Moraal, ethiek en grondhouding
Moraal en ethiek
Moraal = mos/mores = gewoonten, zeden en gebruiken van iemand op vlak van wat goed en slecht is
= geheel van normen, waarden en deugden die gedrag van persoon mee sturen
in opvoeding en cultuur maken we normen, waarden en deugden eigen motiveren ons handelen
Ethiek = ethos = vermogen om vertrouwen van publiek te winnen tijdens gesprek/redevoering
= reflectie op moraal, zoekt antwoorden op vraag hoe te handelen
= domein van filosofie = wat hoort, vraag naar goede, juiste en rechtvaardige
Waarden = wat we waardevol vinden, waar we waarde aan hechten
fundamentele richtsnoeren voor ons gedrag
Normen = manieren waarop waarden gerealiseerd worden = geboden of verboden
‘wat mag ik doen?’, ‘wat moet ik doen?’ en ‘wat moet of mag ik niet doen?’
Deugden = als goed ervaren morele eigenschappen = belichaamde/verinnerlijkte waarden
= uitingen waarop goede zich uitdrukt in dagelijkse omgang met elkaar
= karaktereigenschappen/kwaliteiten
Onderscheid waarden, normen en deugden adhv behalen van rijbewijs:
Normen = verkeersreglement
Waarden = we moeten ons aan het reglement houden als we de waarde veiligheid willen realiseren
Deugden = kwaliteiten die noodzakelijk zijn om veiligheid te realiseren en door inzicht en oefening ontwikkelen
Moreel probleem = vragen naar wat beste manier is om goede te realiseren in bepaalde situatie
kiezen tussen verschillende mogelijke handelingsalternatieven, wat is beste + beargumenteren
kan je oplossen
Moreel dilemma = specifieke vorm van moreel probleem
= keuze tussen 2 mogelijkheden/waarden = je zal altijd iets verliezen
Morele nood = bewust zijn dat iets niet behoort, maar niemand hoort je
het is niet oke, maar niemand ziet het
bv weet van mishandeling, maar niemand gelooft je
Het verhaal van de alligator-rivier
Bij je argumentatie en verantwoording beroep op waarden en normen
in discussie met anderen ga je reflecteren over die waarden en normen
schakelen van moraal naar ethiek
Ethische stelsels in MT1, deontologie in MT2
Belangrijkste kenmerken en verschillen:
Ethische stelsel zijn:
1. Pogingen om modellen en principes voor goede handelen te begrijpen, opstellen en funderen
2. Descriptief (moreel handelen), prescriptief (hoe we behoren te handelen) of allebei zijn
3. Nadruk op ratio (inzicht, wijsheid), gevoel (sympathie, empathie, intuïtie) of allebei
4. Verwijzen naar motieven (intentie, geweten)(intern) of gevolgen (extern)
5. Beroep op algemene principes; waarden, normen of deugden
6. Eerder absoluut (1 waarheid) of eerder relatief (afhankelijk van tijd, cultuur, …)
,Kernwaarden en grondhouding
Inleiding
Grondhouding = basis waarmee we in leven staan
basale grondhouding = relatie met elke medemens
presentie = er zijn voor, aandachtig aanwezig zijn, zonder te willen ingrijpen/sturen
Kernwaarden
Manier om grondhouding te vatten vertrekken vanuit kernwaarden
waarden vormen brug tussen absoluut en relatief, geven betekenis aan je leven
Waarden zijn onbaatzuchtig en transcendent
Transcendent = overstijgen individu, verwijzen naar mooiste verworvenheden van mens
komen vanuit innerlijke bron, gericht op algemene welzijn
“je doet het goede omwille van het goede en niet omwille van iets anders” – Kant
Onbaatzuchtig = staan ten dienste van allen, niet van jou alleen
Waarden in afgescheiden zelf ego-gerelateerd
bv verlangen naar roem, aanzien, macht, carrière, …
vertrekken niet vanuit volledigheid, maar gebrek en verlangen
bevrediging is tijdelijk en je hebt er nooit genoeg van
Onderscheid tussen transcendent en ego-gerelateerd niet altijd duidelijk voelbaar, maar wel mogelijk om 2 extremen
op continuüm te plaatsen
essay ‘The road to character’ onderscheid tussen transcendent en ego-gerelateerd
Eulogy-virtues lofrede en uitgesproken eerbetoon
= bv bij winnen van prijs, bij afsluiten van carrière, …
Résumé-virtues CV = overzichtelijk document waarop je jezelf verkoopt om aan werk te geraken
Basis van ethiek zit in onze bouwstenen
Empathie als herkenning van pijn en verdriet en troostgedrag
zorg zonder direct voordeel
Pro-sociaal gedrag gericht op rechtvaardigheid
Een transpersoonlijk mensbeeld
Positief mensbeeld mensen van nature geneigd het goede te doen en zorg te dragen, wat niet wil zeggen dat ze
dit altijd doen
Metafoor van oceaan en golf:
Ons zelfbeeld (ik of ego) stopt bij grenzen van lichaam en mentale wereld
golf die niet beseft dat ze deel uitmaakt van oceaan
onwetend over ware aard bestaat uit bewustzijn, gedachten, …
IK = oceaan Sat-chit-ananda = Zijn-Bewustzijn-Vrede
datgene waarop alle golven verschijnen en waaruit alle golven bestaan
Leven of zijn = zoektocht van golf naar oceaan
zoektocht naar geluk, vrede, liefde, vrijheid
Wie/wat ben IK?
Kwaliteiten van wat we in essentie zijn:
Wordt niet verstoord = vrede
Heeft geen tekort = geluk
Heeft geen grenzen = vrijheid
Voelt zich niet afgescheiden = liefde
, Afgescheiden ik = lijden (verlangen en angst)
Afgescheiden zelf (ik) in stand gehouden door 2 bewegingen
Angst (voor dood): “ik ben eindig” (in tijd)
Verlangen (naar volledigheid): “ik ben niet goed genoeg” (in ruimte)
Hoe manifesteert zich deze afgescheidenheid:
Schuldgevoel en zelfverwijt: “ik ben niet goed genoeg”
Beschuldigen van anderen: “jij bent niet goed genoeg”
Trots: “ik ben beter dan jij”
Zorgen, angst en ongerustheid: “ik wil niet dat …”
Hechting: “ik zou willen dat” (verlangen naar objecten, middelen, …)
Conclusie
Kernkwaliteiten …
… vormen brug tussen absoluut en relatief
… zijn essentieel in je leven en geven er zin aan
… zijn datgene van waaruit je ten diepste handelt
… zijn onbaatzuchtig en transcendent (staan ten dienste van allen, niet alleen van jou alleen)
… manifesteren zich als grondhouding