Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Volledige samenvatting beide boeken rechtssociologie 15/20 €23,49   Ajouter au panier

Resume

Volledige samenvatting beide boeken rechtssociologie 15/20

1 vérifier
 236 vues  18 fois vendu

Geintegreerd document van boek, powerpoint, lesnotities van het vak rechtssociologie derde bachelor KUL (het sociologisch speelveld: de essentie, dialogen tussen recht en samenleving)

Dernier document publié: 1 année de cela

Aperçu 10 sur 139  pages

  • 14 mai 2023
  • 19 mai 2023
  • 139
  • 2022/2023
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (10)

1  vérifier

review-writer-avatar

Par: aissetoure • 6 mois de cela

avatar-seller
stuviastuvia52
RECHTSSOCIOLOGIE
Samenvatting: Dialoog tussen recht en samenleving +
Het sociologisch speelveld de essentie +
voorbeeldexamen
DERDE BACHELOR RECHTEN KUL 2023

,Inhoud

RECHTSSOCIOLOGIE
1. Wat is rechtssociologie
1.1 Inleiding
 Dit boek gaat over het recht, maar enkel in zoverre dit recht in dialoog treedt met de
samenleving
o Het recht zonder interactie met de samenleving = het positieve recht
o Intern perspectief: het belang van coherentie binnen de rechtsorde
 Zie: Urgenda zaak: de rechter nam een activistische, politieke rol in die tot
veel reactie leidde
o Normatief perspectief: de geldigheid van normen volgt niet uit de ethiek of uit sociale
normen, maar uit de interne systematiek van het positieve recht
= the law in the books perspectief:
<-> rechtssociologie: law in action perspectief: het recht wordt bekeken vanop de
maatschappelijke werkvloer
 Extern:
 de coherentie van het rechtssyteem is geen zorg voor sociologen
=> ook sociale normen of informele geschillen worden tot het
positieve recht gerekend
 Tegenstrijdigheden in het recht worden autonome
onderzoeksonderwerpen
 Empirisch:
 Het beroep op de sociologie om tot een goede vergelijking te komen
en het gebruik van wetenschappelijke gegevensverzameling daarbij
 Kennis vloeit voort uit empirisch onderzoek en niet uit de doctrine
 De autonome ontplooiing van de rechtssociologie boet in aan exclusivitieit,
o omdat juristen zelf empirisch onderzoek starten te voeren
= Empirical Legal Studies beweging
o het sterk toeleggen op reguleringsvraagstukken op interdisciplinaire en empirische
wijze
= Regulation& Governance onderzoek

1.2 Het belang van de sociologie voor de beoefening van het
recht
1.2.1 De pleinvrees van juristen
 Het probleem van pleinvrees: juristen stappen niet makkelijk in een publiek debat en
vervullen niet hun waakhondsfunctie
o Zouden moeten zeggen wanneer er rechtsbeginselen geschonden worden
o Door bepaalde intellectuele vorming heb je een maatschappelijke
verantwoordelijkheid
o Is dit ook echt zo?
 Veel juristen beschouwen het recht als een bruikbaar instrument, veeleer
dan een finaliteit aan zich waarbij het als een ordeningsmechanisme fungeert

1

,  veeleer om een persoon met een concreet probleem te helpen

1.2.2 Sire il n’y a plus d’intellectuels
 Is de missie van de intellectueel loutere nostalgie?
 De meeste juristen beschouwen zich niet meer als intellectuelen, maar als laboranten
o Geen verdedigers van bepaalde universele normen of waarden, rationaliteit of
gerechtigheid
o Indifferentie en non-identificatie met justitie
 Opdat personen zich met een beroep kunnen identificeren moeten zij
daaraan een intrinsieke waarde toeschrijven
 Men moet zichzelf kunnen herkennen in het idee van het recht om het een
zeker deel van je identiteit te maken
<-> instrumentalistische benadering van het recht: het recht is een middel in
plaats van een doel aan zich: middel om de eigen belangen maximaal vooruit
te helpen

1.2.3 Rechtenstudenten zijn niet allen studenten in het recht
 Clichés over rechtenstudenten zoals dat deze gemiddeld gezien uit hogere middens komen
o Weinig wetenschappelijke interesse in de theoretische aspecten van het recht: meer
interesse in wat het diploma maatschappelijk kan betekenen
o Geen interesse voor rechtstheoretische vakken waarbij sociologie, ethiek of politiek
worden betrokken

1.2.4 De rechtenstudie als beroepsopleiding
 Het onderwijs is in een nuttigheidsperspectief beland waarbij het zich steeds meer in
functionalistische termen moet verantwoorden
o Het studietraject wordt aangepast aan maatschappelijke noden
 Accountancy, pleitoefeningen en wetgevingstechniek
 De moderne jurist wordt te weinig met het recht als globaal ordeningsmechanisme
geconfronteerd
o Het recht als systeem van regels en beginselen met eigensoortige implicaties en dat
een eigensoorting maatschappelijk ordeningsideaal incorporeert
= gebrek aan inzicht in de sociale werking van het recht
 Geen instelling van bemiddeling: de tegenpartij zal wel even individualistisch zijn als jou

1.2.5 Juristen en sociologen
 De sociologie confronteerde het recht met de maatschappelijke implicaties van de
implementatie van haar mensbeeld
o Bron van conflict
 De juristen van de 18e eeuw zoals Montesquieu beschouwden zich als
sociologen
 Juristen beschrijven niets anders dan de feitelijke verhoudingen
tussen mensen
 Er gebeurt niets anders dan een reflectie van wat reeds in de
samenleving aanwezig was
o = juridische nature de choses, societé juridique




2

,  Sociologen klagen aan dat de wilsvrijheid net tot uitbuiting leidt en tot totale
beschermloosheid (Eugen Ehrlich: Grundlegung der Soziologie des Rechts,
Karl Markcx en Max Weber)
 Confrontatie van de reele maatschappelijke machtsverhoudingen
met de wereld van het recht waarin alles in termen van
rechtssubjectiviteit, wilssoevereiniteit en vrijheid werd genormeerd
 De sociologische studie van het recht is geen
behoorlijkheidswetenschap die voorschrijft wat her recht behoort te
zijn, maar een empirische wetenschap die beschrijft wat het recht is
o = sociologische Wende
 Het is dit perspectief dat tot de instrumentalisering van het recht
heeft geleid?
o = omvorming tot rule of law in administration of in
regulatory law
o De opkomst van legal realism door Oliver Wendell Holmes en
Jerome Frank als instrumentale respons op deze
sociologische benaderign
 Het recht is een instrument van sociale verandering,
policy and social engineering
o MAAR: het is ook deze rechtssociologie die voor
instrumentalisering heeft gewaarschuwd
 De maatschappij is geen monistisch veld van
rechtssubjecten die tegenover de Staat staan
 Wat mensen doen met rechtsregels valt moeilijk in
termen van de intenties van de wetgever te vatten
 Rechtspluralisme
o De maatschappij is een verzameling van semi-autonome sociale velden die ieder met
aan hen eigen mechanismen op wetgeving reageren
o Recht is polycentrisch <-> monocentrisch
 Recht wordt door een veelheid van maatschappelijke instellingen bemiddeld:
aan rechtsvorming en rechtsvinding wordt niet enkel door gerechtelijke
instelling gedaan, maar ook door ziekenhuizen of universiteiten bijvoorbeeld
 Het veronachtzamen van dit semi-autonoom veld leidt tot inefficientie
o Elk veld probeert het recht naar zijn hand te zetten

1.2.6 Sociologisch anti-instrumentalisme
 De huidige rechtssociologie verzet zich tegen verregaand intentionalisme en
instrumentalisme
o Rechtsregels hebben andere gevolgen dan die welke de wetgever beoogt of
pretendeert te beogen en mensen gebruiken of mobiliseren rechtsregels vaak om
volstrekt andere redenen dan de wetgever bedoelde
o De wetgever is geen monolytische formele rechtsbron, maar vormt zelf een veelheid
aan tegengestelde belangen

A. Voorbeeld van gebruik van het recht contra ratio legis
 Introductie van de onderhoudsplicht heeft tot doel ouders het recht te geven hun kinderen
aan te spreken om hun bestaanszekerheid te waarborgen



3

, o <-> realiteit: ouders maken er geen gebruik van: hantering door een publieke
onderstueningsinstantie zoals het OCMW om een klein deel van het bestede geld
inzake levensminimum terug te winnen van de kinderen
 Dit weerhoudt ouderen steun van het OCMW te vragen, omdat ze weten dat
de kinderen kunnen worden aangesproken
 Opt in doneren van organen na overlijden
 Bij verkeersongeval: opt-out
 Gevolg: het lichaam wordt warm gehouden tot de familie
instemming heeft gegeven
o Erg vreemde ervaring om afscheid te moeten neme, van een
warm lichaam
 Moral hazard
o Omdat men zich verzekert tegen een risico stijgt de kans dat het risico zich zal
voordoen
 De overheid schiet vaak adequaat tekort in haar verplichting de bevolking goed in te lichten
over de inhoud van bepaalde wetgeving ondanks dat deze kennis in haar afdwinging vaak wel
wordt verondersteld

B. Aankaarten van dit probleem
 Dergelijke policy analysis ontbreekt in Belgie waardoor beleidsmakers zelden met de
gevolgen van hun beleid worden geconfronteerd
 Een wettelijke norm werkt slechts door in sociale velden indien:
o De doelgroep de formele norm kent en begrijpt
o De doelgroep ervan overtuigd is dat de overheid menens is met de betreffende
normen
o De doelgroep in staat is de norm na te leven
o De doelgroep is ervan overtuigd dat de naleving in het algemeen belang is
o De doelgroep is ervan overtuigd dat de niet-naleving tot sancties leidt
 Het recht wordt niet altijd aux serieux genomen
 En de vervulling van deze voorwaarden is in elk sociaal veld anders
o Rechtsbewustzijn is een even moeilijk in te vullen begrip als publieke opinie

 CONCLUSIE: het recht structureert niet uit zichzelf sociale verhoudingen, maar wordt steeds
bemiddeld door machtsverhoudingen, tradities, sociale normen, ideologische overtuigingen
en vooroordelen

1.2.7 De marginaliteit van de rechtssociologie
 Aan Katholieke Universiteiten is er meer aandacht voor sociologie:
o De grotere openheid naar extralegale bronnen toe is te wijten aan het feit dat
voordien voornamelijk een religieus natuurrecht werd beoefend
 Algemeen is er in BE een gigantisch gebrek aan rechtssociologisch onderzoek
o Niemand weet wat de impact van een wet is: dreiging dat het politiek proces louter
tot symbolische wetgeving leidt
o Symbolisme om de democratische instellingen te legitimeren in plaats van op zoek te
gaan naar empirisch bewijs

1.2.8 Wie de ethiek codificeert, maakt er recht van
 De vraag naar het ethisch gehalte van het recht is een andere vraag dan de ethiek van het
juridisch beroep

4

, o Worden desalniettemin heel vaak verward
 Problematisch: zou betekenen dat met het recht alles inorde is als juristen
het niet perverteren
 Zelfde: de roep om ethische codes
o Misbruik voorkomen van het recht
<-> het codificeren van de ethiek dreigt haar tot een kwestie van tekstinterpretatie te
reduceren: het ethische wordt gejuridiseerd
 Interpreteren is altijd inter-subjectief valideren
 Moeilijk om te bepalen waarom de ene interpretatie het moet halen van de
andere
o Dergelijke teksten kunnen nooit het ethische gezichtspunt reflecteren
o Kunnen nog steeds tot uiteenlopende interpretaties leiden
 Wat is dan wel de oplossing?
 Sociale controle
o Een betere beroepsernst en een beter voorbeeld
 Vereiste een grotere openheid en doorzichtigheid
 Vereist misschien net minder teksten
 Waar beroepsfouten zonder gevolg blijven zitten we met een probleem
 Legitimiteit is sterk gelinkt met effectiviteit
 Effectiviteit moet op de juiste manier ingevuld worden: in functie van
rechtsbescherming

1.2.9 Een geactualiseerde rechtstatelijke theorie
 Een factor die de instrumentalistische benadering en behandeling van het recht aanzienlijk
heeft bevorderd:
o de verandering van de klassieke liberale rechtsstaat in de democratische sociale
rechtsstaat
o Federalisering: het recht als een verzameling van ad-hoc deals tussen
belangengroepen: voorlopig compromis dat omwille van haar tijdelijkheid slechts
weinig respect verdient
 Een rechtstaat waarvan de structuren voortdurend veranderen leidt tot
weinig identificering ermee
o Andere machtsverdeling in de trias politica
o Andere invulling van individuele rechten ook door introductie sociaal-economisch
recht: de politieke rechten aangevuld met de sociale rechten
o Verdwijnen van verdeling publiek en privaat recht door gemengde rechtstakken zoals
het sociaal recht
 Deze ingrijpende ontwikkelingen werden niet systematisch in het rechtsdenken
opgenomen, maar eerder beschouwd als uitzonderingsregimes op de fundamentele
uitgangspunten van het BW
o deze nieuwe ontwikkelingen beschouwen als uitzonderingsrecht is pure
juridische fictie
 de rechtssociologie wijkt hier vanaf
o Probleem: de nieuwe ontwikkelingen zouden het fundamenteel rechtsdenken
moeten hervormen en niet als een uitzondering beschouwd worden
o Er is geen enkele reden waarom het liberaal denken superieur zou zijn aan het
sociaal denken


5

, o Het zou geen lappendeken moeten zijn, maar een geintegreerd systeem van
normen met elks hun eigen identiteit
o Er is geen empirische onderbouwing dat overheidsregulering altijd perverse
effecten heeft
o De ontkenning dat de nieuwe normen een uitzondering zijn en niet gestoeld zijn
op fundamentele beginselen versterkt de instrumentalisering van het recht
 Het civiele recht zou op principes gestoeld zijn <-> sociaal recht
 Het civiele recht is intern <-> het publiek recht is extern
 FOUT:
o het non-discriminatiebeginsel is niet minder intern aan
moderne sociale vehoudingen dan aan contractvrijheid
o bescherming tegen misbruik van afhankelijkheid is niet
minder een vrijheidsrecht dan bescherming van de vrije
meningsuiting
 De geactualiseerde filosofie van de hedendaagse democratische en sociale rechtsstaat en
meer in het bijzonder van het gefederaliseerde Belgie laat nog op zich wachten
o Legitimiteitsdeficit

1.2.10 Voor een consequente scheiding van academische en politieke
macht
C. De eerste conclusie van dit hoofdstuk
 Wil het recht nauwer aansluiten bij la nature de choses dan is de sociologie onontbeerlijk
o De jurist moet een sociaal deskundige zijn
 Een goede jurist moet niet alleen de maatschappij vanuit het recht kunnen
zien maar moet ook het recht vanuit de maatschappij kunnen zien
 Dit is nog meer vereist omdat verregaandere specialisering ook tot meer
instrumentalisering leidt
o Het recht moet zich niet naar technologische ontwikkeling schikken
 Het recht heeft een eigen finaliteit
 Het referentiepunt van het recht is de handelende mens en niet de
machtsbelangen van technologen

D. De tweede conclusie van dit hoofdstuk
 In het debat over machtscentra moeten we niet enkel rekening houden met de strikt politieke
instellingen: ook de magistratuur, de media, het bedrijfsleven en de wetenschappelijke
onderzoekscentra oefenen politieke macht uit & (onderwijs!)
o Nood aan grotere democratische controle
o Maar langs de andere kant ook meer onafhankelijkheid ten opzichten van andere
instellingen vereist
 De globale agenda van wetenschappelijk onderzoek wordt door de
uitvoerende macht gedicteerd
 Fundamenteel wetenschappelijk onderzoek moet centraal worden gesteld in
het universitaire project en indien de uitvoerende macht daar niet mee
akkoord gaat dan heeft zij niet het recht de wetenschap op de knieen te
dwingen
 Geen fan dat professoren functies gaan bekleden binnen de uitvoerende
macht



6

,  Eveneens niet goed dat je een functie in het OM bekleedt terwijl je
hoogleraar strafrecht bent
 WANT: uitholling van de onafhankelijkheid van universiteiten
o In een moderne SDM moet ook over de onafhankelijkheid
van universiteiten worden gewaakt
o Geen machtsposities innemen die loutere advisering
overstijgen: bijvoorbeeld uitvoerende bevoegdheden zoals
benoemingen
o Een onafhankelijke academicus is even belangrijk als een
onafhankelijke magistraat
o Verantwoordelijkheid van de universiteiten zelf om hierover
te waken

1.3 Over de sociologie
1.3.1 Een empirische sociologie
 Goed idee om de sociologie empirisch te benaderen  veronderstellingen van diegene die er
kennis over verwerft vermijden

 De sociologie wordt gekenmerkt door een referentiekader
o Aan de bodem van elk sociologisch onderzoek ligt een sociaal probleem
 Situatie in menselijke betrekkingen die door een groep als misstand wordt
aangevoeld en waaraan men iets wil doen
 Het onderzoeksobject staat buiten de onderzoeker
 De socioloog wordt geconfronteerd met een concrete vraag uit de
werkelijkheid <-> universele vragen uit filosofie en metafysica
 Het is een werkelijkheid zoals deelnemers aan het sociaal gebeuren ze
definieren en interpreteren terwijl zij zoeken naar een mogelijke oplossing
voor een gerezen probleem
 Van een socioloog wordt verwacht dat hij het probleem met een
zekere afstandelijkheid oplost
o Een perfecte objectivering is heel moeilijk te bereiken:
loskoppeling van waarden is onmogelijk en daardoor is zijn
doel niet realiseerbaar
o De waardevrije sociologie

1.3.2 De waardevrije sociologie
 Het onderscheid tussen sociologische waarden en kennis
o Het onderscheid tussen wetenschap en geweten
o De wetenschap mag de moraal niet beinvloeden
 Moraliteit mag niet ondergeschikt zijn aan de dwang van feitelijke gegevens
o Dit sluit niet uit dat de moraal een verandering van feiten kan betekeken
 We moeten criminaliteit tegengaan
o Tussen wetenschap en geweten behoort de ethische reflectie
 Negatie van positivisme die moraal en wetenschap gelijkstelt
o Argwaan tegen geengageerde sociologie om morele waarden te beveiligen
 Het onderscheid tussen waarderingsvrijheid en waardegebondenheid
o Waardegebondenheid: de sociologie laat zich leiden door waarden en zijn
wetenschapsbeoefening wordt er eveneens door beinvloed

7

,  Wat hij belangrijk vindt zal meer in het daglicht staan en wat hij onbelangrijk
vindt zal als irrelevant bestempeld worden
 Onoverkomelijk
o Waarderingsvrijheid: methodologische eis die de status van een norm heeft:
uitspraken over de sociaal-culturele werkelijkheid die niet vrij zijn van waarderende,
op een subjectieve aangehangen betekeniswereld en waardeschaal gebaseerde
oordelen mogen en kunnen niet de pretentie hebben wetenschappelijk te zijn
 We verplaatsen ons van een wetenschappelijke context naar een
wereldbeschouwelijk referentiekader
 Zegt iets over de subjectieve betekeniswereld van de onderzoeker ipv
het onderzoek
 De waarderingsvrijheid is het fundament van de intellectuele eerlijkheid
 De belofte om het wetenschappelijke niet te overspoelen met eigen
veronderstellingen

1.3.3 Empirische sociologie als recent verschijnsel in BE?
 Tot WOI blijft de sociologie een vrij sterk in het Brusselse francofone vrijzinnige milieu
geconcentreerde aangelegenheid die vooral op het buitenland gericht is
o Dualistisch karakter:
 Maatschappijgerichte en bijna strijdvaardige studies
 Abstract-theoretische beschouwingen in de systeembouw
 Na WOII: invoering als universitaire discipline en inkapseling van de sociologie in andere
sociale wetenschappen
o Bijna geen empirie
 Later: verzelfstandiging van de sociologie
o Verkrijging van sterk empirisch karakter

1.3.4 Over de rechtssociologie
 Voor WOII geen rechtssociologie
o Enkel auteurs die op een sociologische manier over het recht schreven
 J. Haesaert: de rechtssociologie dient sterk onderscheiden te worden van de
rechtstheorie: de rechtstheorie wil het recht in zijn algemeenheid vatten los
van enig sociaal karakter
 Gevolg: zet de rechtssociologie in gang als apart onderzoek, maar
heeft nooit echt de rol van socioloog beoefend

E. Het onderwijs in de rechtssociologie aan Belgische universiteiten
 Sinds 1967 verplicht aan de rechtenfaculteiten

F. Onderzoek in de rechtssociologie in Nederlandstalig Belgie
 Docenten als initiatiefnemers met als gevolg dat er grote verschillen zijn tussen de
verschillende universiteiten

G. UA
H. KUL
I. VUB
J. Franstalig Belgie
K. Waarom heeft de sociologie het zo moeilijk
 De verwaarlozing van de rechtssociologie kan niet anders dan verwondering wekken


8

, o De rechtswetenschap en sociologische wetenschap breidden zeer sterk uit zonder
elkaar werkelijk te beinvloeden
 Het bestaan los van elkaar
 Doordringing van de trias politica in het menselijk handelen zonder dat
daarbij de sociale wetenschappen werden betrokken
 Geen dialoog tussen juristen en sociologen
 De sociologen beschouwen de juristen als exegeten die genoegen
nemen met de teksten en de onderliggende sociale werkelijkheid
veronachtzamen
 Juristen bekijken sociologen als mensen die niets van het recht
kennen behalve wanneer het om algemene normen gaat
 Waar staan we nu?
o Steeds meer belangstelling voor de sociale wetenschappen in de VS
 Nog nooit zoveel onderzoek in de empirische rechtbanken
 Empirische ondersteuning van beleidsbeslissingen zowel binnen de wettelijke
als uitvoerende macht als de rechterlijke macht
o Minder optimisme voor EU
 Belangrijke erkenning van de rechtssociologie op academisch niveau
 Internationaal gezag
 De belangstelling voor rechtssociologie op beleidsniveau blijft gering
 <-> NL: goede informatiebronnen, beheerspotentieel en
verwetenschappelijking van het beleid

L. Rechtssociologie als instrument van beleid?
 Het beleid is nooit afwezig in sociologiebeoefening
o Maar: discrepantie tussen recht en rechtsbewustzijn
 De sociale vervreemding van het recht dat een eigen leven leidt los van de
sociale werkelijkheid; het recht als Fremdkorper
 Een nuttige ondersteuning wordt verloren
 Kan de sociale ontsporing empirisch opgespoord worden?
 Discrepanties zijn logisch wanneer normen en zeden door formele
regels gereguleerd worden (als het geval)
 Het Centrum van Rechtssociologie wilt recht en maatschappij beter
verbinden aan de hand van empirisch onderzoek
o Als breed onderzoeksdomein wordt het burgerlijk recht
gekozen
 Geboorte en dood, eigendom, man-
vrouwverhouding
 Persoonlijkheidsrechten dus het belang van
sociologie nog meer in het daglicht
 Wat wordt onder recht verstaan
 Het recht der juristen
<-> het sociaal problematische als leidraad?
 Niet problematisch: het recht is zelf een middel om met sociale
problemen om te gaan
o De ontwikkeling van een deelsociologie
o Neemt men als uitgangspunt van de rechtssociologie een
geheel van sociale normen die met het recht te maken

9

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur stuviastuvia52. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €23,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

75632 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€23,49  18x  vendu
  • (1)
  Ajouter