Samenvatting: de verschillende benaderingen van depressie
Cursus: psychopathologie, 2de jaar Sociaal werk te Gent (Artevelde)
Docent: Henk Sap, Lynn Braeckman
De verschillende benaderingen op depressie
1. Een integratieve kijk op depressie
2.1 de diagnose depressie
We baseren ons op de lijst van kenmerken zoals die in de DSM5 naar voren worden geschoven.
Hoewel er heel wat kritiek te geven is op dat classificatiesysteem biedt het wel een houvast.
De DSM heeft het over de volgende kenmerken:
- Mensen met een depressie kampen met een sombere stemming gedurende het grootste deel
van de dag. Alles lijkt grijs of zwart, ze voelen zich slecht en rot. Ze hebben het gevoel dat ze
vastzitten…
- Depressieve mensen hebben ook nergens meer belangstelling voor.
- Er is meestal ook sprake van een verminderde eetlust, of net vreetbuien.
- Slapeloosheid of slaapstoornissen.
- Een depressie kan ook gepaard gaan met lichamelijke klachten, zoals hoofdpijn of buikpijn.
- Depressie mensen klagen vaak ook over een algeheel gebrek aan kracht.
- Schuldgevoelens.
- Moeite zich te concentreren of te focussen.
- Suïcidepogingen: idee dat verder leven geen zin meer heeft.
Deze symptomen zijn wellicht zeer herkenbaar voor de meesten onder ons, maar dat betekent niet
dat iedereen met die symptomen ook in depressie zit. Het is pas wanner ze weken of maandenlang
blijven voortduren of wanneer ze niet in overeenstemming zijn met de omstandigheden waarin die
persoon leeft, dat we van een stemmingsstoornis en een psychiatrische depressie kunnen spreken.
2.2 een psychoanalytische benadering van depressies
Freud ging ervan uit dat er een grote overeenkomst bestaat tussen de kenmerken van een
rouwproces en de kenmerken van een depressie. In zijn boek ‘Trauer und melancholie’ heeft hij het
over melancholie als een ernstige vorm van depressie. Als mensen met een belangrijk verlies worden
geconfronteerd moet men, volgens Freud, de tijd nemen om te rouwen Freud spreekt over
‘trauerarbeit’. Daarmee bedoelt hij dat mensen in rouw zich moeten losmaken van het/de verloren
geliefde. Het verlies betekent immers dat mensen hun liefde niet langer kunnen investeren in het
object en die liefde moeten verschuiven naar iets of iemand anders. Die liefde moet men andere
woorden geherinvesteerd worden. Een depressieve stoornis wordt veroorzaakt doordat iemand een
verlies heeft meegemaakt en niet goed heeft kunnen rouwen, waardoor die liefdesenergie niet of
verkeerd wordt geherinvesteerd.
Volgens Freud wordt elke liefdesrelatie gekenmerkt door een gevoelsambivalentie, wat betekent dat
er enerzijds wel een sterke gehechtheid is, maar dat er anderzijds ook wel altijd vijandigheid
aanwezig is in een liefdesrelatie. Elke relatie heeft iets van een aantrekken en afstoten en kenmerkt
zich door afstand en nabijheid. We hadden het eerder in dit verband over het conflict tussen Eros en
thanatos, dat in elke relatie onbewust meespeelt. Iemand die op een gezonde manier rouwr, weet
met die gemengde gevoelsn om te gaan. Wanneer dat niet lukt, worden deze agressieve en
destructieve gevoelens naar binnen gekeerd en verbannen naar het onbewuste. Dat kan de vorm
aannemen van schuldgevoelens… = een depressie. Men verwijt zichzelf niet alleen deze negatieve
gevoelens, men weet ook dat men het niet meer goed kan maken en keert die kwaadheid die
bedoeld is voor de andere, tegen zichzelf (=injectie). In de ergste vorm kan dat leiden tot
zelfvernietiging of zelfdoding.
Vaak activeren gevoelens van rouw vroegkinderlijke ervaringen. De betrokkene is zich daar
zelf niet bewust van en elke herinnering daaraan is compleet verdwenen, maar toch spelen die
, ervaringen volgens psycho-analytici dikwijls nog een cruciale rol in de huidige problemen. Een
kind van zes maanden moet zich in deorale fase (zie ook de persoonlijkheids-typologie van Freud in
hoofdstuk 3: De psychoanalytische benadering) stilaan losmaken van de moederfiguur en allerlei
strategieën ontwikkelen om met dat gemis te kunnen leven. Het moet in staat zijn in iets te geloven
als de alomtegenwoordige mama verdwijnt. Elk verlies reactiveert als het ware weer dit gemis en
wanneer men die orale fase en de scheiding met die moederfiguur niet goed heeft verwerkt, legt dat
een hypotheek op de verwerking van toekomstige verlieservaringen. Op latere leeftijd gaat een
belangrijk verlies dan ook vaak gepaard met heimwee naar de veiligheid en geborgenheid waar de
moederfiguur in de orale fase voor stond. Daarom zullen depressieve mensen in mindere of
meerdere mate vluchten naar een toestand waarin ze die veiligheid en geborgenheid denken terug te
vinden. Er is met andere woorden sprake van een regressie naar die eerste ontwikkelingsfase.
Later is men in de psychoanalyse meer belang gaan hechten aan de persoonlijkheidsstructuur
die sommige individuen kwetsbaarder zou maken voor een depressie. Heel vaak gaat het om:
- mensen die voor hun zelfwaardegevoel overafhankelijk zijn van de goed-keuring, waardering
of liefde van anderen. Het zijn mensen die alleen maar initiatieven durven te nemen
of keuzen durven te maken als de andere, van wie ze zich afhankelijk voelen, die
goedkeurt (zie ook de persoonlijkheidstypologie van Freud in hoofdstuk 3: De
psychoanaly-tische benadering)
- mensen die hun agressie moeilijk kunnen uiten, verdringen of op hun eigen persoon
richten
- mensen die onhaalbare idealen koesteren en de lat voor zichzelf erg hoog leggen (zie
ook het Ik-ideaal en het Super Ego in hoofdstuk 3: De psychoanalytische benadering). Zo
bouwen zij als het ware het eigen falen al in, wat opnieuw hun eigen zelfwaardegevoel
ondermijnt
- mensen met een sterke gewetensfunctie, die daardoor een groot plichts-besef en een drang
tot perfectionisme hebben.
2.3 een behavioristische benadering van depressies
Aanvankelijk was er vanuit behavioristische hoek weinig interesse voor allerlei emotionele
problemen, zoals depressies. Pas later hebben leer-theoretici daar meer aandacht voor gekregen.
Daarbij focussen ze eerder op het gedrag dan op de emoties. Men gaat ervan uit dat iemand
met problemen op de een of andere manier verkeerd gedrag heeft geleerd of bepaalde
adequate gedragingen helemaal niet heeft geleerd. Gedragstherapeuten lossen problemen niet
op door met hun cliënten te praten over gevoelens, maar door hen te leren zich op een andere
manier te gedragen. Ze zijn ervan overtuigd dat praten over die pijnlijke gevoelens het probleem
eerder in stand houdt omdat daardoor het depressieve gedrag wordt bekrachtigd.
2.3.1 de klassieke conditioneringstheorie
Vanuit het paradigma van klassieke conditionering stelt men dat een bepaalde gebeurtenis die
een depressie of verdriet oproept, geasso-cieerd werd met daarvoor niet relevante
omstandigheden. Door herhaling worden beide aan elkaar gekoppeld en leiden die
omstandigheden na verloop van tijd, schijnbaar zonder reden, tot een vergelijkbaar verdriet en
soortgelijke depressieve gevoelens.
2.3.2 de operante conditioneringstheorie van Lewinsohn
Peter Lewinsohn ging uit van de hypothese dat een depressie een verlaging van de frequentie
van normaal gedrag is en het resultaat is van:
- een tekort aan positieve bekrachtigingen uit de omgeving:
o doordat mensen zich bijvoorbeeld na het verlies van een belangrijk iemand gaan
isoleren
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur naomi2bossu. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.