Woordenlijst psychopathologie volwassenen
Diagnostiek en classificatie
‘gek’ , ‘madness’ Afwijken gedrag (onvoorspelbaar , afwijkend van norm, gevaarlijk,…)
Demonologie Men ziet gek als bezeten door de duivel
somatogene overtuiging dat psychiatrische ziektebeelden een biologische oorzaak kunnen hebben
hypothese
syndromen groep van samen voorkomende symptomen
Symptoom Een ziekteteken , verwijst naar pathologisch proces
Kernsymptoom met quasi zekerheid gekoppeld aan bepaalde stoornis
Facultatief symptoom maken beeld van stoornis volledig, maar zijn niet noodzakelijk
Types diagnoses 1. Syndroomdiagnose, descriptieve diagnose
2. Structuurdiagnose
Syndroomdiagnose Beschrijvend , Geeft geen info over redenen en manier van ontstaan
Structuur diagnose Kijkt verder; ook manier waarop en waardoor symptomen zijn ontstaan. Zowel
neurobiologische als psychologische factoren
Facetten - Predisponerende factoren
structuurdiagnose - Luxerende factoren
- Onderhoudende factoren
Predisponerende Factoren die iemand kwetsbaar maken
Luxerende Factoren die stoornis uitlokken
Onderhoudende Factoren die stoornis in stand houden
Classificatie indeling/ordening van verschijnselen in systeem van klassen → benoemen van ziektebeeld
met afgesproken term adhv bepaalde afspraken om zo een behandeling in te stellen en
een prognose te voorspellen
Categoriale impliceert kwalitatief onderscheid ziekte en gezondheid + Duidelijk onderscheiden
classificatie categorieën
Dimensionale beschouwt ziekte als kwantitatief afwijkende variant van gezondheid + Continuüm
classificatie
Validiteit - Werkelijke overeenstemming diagnose en stoornis
- Mate waarin criteria (correct) stoornis definiëren en afgrenzen van andere
(verwante) stoornis
- Valide diagnose zorgt dat clinicus ene van andere diagnose kan onderscheiden
Betrouwbaarheid - Interbeoordelaarsbetrouwbaarheid: 2 clinici stellen zelfde diagnose
- Test-hertestbetrouwbaarheid: bij herbeoordeling komt men tot zelfde diagnose
Monothetisch Ideaal
classificatiesysteem - Scherpe grens/kwalitatief onderscheid tussen verschillende
categorieën/ziektebeelden
- Alles of niets, je hoort bij de categorie of niet, geen overlap tussen categorieën
- Kenmerken van categorie bij elk lid van die categorie aanwezig
Polythetisch werkelijkheid
classificatiesysteem Alle leden van categorie hebben verschillende kenmerken met elkaar gemeen, zonder dat 1
kenmerk bij iedereen moet voorkomen
Prototypische individuen van categorie hebben zoveel mogelijk dezelfde symptomen (lijken zo sterk
classificatie mogelijk op prototype), zonder dat bepaald symptoom onmisbaar of essentieel is
1
Merel Praet
, Kwetsbaarheid – stressmodel
Factoren risico - Dichtheid van verwantschap
psychiatrische - Hoeveelheid mensen in zelfde familie die ziekte hebben
aandoening - Leeftijd waarop familieleden ziek zijn geworden
Heritabiliteit proportie van de totale fenotypische variantie voor een bepaald kenmerk in de bevolking
die toe te schrijven is aan genetische variatie
Overerfbaarheid herhalingsrisico bij eerstegraadsverwanten (kans dat kind ziekte van ouder krijgt, of dat
twee/meer kinderen in zelfde gezin ziekte ontwikkelen)
Monogenetische aandoening die tot stand komt door genetische overdracht van één gen. Voorbeeld:
aandoening ziekte van Huntington
Polygenetische aandoening veroorzaakt door meerdere genen. Het is de kwetsbaarheid (of een deel
aandoening ervan) dat wordt overgeërfd, niet de ziekte zelf
Psychosociale positief én negatief (vb. kind krijgen, scheiden, verhuizen, pesten)
stressfactoren
Lichamelijk-biologische ziekte, drugs, medicatie, …
stressfactoren
stress actuele/mogelijke bedreiging van fysiek/psychisch evenwicht, leidt tot activatie van
psychologische/fysiologische processen die evenwicht herstellen/in stand houden
Expressed emotion emotioneel klimaat gekenmerkt door kritiek, vijandigheid en emotionele
overbetrokkenheid van familielid (of hulpverlener!) t.o.v. patiënt → maat voor
emotioneel klimaat in gezin
episode sensitization Het doormaken van een episode vergroot gevoeligheid voor nieuwe episode
stress sensitization Het doormaken van een episode verhoogt de gevoeligheid voor bepaalde stressfactoren
2
Merel Praet
, Psychose
Psychose Betekenisvol verband tussen ervaring en omgeving/realiteit verdwijnt, verlies van contact
met realiteit
Uitingen psychose - Hallucinaties : horen wat er niet is
- Wanen: een verband leggen dat er in realiteit niet is
- Gedesorganiseerd, chaotisch spreken en handelen
Wanen onjuiste niet-corrigeerbare overtuigingen met subjectieve zekerheid (ik-eigen,
egosyntoon) , blijvende subjectieve zekerheid , lijkt alsof toeval niet meer bestaat
Soorten wanen - Achtervolgingswanen/ paranoïde wanen
- Betrekkingswanen
- Beïnvloedsingswanen
- Ondergangswanen
- Nihillistische wanen
- Grootheidswanen
- Thought broadcasting
- Thought withdrawal
- Thought insertion
Betrekkingswanen overtuiging dat toevallige gebeurtenis in buitenwereld op zichzelf betrekking heeft
Beïnvloedingswanen overtuiging onder invloed te staan van vreemde macht, geen eigen wil
Ondergangswanen Overtuiging dat je dood gaat, de wereld vergaat
Nihilistische wanen Overtuiging dat delen van lichaam ontbreken/ niet functioneren, overtuiging dood te zijn
Grootheidswanen (megalomanie): overtuiging over bijzondere eigenschappen te beschikken
Thought broadcasting overtuiging dat gedachten worden uitgezonden en gehoord kunnen worden door
anderen
Thought withdrawal gedachte dat anderen gedachte uit hoofd van patiënt kunnen wegnemen
Thought insertion gedachte dat anderen gedachte in hoofd kunnen inplanten
Egodystoon terugkerende gedachten ervaren als opgedrongen en ongewild
overwaardige ideeën Ideeën/opvattingen waaraan persoon overdreven veel waarde hecht. Persoon beseft
deels maar handelt er toch naar. Bv dysmorfofobie
magisch denken Overtuiging dat bepaalde handelingen/gedachten gebeurtenissen kunnen
veroorzaken/voorkomen
Formele Stoornissen in de vorm van het denken. Stoornissen in de organisatie/vorm, verloop,
denkstoornissen tempo van het denken
Stoornissen in de - Neogolismen
organisatie/vorm - Privaatsymboliek
- Concretismen
- Overinclusief denken
Neogolismen Nieuwe woorden gebruiken
Privaatsymboliek Eigen betekenis geven aan woorden
Concretismen Abstracte begrippen letterlijk nemen
Overinclusief denken Losse associaties, overdreven vaak v topic wisselen tgv irrelevante gedachtenassociaties
Stoornissen in - Vertraagd
verloop/tempo - Gedachtearmoede
- Ideëenvlucht
- Thought blocking
- ineeficiënt
3
Merel Praet