het gaat over verschillende stijlen in de kunstgeschiedenis! die ook beeldende begrippen hebben als kleur, ruimte, compositie en vorm. je kan denken aan de middeleeuwen tot en met het modernisme!
Vanaf 1800 (vanaf het neo-classicisme) tot en met de middeleeuwen (vanaf de Romaanse tijd).
De romaanse periode:
De middeleeuwen werd gezien als een donkere periode. Ofterwijl dark ages. Hierbij werden
mensen als niets anders gezien dan als instrumenten van god. In deze tijd was god heilig.
Daarom waren de kunst werken meestal ook zonder naam. God heeft ze gemaakt en niet de
kunstenaar.
Tussen de romaanse periode en de middeleeuwen zit een tussenperiode. Deze wordt de
byzantijnse periode genoemd en heeft veel te maken met Istanbul.
In de middeleeuwen en de romaanse periode waren er veel christelijke kerken. Kenmerken
van christelijke kerken zijn dat ze veel rondbogen hebben, koepels, ronde ramen en meestal
staat er een Maria op de kerk aan de binnen- of buitenkant.
Kenmerken van de romaanse architectuur zijn: (rondbogen, dikke muren en een tonggewelf)
Kenmerken uit de romaanse schilderkunst zijn: altaarstukken, muur en plafondschilderingen,
mensen die belangrijker zijn worden groter afgebeeld en fresco.
Fresco -> is een laag die wordt aangesmeerd op de muren en dan verfden de schilders
daarop. Fresco is ook heel lang te bewaren.
In de periode werden muur en plafondschilderingen gemaakt omdat mensen niet konden
lezen en schrijven en het verhaal kon dan in afbeeldingen worden afgebeeld zodat iedereen
het wel begreep. Dit was erg handig voor het verhaal van de bijbel omdat het christelijke
geloof toen erg belangrijk was.
Ook waren er kenmerken in de beeldhouwkunst deze waren: symbolische Bijbelse functie,
sculpturen in hout, steen en metaal als het metaal was, was dit meestal brons. En in de
beeldhouwwerken zijn veel ornamenten zichtbaar. Dit zie je vooral in de gotiek.
De gotiek:
Gotiek is bijvoorbeeld het gebouw de notre dam. De tijd gotiek is van 1140 tot 1500. Maar er
is nooit echt een tijd aan vast te knopen aan periodes. Ze zijn niet in steen gebeiteld zoals
dat dan heet.
Het is oud. Erg oud.
Het duurt net zoals in de romaanse periode honderden jaren om dit te maken. Er werd
gebouwd als er geld was.
Het Neoclassicisme:
Van 1760 tot 1840.
De klassieke oudheid wordt altijd gebruikt als basis in een nieuwe stijl.
Jacques Louis David-> hij schilderde in deze stijl. De kroning van Napoleon is één van zijn
werken. En het is een Historisch schilderstuk. Een kenmerk van een Historisch schilderstuk is
dat het altijd een enorm stuk is. (Daarom is het belangrijk om de maat bij de afbeelding te
zetten zodat je kan zien of het een Historisch schilderstuk is.)
Kenmerken van de stijl:
Heldere kleuren op belangrijke plekken.
Er is veel kleurcontrast.
Gemengde kleuren achtergrond.
, Het is vaak statische een stilstaande compositie.
Je kunt de verhalen uit de Griekse en romeinse mythologie tot onderwerp nemen. Zoals de
Sabijnse vrouwen, de eed van de horatie, heroïek-> mensen die ‘TATATA’ de held zijn. Het
speelt een belangrijke rol in de neoclassicistische schilderkunst.
De franse revolutie-> het is de aanjager van het neoclassicisme. Het is de opdrachtgever van
neoklassieken schilders en architecten. Het is daarmee ook staatskunst. En ook de
verlichting draagt bij aan deze stroming. (Rationaliteit.)
Voorbeelden:
Het Parthenon-> een van de gebouwen die kenmerkend is voor deze stijl. Je ziet veel
marmer en stenen en mergelachtige maar ongeschilderde en ongekleurde architectuur.
La Madeleine-> het heeft trappartijen net zoals het Parthenon. Die eruitzien als een soort
podium. De kapitelen daarentegen zijn anders deze zijn korintisch en het Parthenon is
ionisch.
Het Capitool-> het is symmetrisch. Het is vooral gericht op romeinen. De zuilenpartijen,
horizontale richting. Er zit orde, soberheid en strengheid in. “Orde must sein”. Er is ook een
koepel, hele dikke daklijst. En ook de trappartijen zie je weer terug.
Naast de bouwkunst kun je deze stroming ook terugvinden in interieurs. Er staat een tafeltje
in het midden, bed in het midden, lijsten langs de plafonds. Er is dus orde en regelmaat.
Kenmerken van gotiek:
1. Verticaliteit -> Er wordt verticaal gebouwd er wordt gebouwd naar god toe. Naar de hemel en
naar het licht.
2. Spitsbogen-> als je een boog niet rond maakt maar spits, verdeelt hij zijn krachten meer verticaal.
(Naar beneden). En dan hoef je geen dikke muren te hebben. Je kunt dan met dunne muren die
krachten naar de vendering toe laten gaan.
3. Er is bijbeltafereel op de ramen. -> glas in lood.
4. Rozetramen -> hele grote ronde ramen.
5. Kruisribgewerf -> maken onderdeel uit van een spitsboog.
6. Dikke muren -> als de muren dunner worden krijg je luchtbogen om het middenschip overeind te
houden. (In het boek staan de onderdelen op bladzijde 39)
7. Gevels zitten vol met beeldhouwwerk.
Mensen die meebetaalden aan het gebouw kregen veel aanzien. Hun plek in de hemel was
al bijna gekocht als je meebetaalde.
De functie van beeldhouwwerken waren meestal allegorisch. Het verteld bijbel verhalen.
Duivelse figuren om water uit te spugen dat overbodig was. -> die via regengoten. Het
water wordt naar buiten gebootst. En het water moet zo ver mogelijk van de gevel afvallen.
De duivels braken het onweer uit.
Pinakel -> het bovenste van een torentje. Om de verticaliteit af te sluiten.
Hoofdstuk neoclassimse 3.6 lezen voor de volgende les. 68 Tm 71 van het kunstboek.
, Romantiek:
Vrouwen gingen hier ook meer schilderen. Ook vrouwen lieten zich meer schilderen.
Onderwerpen zoals donkere mensen, slaven, een half bloot lijf werden hier geschilderd.
Maar ook armoede in steden wordt geschilderd of een stoommachine.
Er komt interesse die groeit, hij gaat naar een andere wereld. (Men slaat zijn vleugels uit
naar een andere wereld op alle mogelijke niveaus.) ze kijken naar de wetenschap en naar de
natuur en het exotische (Midden-Oosten) wat een typisch romantisch kenmerk is. Je ziet het
exotische ook op schilderijen bijvoorbeeld een moskee omgebouwd tot een pesthuis. De
legers van napoleon komen daar. En ze komen ook met allemaal ziektes. En ze komen daar
dus de pest tegen. En ze belanden dan massaal bij pesthuizen waar ze dan bij bosjes sterven.
Er zijn veel warme kleuren -> bruine, rode, oranje, geelachtige kleuren, okerachtige kleuren.
Dat is typisch romantiek.
Dynamische compositie-> veel beweging, schuine lijnen, veel gebogen en kronkelige lijnen
op een rij. Ook weer typisch romantiek.
Exotisme.
-> drama en Theater. (Ook ramantiek). En natuurlijk Claire obscur. Een lichtbron in het midden die
een groot contrast maakt tussen licht en donker. En het onderwerp die drama van de 3e mei.
Goya schildert deze stijl hij schildert oorlog en liet het vreselijke daarvan zien. Denk aan esto
es peor.
Eerst was alles buiten je eigen dorp eng. Zoiets als wandelen en je eigen dorp uitgaan deed
je eigenlijk niet. In de romantiek zochten mensen juist een ander dorp of bos van buiten hun
eigen dorp op. Ze bekijken, beschouwen en waarderen de natuur. Het wordt een belangrijk
onderwerp in de schilderkunst.
Kijk naar monnik aan zee-> dit schilderij hierbij zie je veel wolkenlucht en natuur dat alles
overheerst. God heeft de natuur gemaakt. Er is veel aandacht voor de natuur en bijna geen
aandacht voor de monnik die erop staat.
De heilige 3 eenheid. Jezus, vader en de heilige geest.
Pittoresk= het komt van het Engelse pitucreresk. Het zij kleine dorpjes waar een foto over
schilderij van wordt gemaakt. Het is de moeite waard.
-> William Turner is een belangrijke Engelse schilder. Hij laat het aanbreken van een nieuwe tijd zien.
Er is balans tussen de rol van de natuur en het object op zichzelf. Ook speelt deze schilder heel erg
met verf. Het is niet glad, maar ook ruw en andere texturen.
-> Daguerre maakte fotografie. Is een belangrijke fotograaf! Er is ook een term naar vernoemd
namelijk daguerreotypie.
Realisme:
De toets-> betekenis de bovenkant van een kwast de penseelstreek op het doek is veel
groffer, het spoor dat de kwast in het verf achterlaat.
Manifest-> iets dat je wil dat het zo gebeurt.
Salon de refusés. De geweigerde werkstukken van het salon worden hier tentoongesteld dat
was in Parijs.
-> Denk aan Eduard Manet met zijn schilderij l’herbe.
Millet-> schilderde het boeren leven, een man met een hark op het platteland. Hij gebruikt
gemengde aardse kleuren. En laat zien dat de boeren ook waard zijn om onderwerp te
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur patriciakoerts. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.
