Sociale agogiek
Inhoud
H1: Enkele kleinere theorieën................................................................................................................1
De veldtheorie: krachtenspel.............................................................................................................1
Consistentietheorieën: evenwicht bewaren.......................................................................................2
Innovatietheorie: geslaagde vernieuwingen.......................................................................................4
Theorie van het gepland gedrag: 4 voorwaarden...............................................................................4
H2: Humanistische psychologie..............................................................................................................5
Begrippen...........................................................................................................................................6
Humanistische therapie......................................................................................................................6
Uitgangspunten..................................................................................................................................7
Grondhoudingen................................................................................................................................7
Kritiek.................................................................................................................................................7
H4: De communicatietheorie..................................................................................................................8
Systeemtherapie.................................................................................................................................8
Mogelijke verstoringen binnen het gezin...........................................................................................9
H5: Gedragspsychologie.........................................................................................................................9
Klassieke conditionering...................................................................................................................10
Operante conditionering..................................................................................................................11
H6: Cognitieve theorieën en de kritische benadering...........................................................................13
Rationeel-emotieve benadering.......................................................................................................13
Neurolinguïstisch programmeren (NLP)...........................................................................................14
Het constructivisme..........................................................................................................................14
Attributietheorie...............................................................................................................................15
De kritische benadering: oog voor de omgeving..............................................................................15
H7: Positieve psychologie.....................................................................................................................16
Historiek...........................................................................................................................................16
Welbevinden....................................................................................................................................16
Lezing positieve psychologie.............................................................................................................16
Psychotherapie: karakteristieken van gevestigde psychotherapieën...............................................17
H1: Enkele kleinere theorieën
De veldtheorie: krachtenspel
Grondlegger: Lewin
,Verschillende krachten die op elkaar inwerken: veranderingskrachten & weerstandskrachten
Veranderingskrachten (bemoedigen de verandering): vb. werk zoeken; terug willen werken
Praktisch gemak Je krijgt een loon
Kans op waardering & bewondering Mensen bewonderen het feit dat je werkt
Trots Ik kan ook werken
Zucht naar avontuur Meer mogelijkheden doordat je meer geld hebt + nieuwe dingen bijleren
Zich willen laten zien Kijk ik kan ook werken
Weerstandskrachten (werken de verandering tegen):
De kosten Minder vrije tijd, moeten volhouden
Gevaar Ik kan de job niet, ik vind geen job
Sociale druk Misschien gaan mensen wel met mij lachen als ze zien dat ik nog maar zo weinig
gewerkt heb
Angst voor confrontatie met eigen onvermogen Niemand gaat mij aannemen
Maatschappelijke, morele overwegingen Ik ga het ego van het bedrijf naar beneden halen
In principe zijn deze in evenwicht
Resultaat van verandering is afhankelijk van of er veranderingskrachten toenemen en / of
weerstandskrachten afnemen
Consequenties voor het agogisch handelen
Krachten vormen samen de motivatie:
Veranderingskrachten toevoegen of bestaande veranderingskrachten versterken
Bestaande weerstandkrachten weg werken of verminderen
-> Werkt vaak beter omdat je de spanning verminderd
Consistentietheorieën: evenwicht bewaren
Attitude = Neiging / houding om iets als gunstig of ongunstig te beoordelen
vb. Hoofddoekendebat, coronamaatregelen
Veel meer dan woorden
Vb. “alle mensen zijn gelijkwaardig”, maar wat als je dochter thuiskomt met…?
Attitudes moeten in evenwicht zijn, dit ontstaat doordat ons hoofd, hart & handen in
overeenstemming zijn
Attitudes worden verwoord in jouw opinie
Als een attitude niet evenwichtig (of consistent) is zal deze makkelijk veranderen. Er zijn
verschillende manieren om hiernaar te kijken:
A. Evenwicht binnen dezelfde attitude
3 componenten die in evenwicht moeten zijn:
- Cognitief: kennis, denken, redeneren… ~ hoofd
- Affectief: gevoelsmatig ~ hart
- Gedrag: wat je doet of hoe je handelt ~ handen
Hierbij is er geen aanleiding tot verandering, ze zijn dan alle drie positief of
negatief
Het gebeurt dat deze niet in evenwicht zijn, dit leidt tot frustratie
vb. De les is nuttig (cognitief +), je volgt de les (gedrag +), je vindt ze niet leuk (affectief -)
Je kan dit oplossen door de + ook negatief te maken of de – ook positief
~ aanpassen van 1 of 2 van de componenten
Verandering ontstaat door inconsistentie van een attitude
, Reclame: het gaat om beïnvloeden van je gedrag, maar men speelt in op het
affectieve aspect
Gedrag Gevoel
+/- +/-
+/-
Verstand
B. Evenwicht tussen attitudes
Je wilt ze steeds in evenwicht brengen
Vb. C mag A (en andersom), C mag B (en andersom), maar A & B mogen elkaar niet
-
A B
+ +
C
C zal dus meer consistentie willen brengen en zal daardoor de relatie met A verminderen, de
relatie met B verminderen of proberen een goede relatie te bereiken tussen A en B
C. Cognitieve dissonantie
Festinger
Cognitie = alles wat iemand vindt, weet of denkt (attitude valt hier ook onder)
Cognitieve dissonantie = wanneer 2 of meerdere cognities met elkaar in
strijd zijn
We willen dat dit zo weinig mogelijk voorkomt, daardoor maken we gebruik van
2 dingen:
- Selectieve waarneming: je ziet enkel de dingen die je wilt zien
Vb. enkel de goede zaken over je net nieuw gekochte auto
- Rationalisatie: zaken goedpraten (rationaliseren)
Vb. Als alleen ik met de fiets ga i.p.v. met de auto gaat dat niets verhelpen
Consequenties voor het agogisch handelen:
Om te veranderen beginnen we vaak met het accent te leggen op één van de componenten,
dan pas gaan we doorwerken naar de andere componenten.
De poging tot verandering zal pas slagen als de integratie met de andere componenten
daadwerkelijk plaatsvindt.
3 ingangen om tot verandering te komen:
Kennis als ingang Vb. Folders, lessen…
Vb. Infosessie over de gevolgen van drugs, over veilig vrijen
Is vaak niet de beste keuze omdat we dit gaan rationaliseren etc.
Gevoel als ingang Vb. Reclame
Vb. Jupiler: “mannen weten waarom”; Pampers: “blije baby’s”
Vaak pas als het gevoel errond veranderd komen mensen tot verandering
Veel effectiever
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lolavandenbogaert. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.