Dit betreft een samenvatting van de aantekeningen van de colleges en van de door Nyenrode verstrekte syllabus. Door middel van verschillende voorbeelden worden alle intra en extracomptable boekingen inzichtelijk gemaakt. Tevens bevat de samenvatting uitleg over het omrekenen van vreemde valuta's.
Nyenrode Business Universiteit (Nyenrode)
Accountancy
CAFA Comptabele Aspecten Financial Accounting 2
Tous les documents sur ce sujet (5)
1
vérifier
Par: ikramekandoussi5224 • 2 mois de cela
Vendeur
S'abonner
Brittintveld
Avis reçus
Aperçu du contenu
Comptabele aspecten Financial
Accounting 2
CAFA 2
Samenvatti ng
College 1
Juridische kader
Welke ondernemingen vallen hieronder:
BW 2 titel 9
o BV, NV, coöperatie, onderliggende waarborgmaatschappij
o Banken, betaalinstellingen etc. (ongeacht de rechtsvorm, die vallen onder de wft)
Deze zijn altijd controleplichtig!
o CV’s of VOF’s waarbij de vennoten kapitaalvennootschappen zijn naar
buitenlandsrecht;
o Stichtingen en verenigingen indien omzet 6 mio voor twee achtereenvolgende
jaren.
Richtlijnen voor jaarverslaggeving (RJ)
o In beginsel alle (andere) type ondernemingen die aangeven ‘de in Nederland
geldende algemeen aanvaarden grondslagen’ toe te passen.
o Wat is het gevolg van wanneer een onderneming ‘eigen grondslagen toepast’? ->
Tekende accountant geeft in zijn controleverklaring aan dat deze grondslagen
toereikend zijn.
1. Welke kapitaalbelangen zijn er?
Kapitaalbelangen van aandelen in het eigen vermogen van een rechtspersoon
Kapitaalbelangen van een vennootschap onder firma (VOF)
Kapitaalbelangen van een commanditaire vennootschap (CV)
Kapitaalbelangen of lidmaatschap van een coöperatieve vereniging
2. Wanneer is sprake van een belegging en hoe wordt deze gewaardeerd?
In feite nemen we aan dat als een deelname in het kapitaal van een rechtspersoon geen deelneming
is, er dan dus sprake is van een belegging en we de belegging opnemen onder de post effecten.
Voldoet niet aan eisen art. 24c
a) Duurzaam bedoeld art. 384
b) Niet duurzaam bedoeld art. 384
3. Wanneer is sprake van een dochtermaatschappij?
Het begrip dochtermaatschappij is relevant:
Bij de bepaling of al dan niet sprake is van een (middellijke) deelneming
In het kader van het vaststellen van de consolidatiekring
De moeder maatschappij heeft de centrale leiding of overheersende zeggenschap (51% of >)
- Er is sprake van een dochtermaatschappij volgens art. 2:24a lid 1a BW indien een rechtspersoon
meer dan de helft van de stemrechten in de AVA kunnen uitoefenen.
- Er is sprake van een dochtermaatschappij volgens art. 2:24a lid 1b BW indien een rechtspersoon
meer dan de helft van de bestuurders of van de commissarissen kunnen benoemen of ontslaan.
,- Er is sprake van een dochtermaatschappij volgens art. 2:24a lid 2 BW indien een rechtspersoon
en/of dochtermaatschappijen als vennoot hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schulden in een
VOF/CV.
De moedermaatschappij is altijd een rechtspersoon.
4. Wanneer is sprake van een deelneming?
Er is sprake van een deelneming volgens art. 2:24c lid 1 BW indien een rechtspersoon 1/5 of meer
van het geplaatste kapitaal verschaft.
De kwalitatieve eis:
1. Voor eigen rekening kapitaal verschaffen
2. Duurzaam verbonden te zijn
3. Ten dienste van de eigen werkzaamheden
De kwantitatieve eis:
1. Indien 1/5 (20%) of meer van het geplaatste kapitaal wordt verschaft wordt het bestaan van
een deelneming vermoed.
De kwalitatieve criteria prevaleren boven het kwantitatieve criterium.
Er is sprake van een deelneming in een vennootschap volgens art. 2:24c lid 2 BW indien een
rechtspersoon:
1. Volledig aansprakelijk is voor de schulden of
2. Duurzaam verbonden te zijn ten dienste van de eigen werkzaamheden
Dus een vennootschap (vof, cv) kan geen deelneming hebben in een vennootschap (vof of cv).
Consolidatieplicht voor de groep = Een economische eenheid waarin rechtspersonen en
vennootschappen organisatorisch verbonden zijn.
5/6. Wanneer is sprake van een deelneming met invloed van betekenis en hoe wordt deze
gewaardeerd?
Art. 389: Waarderingsgrondslag voor deelnemingen -> Vermogensmutatiemethode
De gewone aandelen en de aandelen met winstrecht zullen tegen vermogensmutatiewaarde
worden gewaardeerd.
De winstrechtloze aandelen worden tegen verkrijgingsprijs gewaardeerd.
Voldoet aan de eisen art. 24c
Met invloed van betekenis art. 389 lid 1, 2 en 3
Indien 1/5 (20%) of meer van het geplaatste kapitaal wordt verschaft wordt het bestaan van
een deelneming vermoed o.g.v. art. 2:389 lid 1 BW. Deze wordt gewaardeerd o.b.v. 2:389 lid
2, 3 en 9 BW.
,Waarderingsgrondslagen in enkelvoudige jaarrekening van de moeder:
1. Tegen Kostprijs
2. Tegen Actuele waarde
3. Tegen Vermogensmutatie-methode:
Tegen Netto vermogenswaarde
Tegen Zichtbaar eigen vermogen
Kostprijs/Verkrijgingsprijs
Bij koop van een deelneming:
Verkrijgingsprijs -> In geld, schuldtitels of aandelenruil
Direct aan de aankoop gerelateerde kosten
Bij eigen oprichting: Het bedrag dat gestort is op de aandelen van de deelneming
Winstuitkering (gedeclareerd dividend):
Direct na verwerving (aankoop) van de deelneming: Vermindering van de koopprijs, want
wordt verondersteld meegekocht te zijn en is vervolgens een uitkering ten laste van
de meegekochte reserves.
Na verloop van tijd: Verantwoorden als resultaat.
Bij Verkoop van de deelneming:
Verkoopresultaat (winst/verlies) t.b.v./t.l.v. de W&V-rekening.
Indien de aandelen niet tegelijkertijd zijn aangekocht: FIFO/LIFO/GIP
Actuele waarde
Uitgangspunt:
De waardering door de moeder van de deelneming sluit aan met de actuele waarde
(geherwaardeerde verkrijgingsprijs).
Het moet gaan om een vaststaande/duurzame stijging boven de boekwaarde.
Mutaties via de Herwaarderingsreserve (wettelijke reserve).
In geval van Duurzame waardeverminderingen:
Eerst verminderen van de Herwaarderingsreserve.
Indien Herwaarderingsreserve=0; restant via de W&V-rekening.
,Vermogensmutatiemethode = Als het eigen vermogen van de deelneming wijzigt, wijzigt ook de
waardering van de deelneming bij de moeder. Is te verdelen in:
1. Nettovermogenswaarde
2. Zichtbaar eigen vermogen
Uitgangspunt:
Waarde van de deelneming op de balans van de “Moeder” (FVA) sluit aan met het
evenredige deel van het eigen vermogen van de overgenomen partij (“Dochter”).
Winst uit Deelneming in de W&V-rekening van de Moeder sluit aan met het evenredige deel
van de winst die gemaakt is door de deelneming.
Waardering “vermogensmutatiemethode” in twee varianten:
Nettovermogenswaarde -> Grondslagen van Moeder
Zichtbaar eigen vermogen -> Grondslagen van Dochter zelf
Boekwaarde van de Deelneming bij de Moeder (naar rato van het deelnemingspercentage):
Eigen vermogen volgens N.V.W./Z.E.V.
+ Behaalde winst = Resultaat Deelneming (W&V van M)
-/- Gedeclareerde dividend Vermindering van E.V. (D)
-/- Eventuele verliezen Vermindering van E.V. (D)
= Boekwaarde Deelneming (M)
Ad.1 Nettovermogenswaarde
De nettovermogenswaarde is het eigen vermogen van de deelneming volgens de
waarderingsgrondslagen van de moeder. De waarderingsgrondslagen van de deelneming moet dus
gelijk zijn aan die van de moeder. Hierdoor kunnen (fair-value) afwijkingen ontstaan.
Balanswaardering post Deelnemingen ultimo boekjaar
De post Deelnemingen op de balans van de moedermaatschappij moet aan het einde van het
boekjaar, rekening houdend met het deelnamepercentage, gelijk zijn aan het naar de grondslagen
van de moedermaatschappij en rekening houdend met de reële waarde aanpassingen herrekende
eigen vermogen van de deelneming.
Vermogensmutatie methode geldt alleen voor aandelen die deelnemen in de winst. Indien alleen
stemrecht -> Waardering verkrijgingsprijs.
, Ad.2 Zichtbaar eigen vermogen
Het zichtbaar eigen vermogen is het eigen vermogen van de deelneming volgens de
waarderingsgrondslagen van de deelneming. De waarderingsgrondslagen van de deelneming
wijzigen dus niet. Er ontstaan geen (fair-value) afwijkingen, dus:
Geen herrekende eigen vermogen
Geen herrekend resultaat
Balanswaardering post deelnemingen ultimo boekjaar
Door bovenstaande boekingen moet de balanswaardering van de deelneming op de balans van de
moedermaatschappij, rekening houdend met het deelnamepercentage, gelijk zijn aan het eigen
vermogen van de deelneming volgens haar eigen jaarrekening.
Goodwill = Volgens art. 389 lid 7 en art. 386 lid 3 gevormd te worden.
In de enkelvoudige jaarrekening van de moeder:
Bij waardering volgens vermogensmutatiemethode: wel goodwill
Bij waardering tegen verkrijgingsprijs/actuele waarde: geen goodwill
Goodwill is het positieve verschil tussen de aankoopprijs van de deelneming en de eerste waardering
van de activa en verplichtingen volgens de grondslagen van de moeder.
De contante waarde van de toekomstige kasstromen van de niet identificeerbare activa.
Positieve Goodwill
Bij netto vermogenswaarde-methode = Het verschil tussen de verkrijgingsprijs en de reële waarde
(fair value) van de aan de aandelen ten grondslag liggende activa, voorzieningen en schulden, op
het verkrijgingsmoment.
Bij zichtbaar eigen vermogen-methode = Het verschil tussen de Verkrijgingsprijs en het zichtbaar
eigen vermogen, op het verkrijgingsmoment.
7/8. Wanneer is sprake van een deelneming zonder invloed van betekenis en hoe wordt deze
gewaardeerd?
Art. 384: Algemene waarderingsgrondslag voor activa en passiva -> Verkrijgingsprijs/actuele
waarde
Indien minder dan 1/5 (20%) van het geplaatste kapitaal wordt verschaft. Deze wordt gewaardeerd
o.b.v. 2:384BW.
Dividend
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Brittintveld. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,79. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.