Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting - Beroepsmethodiek: Recht €3,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting - Beroepsmethodiek: Recht

 37 vues  3 achats

Samenvatting van de cursus Recht

Aperçu 4 sur 40  pages

  • 6 mai 2023
  • 40
  • 2022/2023
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (4)
avatar-seller
stefanieverhulst
RECHT
INLEIDING

1. ALGEMEEN

Basisprincipes gelijkheid en vrijheid vinden oorsprong in Franse Revolutie

• Vrijheid van handel kenmerkt vrijemartkeconomie waarbinnen (interieur)architect of ontwerper zich
professioneel in beweegt

Rechten van de burger t.a.v de staat (koning) worden gewaarborgd door de scheiding van machten
(Montesqieu) -> voor Franse Revolutie was macht gecentraliseerd

Onderscheid 3 machten

• Uitvoerende macht: regering en/of koning -> bestuur van de maatschappij
• Wetgevende macht: Federaal Parlement (Senaat & Kamer), Vlaams Parlement enz. -> stelt de wetten
op
• Rechterlijke macht: Hoven & Rechtbanken hebben controlefunctie in relatie tussen burger en staat en
in relatie tussen burgers onderling -> verzekeren van naleving van de wetten

2. DEFINITIE VAN HET RECHT

Het recht = geheel van gedragsregels, opgelegd door de overheid, die binnen de maatschappij tot doel hebben
het maatschappelijk leven te ordenen en waarvan de naleving kan worden afgedwongen

Recht omvat:

• Geheel gedragsregels: maken het mogelijk om mensen met tegenstrijdige belangen te laten
samenleven
• Opgelegd door de overheid: tegenstelling deontologie (= regels die worden opgelegd door bepaalde
groepering/vereniging van professionelen aan zichzelf)
• Recht kan worden afgedwongen: zonder dwang niet efficiënt -> fysiek (gevangenis) of financieel
(boete) en enkel afgedwongen door rechtelijke macht
• Recht beoogt ordening van de maatschappij

3. INDELING VAN HET RECHT

Verschillende wijzen indelen:

• Nationaal & internationaal: beperkt in ruimte en tijd -> enkel ingaan op nationaal recht, binnen
Belgisch territorium (uitzonderingen: Benelux Verdragen en Europese regelgeving inzake intellectuele
eigendom)
• Nationaal recht -> opgedeeld naar inhoud:
o Publiekrecht: relatie burger-staat/inrichting en werking staatsmachten en staatsinstellingen
o Privaatrecht: relatie tussen burgers onderling, dat onder andere volgende rechtstakken
omvat
 Burgerlijk recht  Ondernemingsrecht
 Arbeidsrecht (incl. intellectueel recht)
 Sociaal Zekerheidsrecht  Strafrecht
 Fiscaalrecht

1

,Ook indeling volgens afdwingbaarheid

• Dwingende rechtsregels (= imperatief recht): niet van afwijken, ook niet bij overeenkomst ->
clausule/overeenkomst als nietig beschouwd indien het dergelijke afwijking bevat
• Aanvullende rechtsregels: kan afwijken -> hiërarchie is eerst dwingend recht; dan contractuele
bepalingen en vervolgens aanvullend recht

4. DE RECHTERLIJKE MACHT IN HET BIJZONDER

Rechtbanken zijn bevoegd voor bepaalde territorium

• Burgerlijke & strafrechtbanken
o Burgerlijke rechtbanken: geschillen tussen burgers onderling
 Vredegerecht
 Rechtbank van eerste aanleg
 Familie- en jeugdrechtbank
 Ondernemingsrechtbank
 arbeidsrechtbanken
o Strafrechtbanken: conflicten tussen overheid, vertegenwoordigd door openbaar ministerie
en burger/onderneming aangaande een door deze laatste vermeend gepleegd misdrijf
 Politierechtbank (overtreding)
 Correctionele rechtbank (wanbedrijf)
 Hof van Assisen (misdaad, politieke en persmisdrijven) -> zetelt met jury
• Hof van Beroep -> 5 in België
o Kleine zaken (onder 1.240€) mogelijkheid tot beroep doen tegen ieder gerechtelijke beslissing
• Hof van Cassatie = gaat na of de wet correct werd toegepast of geïnterpreteerd; dit omvat ook
procedurefouten
o Bovenaan de top
o Nooit uitspreken over feiten -> behoudens enkele beperkte uitzonderingen
o Enkel gevat na laatste aanleg -> geen beroep mogelijk

Partijen kunnen elk geschil/mogelijk geschil dat kan ontstaan en dat het voorwerp van dading kan uitmaken bij
overeenkomst aan arbitrage (arbitraal college of arbiter = private rechtbank) onderwerpen




DEEL 1: HET BURGERLIJK RECHT

Burgerlijk recht is onderdeel van privaatrecht -> bevat regels aangaande relatie tussen privaatrechtelijke
personen onderling betreffende hun burgerlijke rechten

Omvat onder meer:

• Personen, familie en relatievermogensrecht: regelt nationaliteit, woonplaats, huwelijk, afstamming,
naam van persoon, bekwaamheid persoon

2

, • Vermogensrecht: goederenrecht, verbintenissenrecht en bijzondere overeenkomsten
• Nalatenschappen, schenkingen en testamenten

“Oud” burgerlijk wetboek (BW) is vernieuwd -> op termijn 10 boeken en alle bepalingen in bestaand BW
vervangen (anders genummerd)

1. HET VERMOGENSRECHT


1.1 DEFINITIES
Vermogensrecht: normen en regels die het vermogen raken

• “De juridische algemeenheid die het geheel van de bestaande en toekomstige goederen en
verbintenissen omvat”
• Elk natuurlijke persoon/rechtspersoon heeft slechts één enkel vermogen -> iedereen hoe rijk of arm
ook een vermogen heeft en dat niemand zijn ganse vermogen kan vervreemden
• Vermogen van persoon dient als algemeen verhaalsonderpand van zijn schuldeisers


1.2 DE VERMOGENSRECHTEN
3 vermogensrechten

• Zakelijke rechten: verlenen rechthebbende onmiddellijke macht op zaak zelf, d.w.z men behoeft niet
de tussenkomst van een derde persoon (vb. eigendom, vruchtgebruik en erfdienstbaarheid)
• Vorderingsrechten of persoonlijke rechten: verwerft het recht om iets van een andere persoon te
vorderen (vb. huurrecht)
• Intellectuele rechten: verwerft rechten op een creatie of schepping (vb. auteursrecht)


1.3 HET VOORWERP VAN DE VERMOGENSRECHTEN
Vorderingsrechten hebben vordering tot voorwerp.
Zakelijke en intellectuele rechten hebben goederen tot voorwerp

Een goed (juridische zin) = een zaak die voor verkrijgen vatbaar is en die dient tot het bevredigen van een
behoefte -> tastbaar of ontastbaar

• Zakelijk: stoffelijk goed -> tastbaar
• Intellectueel: geestelijk goed -> ontastbaar


1.4 DIVERSE TYPES VAN GOEDEREN
Roerende en onroerende goederen -> intellectuele rechten = roerend goed

• Roerende goederen = goederen die van de ene naar de andere plaats kunnen overgaan of kunnen
worden overgeplaatst -> dieren, meubels, geld, auteursrechten,…
• Onroerende goederen = goederen die zich niet verplaatsen of die niet of zeer moeilijk verplaatsbaar
zijn -> onderscheid uit hun aard en door incorporatie
• Roerende goederen kunnen onroerend worden of zijn als ze van nature bij onroerend goed behoren ->
2 voorwaarden:
o Eigenaar van roerend en onroerend goed zijn dezelfde
o Een band tussen beide goederen



3

, • Verkrijgende verjaring voor roerende goederen is 3 jaar -> een middel om door verloop van zekere tijd
en onder voorwaarden die de wet bepaalt iets te verkrijgen of van verbintenis bevrijd te worden
• Verjaring onroerend goed is 10 jaar

Goederen die aan iemand en goederen die aan niemand toebehoren

• Aan iemand -> geïndividualiseerd: woning, horloge, juwelen,…
• Aan niemand
o Gemene voorwerpen: kunnen niet in totaliteit worden toegeëigend, behoren aan niemand
toe en worden gebruikt in het algemeen belang -> lucht, licht, zee, creaties na verstrijken
auteursrecht
o Goederen die geen eigenaar hebben
 Onroerende behoren toe aan de staat -> bv. iemand sterft zonder erfgenamen
 Roerende gaan naar diegene die zich er meester van maakt -> bv. wilde dieren

Goederen in de handel en buiten de handel

• Buiten handel is bv goederen behorend aan het publiek domein

Lichamelijke (tastbaar) en onlichamelijke (niet tastbare zoals intellectuele rechten) goederen

• Lichamelijk of onlichamelijke voorwerpen -> lichamelijk kan zintuigelijk worden waargenomen en
worden gemeten middels een momentopname

Verbruikbare en niet-verbruikbare goederen

• Verbruikbare gaan teniet bij eerste normale gebruik -> bv. appelen, peren, geld,…
• Niet-verbruikbare gaan niet teniet bij eerste normaal gebruik -> bv. auto, stoel, tafel,…

Vervangbare en niet-vervangbare goederen

• Vervangbaar indien ze voor de nakoming van verbintenis onderling verwisselbaar zijn

Deelbaar en ondeelbaar

Hoofdzaak en bijzaak -> bijzaak is niet onderdeel van de zaak

Tegenwoordige en toekomstige goederen -> bv. huis dat nog gebouwd moet worden (toekomstig)

2. HET VERBINTENISSENRECHT


2.1 DEFINITIES
Een verbintenis = een rechtsband op grond waarvan een schuldeiser van een schuldenaar, indien nodig in
rechte, de uitvoering van een prestatie mag eisen

• Prestatie = een geven (betaling), een doen (maken van ontwerp) of niet doen (eigenaar van rechten
op een ontwerp zich verbindt tegen betaling zijn rechten niet uit te oefenen)

We onderscheiden:

• Een schuldenaar = de persoon op wie de verbintenis (verplichting) rust
• Een schuldeiser = de persoon in wiens voordeel de verbintenis (verplichting) bestaat
• Een schuld = datgene waartoe de schuldenaar is gehouden

4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur stefanieverhulst. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

73314 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€3,49  3x  vendu
  • (0)
  Ajouter