Samenvatting Biologie voor jou MAX 4 havo hoofdstuk 2 voortplanting - Biologie
Samenvatting biologie voor jou MAX 4 havo thema 1
samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 inleiding in de biologie
Tout pour ce livre (70)
École, étude et sujet
Lycée
HAVO
Biologie
4
Tous les documents sur ce sujet (1995)
Vendeur
S'abonner
benteessens
Aperçu du contenu
Samenvatting H4 Evolutie
§4.1 Indeling van de levenloze natuur
Je kunt alle organismen indelen in 3 verschillende domeinen:
Bacteriën
Archaea
Eukaryoten
Kenmerken van bacteriën en archaea:
Ze hebben een celwand.
Geen celkern, dus ze zijn prokaryoot.
De meeste zijn heterotroof, sommige autotroof.
Eencellig.
Voorplanting vindt plaats door middel van deling.
Kenmerken van schimmels:
Ze hebben een celwand.
Celkern, dus eukaryoot.
Heterotroof.
Eencellig of meercellig.
Voorplanting:
- Eencellige schimmels (gisten): deling
- Meercellige schimmels: sporen
Kenmerken van planten:
Ze hebben een celwand.
Celkern.
Bladgroenkorrels.
Autotroof.
Eencellig of veelcellig.
Organische stoffen:
Komen alleen voor in levende organismen en hun dode resten.
Grote ingewikkelde moleculen.
Bevatten veel energie.
Minimaal 2 C-atomen (daarnaast vooral H en O atomen)
Onder andere koolhydraten, eiwitten, vetten, maar ook steenkool, olie, wol en leer.
Anorganische stoffen:
Zowel in organismen voorkomend als de levenloze natuur.
Kleine eenvoudige moleculen.
Bevatten weinig/geen energie.
Onder andere water, koolstofdioxide, zuurstof en zouten.
Autotrofe organismen (zelf voedend):
, Kunnen organische stoffen maken uit alle anorganische stoffen.
Geen andere organismen nodig voor hun organische stoffen.
Met behulp van fotosynthese in de bladgroenkorrels (chlorofyl).
Planten en cyanobacteriën (blauwalgen).
Heterotrofe organismen:
Kunnen niet zelf stoffen maken uit anorganische stoffen.
Andere organismen nodig voor hun organische stoffen.
Schimmels, dieren en de meeste bacteriën.
Kenmerken van dieren:
Geen celwand.
Celkern.
Geen bladgroenkorrels.
Heterotroof.
Eencellig of veelcellig.
Prokaryoten: eencellige organismen met ribosomen, maar zonder celkern of andere
organellen.
Eukaryoten: organismen met cellen met een celkern, dubbele membranen en celorganellen.
De cellen van eukaryoten zijn complexer gebouwd dan die van prokaryoten: schimmels en
dieren hebben mitochondriën in hun cellen, planten hebben daarnaast ook chloroplasten.
Dieren zijn organismen zonder celwanden, de cellen van alle andere eukaryoten (en
prokaryoten) hebben wel celwanden.
Een geslacht bestaat uit een aantal soorten. Die soorten hebben zich uit eenzelfde
voorouder ontwikkeld. Soorten worden aangeduid met een wetenschappelijk naam. Dit noem
je de binaire naamgeving. Iedere soort kreeg een geslachtsnaam en een soortaanduiding.
De geslachtsnaam wordt voorop gezet en met een hoofdletter geschreven; de
soortaanduiding komt daarachter en wordt met een kleine letter geschreven. Vaak wordt er
achter gezet welke onderzoeker deze naam heeft gegeven
§4.2 Prokaryoten
Archaea: hebben geen interne membranen, maar ze bevatten wel DNA en ribosomen en
hebben een of meerdere zweepharen voor voortbeweging.
Archaea zijn nauwer verwant aan de eukaryoten dan aan de bacteriën. Bepaalde vetten in
het celmembraan van de archaea en de wijze waarop eiwitten worden gemaakt in de
ribosomen, komen meer overeen met eukaryoten. De celwanden van bacteriën en archaea
hebben een verschillende samenstelling. Archaea worden extremofiel genoemd omdat ze
vaak onder extreme omstandigheden worden aangetroffen.
Bacteriën: eencelligen zonder celkern of interne membranen.
Bij veel soorten bestaat het erfelijk materiaal slechts uit één groot cirkelvormig
chromosoom. Bij planten en dieren ligt het DNA-molecuul in een chromosoom
spiraalsgewijs opgerold rond duizenden eiwitmoleculen.
Plasmiden: kleinere circulaire chromosomen.
Op de plasmiden bevinden zich genen die resistentie kunnen veroorzaken tegen bepaalde
gifstoffen. Doordat het DNA zonder de bescherming van een membraan in het cytoplasma
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur benteessens. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.