Medische mycologie
Medische mycologie
Mycologie = de studie van aandoeningen die veroorzaakt worden door fungi (uitgebreide groep micro-
organismen ; oa gisten en schimmels), zoals allergieën en mycosen (worden rechtstreeks door fungi
veroorzaakt) of intoxicaties
Pathogene fungi zijn, zodat ze kunnen overleven, aangepast aan de gastheer dmv:
- Kunnen groeien op 37°
- Kunnen groeien bij verlaagde O2-spanning (cave: infecties)
- Metabolisme keratine
Primaire pathogenen: veroorzaken bij besmetting regelmatig ziekteverschijnselen opportunistische infecties:
besmetting bij individuen met verlaagde weerstand
Algemene kenmerken fungi:
Microscopische kenmerken:
o Mycelium: filamenteuze fungi (vanuit spore): vegetatieve & oppervlakkige hyphae waaraan
condidiofoor (produceert weer nieuwe sporen)
o Gisten: unicellulair ; asexuele vermenigvuldiging (dmv vorming blastoconidia (knopjes) –
budding) ; ! kunnen pseudohyphae vormen ! (door extrame vorm van budding, geëlongeerde
cellen) => pseudo-hyphae morfologie
Morfologie:
o Eukaryoten want kern waarrond membraan
o Pleomorfisme
o Meestal aeroob
o Celorganellen: mitochondriën, ribosomen, vacuolen, vetlichaampjes
o Multicellulaire organismen
(uitz: gisten: unicellulair)
o Vormen vertakte draden (hyphae) die apicaal (aan de tip groeien), gesegmenteerd door septa
geheel hyphae = mycelium
o Rigide celwand uit microfibrillen (vnl chitine) ingebed in matrix (suikerlaag) => kleuring gram+
o Cytoplasmamembraan (fosfolipidenlaag) uit ergosterol
1
,Medische mycologie
o Ev polysacharidekapsel (virulentiefactor!)
o Uitz: fungi met morfologie afhv omstandigheden (bv. Listoplasma capsulatum)
Metabolisme & voortplanting:
o Heterotroof => afhv organische koolstofbronnen in hun voeding, door excretie van enzymen
uit substraten
o Voortplanting dmv sporen: aseksuele sporen (= conidia: telomorf, door mitose gevormd in
sporangium) ; seksuele sporen (anamorf: door meiose) => snelle reproductie
Classificatie:
o Meesten behoren tot Eumycota – uitgangen: divisie (-mycota), subdivisie (-mycotina), klasse
(-mycetes), orde (-ales), familie (-aceae)
o Seksuele fungi: obv karakteristieken seksuele voortplantingsvormen ingedeeld in:
Ascomycota: 2-lagige celwand
Basidiomycota: multilamellaire celwand
(+ subdivisie Mucormycotina)
alle aseksuele fungi = anamorfe fungi
o Indeling fungale infecties: obv lokalisatie
Oppervlakkige mycosen (via huid): infecties van buitenste lagen huid (str corneum)
en haren (cuticulum)
(muco)cutane mycosen (via huid): infecties van epidermis, diepere lagen haren en
nagels
Subcutane mycosen (via huid): oa dermis, subcutane weefsels, beenderen, spieren,
fascia
Diepe mycosen (via inhalatie)
Importmycosen
Opportunistische mycosen
Identificatie: afhv species:
o Gisten: obv fysiologische eigenschappen (bv fermentatie van verschillende suikers)
o Filamenteuze fungi: obv kenmerken vorming aseksuele sporen of conidia (= conidiogenesis)
2
, Medische mycologie
Oppervlakkige mycosen
Veroorzaakt door fungi die leven op componenten aanwezig in lichaam (oa haar (=> cuticulum), sebum,
buitenste huidlaag (stratum corneum),…) ; vnl cosmetisch probleem ; pijnloos ; goed behandelbaar
A. Piedra
Kolonisatie van de haarschacht => onregelmatige noduli
Piedraia hortae = zwarte piedra: harde zwarte noduli van deze fungus op haren ;
fungus voedt zich met buitenzijde haar waarrond zwarte knop gevormd
vs Trigosporon beigelli = witte piedra: witte zachte noduli gevormd rondom
haarschacht
B. Tinea nigra
= zwarte-bruine langvormige huidletsel (zwart door productie melanine) ; meestal
op handpalm
= fungale infectie van hoornlaag huid (meest opp laag)
Veroorzaakt door Hortaea werneckii (dimorfe fungus die melanine produceert) ;
Transmissie door contact rottende vegetatie, hout of grond
Diagnose via microscopisch onderzoek van huidschraapsels
C. Pityriasis versicolor
= aantasting hoornlaag (vnl in regio’s rijk aan sebumklieren) met kleurwijziging
Microscopisch uitzicht: “spaghetti met balletjes” (door schilfers)
Veroorzaakt door Malassezia furfur (lipofiele gisten): commensale flora,
maar cave: sebumklieren actiever => overmatige groei en hyfenvorming => hyfen
dringen door hoornlaag => schilferende lichtgele-geelbruine vlekken met amper jeuk
Voorbeschikkende factoren: seborroe, tropische omgeving, gebruik oliën, immuniteitsstoornissen
+ cave: Malassezia folliculitis door zelfde genus + cave: seborroïsche dermatitis (allergisch)
3