Belangrijke factoren van toename wereldwijde voedselproductie zijn schaalvergroting,
mechanisering, irrigatie, kruising en selectie, en het gebruik van kunstmest, bestrijdingsmiddelen,
krachtvoer en antibiotica. Door deze dingen nam de productiviteit in de landbouw toe.
‘Voldoende voedsel’ gaat volgens het FAO om meerdere aspecten:
- Voedsel moet voldoende energie leveren
- Voedsel moet voldoende voedingsstoffen bevatten
- De voedselveiligheid moet goed zijn
- Voedsel moet aansluiten bij culturele voorkeuren
Kwantitatieve honger: situatie waarbij mensen te weinig energie binnenkrijgen om productief en
gezond te blijven
Kwalitatieve honger: situatie waarbij mensen te weinig voedingstoffen binnenkrijgen om productief
en gezond te blijven
Wereldvoedselvraagstuk: de vraag hoe we iedereen op aarde op een duurzame manier van
voldoende voedsel van goede kwaliteit kunnen voorzien
1.2
Doordat er sprake was van uitbuiting van de koloniën, ontwikkelde het westen zich ten koste van de
overzeese gebieden. De moederlanden werden het centrum van de wereld, de koloniën de periferie.
Dit is nog steeds te merken, want op de plantages vindt vooral exportgeoriënteerde landbouw
plaats(commerciële landbouw gericht op export). Deze plantages zijn meestal in handen van
buitenlandse bedrijven of grootgrondbezitters waardoor de winsten nauwelijks naar zaken als
onderwijs en gezondheidszorg gaan. Dit verkleint mogelijkheden voor ontwikkeling.
Door de economische globalisering zijn er in de wereld enorme transportstromen van
handelsgewassen(gewassen die verbouwd worden om te verhandelen). Dit komt doordat
transportkosten tegenwoordig verwaarloosbaar zijn.
Comparatieve voordelen: de omstandigheden die er voor zorgen dat een land vergeleken met andere
landen bepaalde producten beter en goedkoper kan produceren. Deze omstandigheden zijn onder
andere klimaat, kennis, loonpeil en kwaliteit van infrastructuur.
Door comparatieve voordelen te gebruiken, is er regionale specialisatie ontstaan(het focussen op de
productie van goederen met de meeste comparatieve voordelen. Landen in de periferie kunnen
hierdoor alleen geen kapitaal opbouwen door:
- schommeling op de wereldmarkt
- kwaliteit van oogsten die per jaar verschilt
- relatief lage prijzen voor agrarische producten
geglobaliseerde landbouw: de productie, verwerking, distributie en verkoop van gewassen vinden
plaats in een wereldwijd netwerk.
, Doordat er altijd voldoende voedsel van voldoende kwaliteit moet zijn is een handelspolitiek
ontstaan die gebaseerd is op protectionisme, waarbij landen de binnenlandse voedselproductie en
de inkomens van de boeren in bescherming nemen. Om dit te bereiken:
- importheffingen(belasting op goederen die ingevoerd worden). Belemmeren import van
concurrerende producten
- landbouwsubsidies(steun aan boeren om inkomen aan te vullen). Ondersteunen inkomens
van boeren
doordat winstmarges in de landbouw klein zijn, produceren boeren in centrumlanden zo veel
mogelijk. Hierdoor ontstaat er dumping(verkopen van voedsel voor extreem lage prijzen).
1.3
Een groot deel van de plattelandsbevolking in de periferie is afhankelijk van traditionele landbouw.
Ze hebben daardoor bijna geen overschotten om te verkopen.
Ruim een vijfde van het voedsel dat wordt geproduceerd gaat verloren of wordt verspild.
Concurrentie om de ruimte: het bestaan van tegenstrijdige belangen ten aanzien van het
grondgebruik in een gebied
40% van alle granen wordt als veevoer gebruikt en weidegebieden nemen 70% van de totale
landbouwgrond in beslag. De vraag naar biobrandstoffen verminderd ook de beschikbaarheid van
voedsel omdat grote delen van landbouwproducten hiervoor gebruikt worden. Doordat deze
producten veel grond in beslag nemen, is er regelmatig spraken van verdringing(verdrijving van
grondgebonden activiteiten, met name kleinschalige landbouw, naar andere gebieden).
In veel landen in de semi-periferie zijn de grondbezit verhoudingen scheef. Kleine boeren hebben
vaak weinig grond en grootgrondbezitters hebben veel grond.
Goedkope grond in Afrika heeft tot landgrabbing geleidt(aankoop of huur van grond door
buitenlandse overheden en multinationals om grootschalige commerciële landbouw te bedrijven).
Niet overal ter wereld kan voedsel verbouwd worden door bijvoorbeeld reliëf, kou en grote kans op
natuurrampen, maar met behulp van bijvoorbeeld irrigatie kan dit wel. Maar doordat er vaak meer
water gebruikt wordt dan de natuur kan aanvullen ontstaat er fysieke waterschaarste. Er kan ook
economische waterschaarste zijn in een gebied doordat er te weinig middelen zijn om water te
transporteren of op te slaan.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur juliekersting. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,95. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.