Deze woordenlijst bevat alle termen, namen en kenmerken van begrippen die te kennen zijn voor het examen van sociologie in de 1e bachelor psychologie aan de KuLeuven. Wanneer je deze uitgebreide begrippenlijst leert heb je al 3/4 van het studeerwerk gedaan, aangezien bij dit vak vooral begrippen be...
Sociologie hoofdstuk 1: Het sociologisch perspectief
Sociologisch perspectief De wijze waarop men het sociale behandelt.
Het sociale = sociale relaties en (in)directe
afhankelijkheden van anderen.
Sociologie Socius (gezel) + logos (studie
Kwantitatief onderzoek Onderzoek waarbij men aan de slag gaat met de analyse van
cijfers en het gebruik van statistische methoden.
Harde data
Meestal op algemener niveau: bevolkingsniveau
Sociale verhouding Een relatie tussen 2 of meer personen (positief of negatief) en de
sociale handelingen tussen individuen.
Komt tot stand door samenhandelen.
Zakeliijk/intiem, tijdelijk/langer, spontaan/gepland.
Sociaal handelen Handelen waarbij de handeling van de actor (mens) gericht is op
het handelen van 1 of meerdere andere actoren (mensen).
Ook passieve acties (bv tv kijken).
Actor Een handelaar dat handelingsvermogen bezit.
Individuele en collectieve actoren.
Agency Handelingsvermogen
Participerende observatie Doet zich voor wanneer de onderzoeker zich onderdompelt in de
sociale wereld waarin hij een bepaald fenomeen wilt
onderzoeken.
Diepte-interview Een interview waar doorgevraagd kan worden en er zelf thema’s
aangekaart kunnen worden.
Samenhandelen Er is wederzijdse oriëntatie tussen de handelingen van actor A en
actor B -> de handelingen van actor A zijn gebaseerd op de
oriëntatie op de handelingen van actor B.
Kenmerken van 1) Zelfreferentieel
samenhandelen = iedere handeling verwijst naar een voorgaande
handeling.
2) Dynamisch en tijdsgebonden
= relaties veranderen voortdurend.
3) Contigent en onvoorspelbaar
4) Reflexief gemonitord
= een actor stuurt bewustzijn handeling.
,Afhankelijkheidsverbinding Actoren hebben elkaar nodig.
of sociale binding Cognitieve binding
Economische binding
Politieke binding
Affectieve binding
Sociaal verband Een samenhangend geheel van sociale bindingen met een zekere
duurzaamheid (over een langere periode).
Veralgemeende, We zijn afhankelijk van enorm veel gespecialiseerde beroepen
gegeneraliseerde (= veralgemeend).
afhankelijkheid
Sociaal netwerk Een lange ketting van afhankelijkheden.
Verdinglijking of reïficatie Iets weergeven en afbeelden als een ding.
Bv de economie, de politiek, de maatschappij..
Maatschappij of Het geheel van alle momentane sociale relaties, bindingen,
samenleving verbanden en netwerken.
Nationalistische en kosmopolitische visie
Globalisering of De verdieping en versnelling van de wereldwijde verbondenheid in
mondialisering alle dimensies van het hedendaagse sociale leven.
Wereldmaatschappij Het momentane geheel van transcontinentale, mondiale sociale
relaties, bindingen, verbanden en netwerken. Hierdoor ontstaat
kosmopolitisme.
Relationeel denken Denken in termen van sociale netwerken (dus in termen van
afhankelijkheidsverhoudingen).
Dominant egocentrisch De samenleving wordt gezien als een reeks concentrische cirkels
maatschappijbeeld rond een ego (=ik). Elke nieuwe en dus grotere cirkel wordt gezien
als eentje met een grotere afstand van het individu en dus een
mindere sociale betrokkenheid, waardoor we spreken van sociale
blindheid.
Sociale blindheid Het niet herkennen van afhankelijkheden en relaties.
Decentrering De egocentrische bril afzetten en vervangen door sociologische
verbeeldingskracht.
Sociologische Het vermogen om zichzelf te observeren als knooppunt in een
verbeeldingskracht hele waaier aan sociale bindingen, verbanden en netwerken die
het eigen handelen en denken mee beïnvloeden.
= Het vermogen om persoonlijke problemen met sociale feiten en
veranderingen te verbinden.
Persoonlijke problemen Problemen die als private kwesties worden beleefd.
,Sociale problemen Wanneer 1 of meerdere sociale factoren een grotere groep
mensen in de problemen werkt.
Collectieve zaak
Victim blaming Slachtofferblammage
Defamilialisering Terrein waarvan je dacht dat het bekend voor je was bevat toch
blijkbaar meerde dimensies, bepaalde vertrouwde stukjes blijken
toch onvertrouwd.
Waarderingsvrijheid Morele neutraliteit -> men baseert zich enkel op feiten en bekijkt
alles neutraal.
Geëngageerde/kritische De socioloog heeft pas zicht op een bepaald fenomeen als men er
sociologiebeoefening een standpunt binnenin inneemt.
Standpunttheorie Theorie die stelt dat neutrale, objectieve kennis onmogelijk is
omdat iedere onderzoeker binnen de onderzochte sociale wereld
zélf ook een positie inneemt.
Sociologische kennis is niet waarderingsvrij of neutraal,
maar draagt altijd 1 of meer waarden die met een
specifieke sociale positie verbonden zijn.
Bv: bij onderzoek naar geslachtsstratificatie neemt de onderzoeker
zelf ook de positie in van man of vrouw.
Sociaal reformisme Streven naar rechtvaardigheid en gelijke kansen.
Perverse effecten Het tegenovergestelde effect van hetgeen dat werd beoogd.
Mattheüseffect ‘Aan hem die heeft, zal gegeven worden’.
Zeer groot in België, wat te maken heeft met:
- Bereikbaarheid
- Beschikbaarheid
- Betaalbaarheid
Bv: rijke mensen hebben meer mogelijkheden en kansen
om nog rijker te worden, terwijl het voor arme mensen
moeilijk is om uit de armoede te geraken.
Paradox van sociologische Er worden afhankelijkheden en effecten doorgrond, maar
verbeeldingskracht tegelijkertijd krijgt men een verhoogd bewustzijn van de fragiliteit
van de sociale toestand, wat aanleiding geeft tot sociale
veranderingszin.
De aanpak zorgt voor nieuwe problemen.
Zichzelf Een aanvankelijk correcte (publieke) voorspelling zorgt onbedoeld
vernietigende/weerleggende voor handelen dat die voorspelling teniet doet.
voorspelling of de self- Bv: Er wordt overal verteld dat er een tekort is op de arbeidsmarkt
denying/self-destructing aan IT’ers, waardoor veel mensen dit gaan studeren, waardoor er
prophecy geen tekort meer is en zelf een overaanbod.
Situatiedefinitie Interpretatie en zienswijze van een bepaalde situatie of van een
, bepaald verschijnsel
Zichzelf Een aanvankelijk onware situatiedefinitie resulteert onbedoeld in
vervullende/waarmakende handelen dat de oorspronkelijk onware situatie waarmaakt.
voorspelling of self-fulfilling Bv: geruchten dat er een tekort zal zijn aan wc-papier waardoor
prophecy mensen massaal wc-papier kopen en er een echt tekort is, terwijl
dat eerst niet zo was.
Meesleureffect Iemand handelt omdat die in een bepaalde handeling gelooft, en
sleurt zo anderen mee.
= een cumulatief effect.
Sociale geloofscirkel Een onbewijsbare voorspelling is geloofwaardig omdat het van
een ‘geloofwaardige’ voorspeller/persoon komt. Dit leidt tot
handelen waardoor de voorspelling in kwestie uitkomt en de
geloofwaardigheid dus ook toeneemt.
Vicieuze cirkel.
Begrip/concept Notie die een uiting van een omschreven fenomenen meer
abstract maakt.
Elk begrip verwijst ook naar andere begrippen.
Theorie Samenhangend geheel van naar elkaar verwijzende begrippen en
daaruit afgeleide uitspraken.
Ondergrens van theorieën - Inductief -> beschrijven domineert
- Weinig theoretisch werk
Middle-range van theorieën - Deductief
- Theorieën met een beperkte rijkweidte
- Men richt zich op een bepaald sociaal verschijnsel
- Tussen een empirische beschrijving en allesomvattende
theorie
Bovengrens van theorieën - Deductief
= Grand Theory, - Genereren van nieuwe en meer algemene ideeën
Supertheorie - Een totaaltheorie van het sociale die de 4 basisvragen kan
beantwoorden
- Grounded Theory
Grounded theory Het inductief ontwikkelen van begrippen en conceptuele
uitspraken vanuit concreet onderzoek.
Staat los van reeds bestaande theorieën en andere kennis.
Theoretisch pluralisme Er zijn verschillende sociologische stromingen en referentiekaders.
Referentiekader van - Groepsgericht
KARL MARX - Conflictsociologische benadering
- Gespannen relaties tussen sociale groepen die verschillen
op vlak van macht en belangen -> onvermijdelijke
klassenstrijd
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur bovanoverbeke. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.