefde en zorg
ontvangt en daarna zelf autonomie mogen ontwikkelen.
o Chodorow: ontwikkeling meisjes vaak anders dan bij jongens  moeder is in
de pre-oedipale fase de belangrijkste persoon: voelen de kinderen zich veilig
gehecht aan haar?  grote gevolgen voor ontwikkeling persoonlijkheid van
meisjes en jongens
o Bowbly en Ainsworth: groot verschil met Freud:
 Freud: trauma’s komen voort uit de fantasie van kinderen
 Onveilige gehechtheid heeft te maken met aanwijsbare
verwaarlozing, mishandeling en ander slecht zorggedrag

2.4 het beschrijven van persoonlijkheid
Adjectieven om mensen te karakteriseren  vaak gaat het over tijdelijk gedrag (iemand is
de ene dag opvliegender dan de andere)  maar wanneer beschrijft een adjectief iemand
kern?

Verschillende theorieën over soorten mensen:
 4 temperamenten/4 type mensen
o Melancholisch
o Cholerisch
o Flegmatisch
o Sanguinisch
 Later toevoeging van 8 verschillende persoonlijkheidstypen door Jung
 uiteindelijk ontstond de Myer Briggs Type Indicator met 16 typen
 Adjectieven gebruiken om mensen te beschrijven
o Sommige gaan over tijdelijk gedrag
o Sommige gaan over de kern  kern=persoonlijkheid
 Big Five
o Verschillende persoonlijkheidstrekken  deze persoonlijkheidstrekken liggen
op een schaal, je bent nooit 100% introvert, je bent iets met mate schaal =
dimensie
 5 dimensies:
 Extraversie vs introversie (ambivert=midden)
o Extraversie: graag in gezelschap
o Introversie: meer naar binnen gericht
 Vriendelijkheid vs onvriendelijkheid
o Vriendelijk: prettig in contact en hulpvaardig
o Onvriendelijk: meer eigen belang in de gaten houden
 Zorgvuldigheid vs nonchalance
o Zorgvuldig: werkt hard, levert betrouwbaar werk en
voelt zich verantwoordelijk
o Nonchalant: minder georganiseerd en minder
zorgvuldig
 Emotioneel stabiel vs neuroticisme
o Emotioneel stabiel: blijft kalm in moeilijke situaties, kan
goed met stress omgaan

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur sarahcuiper. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €15,29. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

53068 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€15,29
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté