Internationale economie
Hoofdstuk 1: Inleiding
1. Waarover gaat internationale economie?
Internationale economie bestudeert economische interacties tussen landen en de problemen die zich hierbij kunnen voordoen.
International trade: handel in goederen en diensten
International finance: handel in geldstromen en investeringen
21ste eeuw: landen zijn meer met elkaar verbonden dan ooit tevoren via handel in goederen en diensten, kapitaalstromen en via
investeringen.
International trade:
Internationale handel in VS is verdrievoudigd sinds 1960.
Zowel import als export gedaald in 2009 (bankencrisis).
International finance:
Hoe betaalt de VS die import? Toestroom buitenlands kapitaal en groeiende
linken tussen nationale kapitaalmarkten.
1.1.International trade
Andere landen (zoals bijvoorbeeld België, Duitsland, enz) hangen meer af van internationale handel dan landen zoals bijvoorbeeld
de Verenigde staten. Zo maakt internationale handel in België ongeveer 85% uit van het nationaal inkomen (anno 2015).
Waarom is de internationale handel zo sterk gestegen?
Daling van de handelsbarrières: tarieven en quota’s.
Vermindering van de transportkosten: daling luchtvaarttarieven, tankertransport, inschakelen van informatica.
Oprichten van vrijehandelzones: EU, NAFTA, CETA.
1.1.1. Voordelen en nadelen van internationale handel
A. Voordelen
Wanneer koper en verkoper een vrijwillige transactie ondernemen, ontvangen ze beiden iets wat ze willen en zijn ze er beter
aan toe. Bv. In Noorwegen kunnen ze moeilijk zelf citroenen produceren dus importeren ze deze, de producenten van de
citroenen kunnen met dit geld iets anders kopen (evt import).
Zelfs indien landen het meest (of minst) efficiënt zijn in de productie van alle goederen winnen ze bij vrijhandel:
o Zelfs wanneer de producenten in het minder efficiënte land enkel kunnen concurreren door het betalen van lagere lonen.
o Het efficiënte land legt zich toe op de productie van datgene waar het relatief het beste in is en importeert de rest.
o Handel is niet schadelijk wanneer er grote ongelijkheden zijn tussen de landen wat betreft de productiviteit van de lonen
Trump is fout).
Handel zal voordelig zijn voor een land wanneer het goederen exporteert of importeert die gebruik maken van overvloedig
aanwezige of schaarse productiefactoren.
Als landen specialiseren kunnen ze efficiënter zijn door productie op grotere schaal.
Landen kunnen ook winnen door huidige productiefactoren en goederen te verhandelen tegen toekomstige productiefactoren
en goederen.
B. Nadelen
Voor individuele landen is handel voordelig, maar niet altijd voor groepen van economische agenten.
Internationale handel kan een negatief effect hebben voor de bezitters van productiefactoren die intensief gebruikt worden
in importconcurrerende sectoren (= industrieën die concurreren met geïmporteerde goederen). Bijvoorbeeld AliExpress die
veel goederen goedkoper aanbiedt.
Internationale handel kan bijgevolg leiden tot uiteenlopende inkomenseffecten binnen landen.
Eerder dan tussen landen zouden conflicten betreffende de handel moeten voorkomen tussen de groepen binnen een bepaald
land.
1
, 1.1.2. Het handelspatroon (the pattern of trade)
= wie verhandelt wat met wie?
Factoren die handel kunnen verklaren:
Inter-industriële handelsfactoren: handel tussen twee verschillende producten (kleding voedsel)
Verschillen in klimaat en productiefactoren, bv. Brazilië exporteert koffie en Australië exporteert ijzererts.
Verschillen in arbeidsproductiviteit
Verschillen in beschikbaarheid en aanwending van productiefactoren.
Intra-industriële handelsfactoren: handel tussen twee soortgelijke producten (Ferrari Audi)
Schaalvoordelen
1.1.3. Hoeveel handel is goed? Is er overheidsbeleid nodig?
Hoeveel handel is nodig zodat ze geen schade kan veroorzaken?
Sinds WO II: de geïndustrialiseerde landen probeerden de hindernissen voor internationale handel weg te werken door allerlei
overeenkomsten tussen bijvoorbeeld een aantal landen of wereldwijd.
NAFTA: North American Free Trade Agreement
GATT: General Agreement on Tariffs and Trade
Dit zijn voorbeelden van zaken die internationale handel bevorderen.
Anderzijds zijn overheden bezorgd om de invloed van internationale handel op de welvaart van de binnenlandse industrieën.
(Denk aan Trump, voorstander van protectionisme en mercantillisme)
= Anti-globalistenbeweging
Verschillende manieren waarop beleidsmakers de handel kunnen beïnvloeden:
Tarief (douanerecht): een taks op import en export
Quota: een hoeveelheidsbeperking op import of export
Exportsubsidie: een betaling aan de producenten die exporteren
1.2.International finance
= de internationale kapitaalmarkt.
Waarom is de international finance gestegen?
Handel financieren
Tekorten op betalingsbalans te financieren
Voor buitenlandse investeringen = directe controle
Voor allerhande beleggingen (aandelen, obligaties, enz) = geen directe controle
2
, Hoofdstuk 2: Een overzicht van de wereldhandel
1. Wie handelt met wie?
1.1.Het graviteitsmodel: grootte en afstand
Wat bepaalt de intensiteit van de handelsbetrekkingen tussen twee landen of regio’s?
1.1.1. Wat zegt de empirie
5 grootste handelspartners: China, Canada, Mexico, Japan en Duitsland.
3 van de top 10 handelspartners: Duitsland, VK en Frankrijk. Nemen de grootste
fractie in van de handel tussen EU en VS.
Mexico en Canada relatief kleine economieën maar behoren tot belangrijkste
handelspartners.
Waarom handelt de VS veel met grote Europese economieën, maar ook kleine economieën zoals deze van Canada en Mexico?
De grootte van een economie is van belang: hoe meer naar rechts op de horizontale as, hoe
meer naar boven op de verticale as. Maar waarom?
De grootte van een economie houdt rechtstreeks verband met de omvang van invoer en
uitvoer.
Grotere economieën produceren meer goederen en diensten en kunnen deze dus ook
verkopen in de internationale markt.
Grotere economieën genereren meer inkomen door een hogere export en kunnen
daardoor zelf ook meer importeren (kunnen geld van export besteden aan evt import).
hoe meer naar rechts op horizontale as, hoe meer naar boven op verticale as DUI is goed
voor 21% vh BBP vd EU. DUI produceert 1/4 dus.hoeveel verhandelt, ook 23%. grotere economieën handelen meer met de VS dus
de grootte van de economie speelt een rol Belgie en NL handelen meer met de VS dan men zou verwachten, want deze liggen
boven de diagonaal dit komt door de havens, spoorwegen, snelwegen. We zijn zeer klein en via ons geraakt men makkelijk in het
Ruhrgebied ierland ook links van de diagonaal. Waarom? Culturele banden want ieren zijn na de hongersnood vertrokken naar de
VS + ze spreken beide Engels Spanje, italië enz. zijn gekend voor hun slechte talenkennis vandaar rechts van de diagonaal en dus
minder handel
De afstand speelt een belangrijke rol: De VS handelt meer met haar buurlanden dan met Europese economieën van dezelfde
grootte.
Afstand beïnvloedt transportkosten en dus de kost van import en export.
Afstand beïnvloedt persoonlijke contacten en communicatie, die op hun beurt handel kunnen
beïnvloeden.
1.1.2. Wat zegt de theorie?
Graviteitsmodel:
Het graviteitsmodel voorspelt dat handel positief gerelateerd is tot het BBP van de landen en negatief gerelateerd is tot de afstand
tussen landen.
Waarvoor kunnen we het graviteitsmodel gebruiken?
Het model slaagt erin handelspatronen te voorspellen
Uit schattingen blijkt dat een toename van de afstand tussen twee landen met 1% de handel doet afnemen met 0,7 tot 1%.
Het model klopt echter niet altijd. Soms gaan landen meer of minder handel voeren met elkaar dan voorspeld uit het model.
3
, 1.1.3. Welke andere factoren kunnen de handel beïnvloeden?
Culturele banden: 2 landen culturele banden hebben, waarschijnlijk dat ze ook sterke economische banden hebben.
Geografische redenen: bijvoorbeeld zeehavens of de afwezigheid van een bergketen (voorbeeld Chili) maken handel
toegankelijker.
Multinationals: bijvoorbeeld een moederonderneming die verschillende dochterondernemingen heeft in het buitenland.
Grenzen: denk aan Brexit
o Zowel tijds- als financiële kosten (duurt langer + douanekosten) => formaliteiten
o Deze impliciete en expliciete kosten verminderen de handel
o Kan ook verwijzen naar verschillen in taal en/of munt
Handelsovereenkomsten
Voordelen België & Nederland Voordelen Ierland Nadelen Spanje, Italië &
Frankrijk
Positieve geografie (rivieren, havens & Affiniteit met VS: Zelfde taal & Mogelijk een taalbarrière
spoorwegen) = Doorvoerlanden Veel ierse immigranten
1.2.Belemmeringen voor handel: grenzen
Grenzen vergroten de tijd en kosten die nodig zijn voor handel
Handelsovereenkomsten tussen landen zijn bedoeld om formaliteiten en tarieven die nodig zijn om de grens over te
steken, te verminderen nen zo de handel te vergroten.
Bijvoorbeeld: NAFTA USMCA (US, Mexico, Canada) door Trump veranderd ten voordele van de VS. Hierdoor handelt de VS
veel meer met haar rechtstreekse buren dan met Europese economieën van een soortgelijke grootte.
De meeste goederen die verhandeld worden tussen de drie landen zijn niet onderhevig aan tarieven en andere barrières voor
internationale handel.
Speelt de grens tussen de VS en Canada een rol bij de hoeveelheid handel of zouden de handelsstromen hetzelfde zijn zonder
de grens?
Uit onderzoek blijkt dat de grens tussen deze landen nog steeds lijkt samen te hangen met een vermindering van de handel
Zelfs wanneer het handelsovereenkomsten zijn, zullen die zelden de bestaande nationale grenzen volledig doen
verdwijnen
Data betreffende de totale handel van de Canadese provincie British Columbia met andere Canadese provincies en met
staten in de VS bevestigen dit.
Er is altijd meer handel binnen een land dan grensoverschrijdende handel. De grens heeft dus wel degelijk een invloed.
4