BIOSFEER LUCHT, WATER, BODEM EN BIOTA
7 schriftelijke examenvragen: 1 inleiding, 2 lucht, 2 water, 2 bodem
1. INLEIDING
1.1 BIOSFEER
= het leefgebied van alle aardse organismen
= gedeelte van de aarde waar leven mogelijk is
• Water: strekt zich uit tot op zeer grote diepten
• Bodem: met uitzondering voor bacteriën is deze enkele meters diep
• Lucht: enige kilometers hoog (bij hoogte neemt zuurstofgas af)
1.2 BIOSPHERE
De biosfeer is een entiteit die in evenwicht kan functioneren. Er is getracht dit evenwicht (zoals op
aarde) te bekomen op kleinere schaal → Biosphere
Groot toeval dat er leven op aarde mogelijk is. Luchtdichte ruimte gecreëerd waarin enkel zonnestralen
binnenkomen en daarbinnen werden enkele habitats geplaatst. De processen binnen laten afspelen en
kijken of men tot een leefbaar evenwicht kan komen: Blijft water circuleren? Blijft zuurstof constant?
Planten oogsten? Zo ja, dan planeet B
Hoe is de wisselwerking tussen mens, aarde en klimaat?
• Gebouwd in de woestijn van Arizona (1984-1987): elk component dat je
ziet is een ander systeem van planeet aarde (bv. stuk regenouw, stuk
zee)
• Hoe kan alles perfect verlopen in gesloten systeem?
• Opzetten van kolonie op andere planeet (Mars): actueel!
• Wat zijn mogelijke problemen die zich in de toekomst van de aarde gaan
voordoen?
Biosphere fout gelopen: geen evenwicht
• Sterke CO2-schommelingen (veel microben in aarde daar)
• O2 daalde van 20,9 tot 14,5% → zuurstoftekort
• Meeste soorten stierven uit, pollinatie (insecten stierven uit, bloemen niet voortplanten) weg
• Opportunisten blijven over: kakkerlakken, mieren, spintmijten
• Verschuiving van habitats
• Mens in moeilijkheden: ruzies tussen hechte teams, stress
→ Biosfeer interacties complex en kwetsbaar. Conclusie: geen planeet B mogelijk.
1
,Biosphere naar Biosphere 2: Nu gebruikt om te kijken hoe is de wisselwerking tussen mens en aarde en
klimaat?
• Gestart als wetenschappelijk experiment in 1994 als Biosphere 2
• In Biosphere 2 wordt het wetenschappelijke aspect gedomineerd door het commerciële aspect
1.3 UNESCO BIOSFEER PROJECTEN
Uitwerken van grote, regionale reservaatachtige structuren
• Niet gefinancieerd, lokaal, onderbouwd
• Doel: promotie van duurzame ontwikkeling van bepaalde regio
• “Sites of excellence and good practice”
• Functies: behoud, ontwikkeling en logistieke ondersteuning
• Geen projecten in België, in Nederland: de Waddeneilanden
Voorbeeld: Las Terrazas in Cuba
• Cuba ligt niet ver van Haïti → “Als je Haïti kan redden, kan
je de wereld redden”
• In Cuba was het ook de verkeerde kant aan het opgaan →
boskap op de berg leidde tot erosie: vruchtbare grond gaat
weg. Erosie op bergen is een fenomeen van degradatie.
• Communisme in Cuba: grote input van middelen (tractor,
schoppen…)
• Berg was gedegradeerd gebied: terrassen uitgegraven op uitgespoelde grond, geen helling
meer maar trappen en Ideaal bos creeëren door te tuinieren: elke boom die je ziet is gepland
geweest, gekeken naar andere bossen om de juiste soorten bomen te planten. Ook bomen die
mensen voeden (bv. appelbomen). → geen natuurlijk bos, maar eigenlijk een soort aanlegde
tuin → succes!
• Diersoorten zijn teruggekeerd en mensen zijn zelfbedruipend (zonder input van toerisme)
• Maar input van energie die daarvoor nodig was is heel groot, dus voor elke berg gaat dat niet.
In haïti is bevolkingsdruk ook veel hoger, dus zo een project daar niet zomaar mogelijk.
Vetrekken van natuurlijk systeem dat gedegradeerd is; dat proberen goed te krijgen door eerst
functionele analyse te doen: nodige functies opnieuw invullen, maar op een gewijzigde manier, dus je
komt met een gewijzigd systeem dat een behoud van dezelfde functies heeft.
1.4 DE MENS IN DE BIOSFEER
Built - up land → bebouwde/verharde oppervlakte op kaarten (is aan het uitbreiden)
2
,Meer land was omgewisseld in landbouwgrond in de 30 jaar na
1950 dan tussen 1700 en 1850 → natuur gaat ten koste van
landbouwgebied.
“Cultivated systems” (= gebieden waar ten minste 30% van het
landschap in akkerland, verschuivende teelt, beperkte veehouderij
of zoetwateraquacultuur ligt) nemen in 2000 25% van de grond van
de aarde in
Trend in de wereld: natuurlijke gebieden worden omgevormd naar
landbouwgebieden
In Vlaanderen omgekeerd: landbouwgebied verdwijnt en wordt omgevormd tot verhard gebied.
Vlaanderen is één van de dichtst bebouwde regio’s in Europa (super dicht bevolkte streek)
Beïnvloedt de mens de biosfeer? Zo ja, hoe kunnen we dat zien en hoe kunnen we daar iets aan doen?
→ DPSIR-systeem
DPSIR – SYSTEEM
Schema (toepasssen op examen!): DPSI-R→ omkaderingsprincipe om milieuproblemen te ontrafelen
(oorzaken, gevolgen) en op elk van de niveaus oplossingen bedenken
Uitleg Voorbeeld: sigaretten roken
- Populatiedruk: hoe meer mensen,
Wat is de drijvende kracht die dat
hoe meer rokers
milieuprobleem heeft doen ontstaan?
- Leuk om te roken
Maatschappelijke activiteiten en
Driving forces - Verslaving
doelgroepen
- Sociale druk
De diepliggende oorzaak van het
- Meer vrouwen dan mannen
probleem
starten
- Emissie: rook die eruit komt zowel
naar buitenwereld als binnenin het
Druk dat een milieuprobleem heeft
Pressure lichaam
Brongebruik en emissies
- Brongebruik: papier dus hout,
fabriek van sigarettenblaadjes
3
, (Risla), tabak (planten en land kan
dan niet meer gebruikt worden
voor voedsel)
- Hoe groot is de concentratie
Toestand van het systeem ten gevolge rookpartikels die vrijkomt bij een
van die druk → alles wat je kan meten: sigaret?
State
concentraties van stoffen - Welke chemische stoffen?
Meten is weten! - Welke concentratie nicotine in
longen/lucht?
Wat gaat de toestand doen als effect - Longkanker
Impact op de mens, natuur en economie? - Kost op natuur bv. tabaksareaal
Gevolgen (bos omkappen)
- Ziektefoto’s op sigarettenpak
Doelstellingen en maatregelen, kan op (driving forces)
Respons
verschillende niveaus - Filteren (state)
- Kankerbehandeling (impact)
Schema is ook een hiërarchie: best om oplossing te vinden voor de driving forces (meest fundamentele)
→ daarom dat er lelijke fotos staan op sigarettenpakketten. Als je gaat inzetten op de impact dan moet
je het kankerprobleem zelf al aanpakken. Inzetten op druk of state (bv. venster opzetten voor lokaal
probleem bv. bij rokersclub maar een gehele regio is dit geen oplossing) kan ook.
SCHALEN VAN BEÏNVLOEDING
• Lokaal
• Regionaal (provincie)
• Fluviaal: rivierbekken
• Continentaal
• Mondiaal (bv. klimaatopwarming)
Op lokaal niveau andere maatregelen nodig dan op mondiaal niveau. →
schaalniveau van een probleem kennen om te weten welke aanpak daarvoor nodig is.
4